Wednesday, November 30, 2005
pastoor Urbain Grandier uit Loudon, die door de exorsiten (paters) gemarteld wordt.
Rechts: kardinaal Richelieu (1585-1642)
In 1624 eerste minister in Frankrijk
Een uitspraak : geef me een lijst van de meest betrouwbare mensen en ik vindt toch wel een reden om ze op te hangen.
Men kan zich voorstellen, dat in tijden dat het weer gunstig was om de schimmel secale cornutum op de rogge te laten groeien, dit ernstige gevolgen kon hebben. Op het eerste gezicht lijkt het vreemd als men in de literatuur vermeld ziet dat: “ St. Anthony's fire the gangrenous, putrefactive disease, wreaked more devastation on the human body, than even AIDS”.
Het heeft lang geduurd voordat men in de gaten kreeg dat veel ellende in de late Middeleeuwen, zoals heksen jacht en brandstapels, met moederkoren te maken hadden. Men dacht in die tijd dat mensen door invloed van de duivel door dieren konden bezeten worden. Bezeten betekent dan ook dat de duivel op een of andere manier bezit van iemand neemt. Over allerlei merkwaardige verschijnselen zijn wel 100 boeken verschenen, waarvan een aantal die betrouwbaar zijn.
In de moderne tijd kon men dit alles moeilijk plaatsen en men geloofde het niet, of men deed er het zwijgen toe. Toch kan men zich voorstellen dat bijvoorbeeld in een klooster waar men in een gesloten gemeenschap leefde en zijn eigen rogge teelde dit onverwacht ernstige gevolgen kon hebben. Er zijn vele verhalen bekend van wat men “Mass sociogenic illnesses” noemt. Zo bleek er in Frankrijk op een gegeven moment een zustersklooster waar de nonnen zich vreemd gedroegen. Ze miauwden als katten, dat aanleiding was voor de autoriteiten in het dorp om enkele soldaten bij het klooster te zetten, die bij herhaling van het miauwen, bestraffend zouden optreden. Door het gezamelijk eten van besmet roggebrood konden enkele zusters psychotische verschijnselen vertonen. Bij psychosen ziet men vaak dat mensen zich verbeelden iemand anders te zijn. soms ook dat men een bepaald dier is. Als de zusters, die nog normaal zijn , maar op de rand van psycho-somale labiliteit staan, kan het ethologische pricipe van "sympathische inductie" de rest doen en zo kan een miauwend klooster ontstaan.
In Saxen en Brandenburg, waren nonnen, die elkaar op een gegeven moment begonnen te bijten.
In 1630 was er in Milaan gelijktijdig met ernstige psychische problemen tevens een uitbraak van de pest. Zo werd een man die de WC. bril schoon maakte door de mensen weggesleept en vermoord omdat men dacht dat hij de WC. bril met heksenpoeder bestreek. Ook kappers werden verdacht tovermiddelen in hun flesjes te hebben en als ze niet bekenden, werden ze geradbraakt totdat ze bekenden om ze vervolgens op de brandstapel te zetten.
In Loudon in Frankrijk begonnen de zusters Urselinen zich abnormaal te gedragen. Zij beschuldigden de pastoor Urbain Grandier ervan, dat ze door hem behekst waren. Omdat de pastoor kritiek geuit had op kardinaal Richelieu, nam die neteen krasse maatregelen en liet enkele paters proberen, om de duivel bij de pastoor uit te drijven (exorsisme). Toen dat niet lukte, omdat de pastoor een pakt met de duivel gesmeed zou hebben, werd de pastoor zwaar gemarteld en vervolgens in 1634 levend verbrand.
In de geschiedenis is een opvallende parallel te zien tussen jaren van intensieve heksen vervolging en klimatologische omstandigheden die gunstig zijn voor het voorkomen van moederkoren. Ook de pest uitbraken gaan daarmede gepaard, dat te verklaren is, omdat ergotamine ook bij lage dosering het weerstands-vermogen verlaagt, en zo de pest bacterie haar kans krijgt.
Monday, November 28, 2005
Links: een voorbeeld van auto-mutilatie.
Rechts: een auto-mutilerende piercing.
Op Zondag 27 november werd op het TV programma van Netwerk het verschijnsel “ snijden in jezelf ” behandeld.
Dit verschijnsel wordt ook wel auto-mutilatie genoemd en bestaat uit het vrijwillig verwonden door snijden of branden en soms zelfs breken van armen of benen van het eigen lichaam.
Het komt tegenwoordig relatief veel voor en uit onderzoek is gebleken dat één op de twintig pubers zichzelf bewust pijn doet. Ook in Amerika komt het veel voor en men schat het aantal voorkomende gevallen op acht miljoen. Het wordt in Amerika wel “the new anorexia” genoemd, maar het staat ook bekend onder de namen self-mutilation, self harm, self abuse en self inflicted violence.
Vooral de laatste tien jaren, is het probleem meer op de voorgrond getreden en één procent van de teenagers wordt geschat er aan te lijden.
De definitie van automutilatie is: een vrijwillige, herhaalde, impulsieve, niet letale schade , die men bij zichzelf aanbrengt. Het komt twee maal zo veel voor bij meisjes, dan bij jongens. Op de vraag in het programma waarom de meisjes het deden, kwam naar voren dat ze het deden, omdat vriendinnen het ook deden, maar toch vooral, omdat ze zich gelukkiger voelden als ze zichzelf pijn deden. Een van de meisjes, sprak zelf van verslaving en evenals anorexia en boulimia nervosa, heeft het daar veel eigenschappen van. In de Franse literatuur wordt het dan ook wel “souffrir pour vivre” genoemd.
Het heeft echter niets te maken met zelfmoord neigingen, zoals in het programma op www.netwerk.tv wordt gesteld.
Zelf-mutilatie is zo oud als de weg naar Rome en waarschijnlijk zelfs veel ouder. Het besnijden van jongens, maar nog meer de besnijdenis van meisjes hebben er zeker wat betreft de meisjes mee te maken, hoewelhet natuurlijk geen auto-mutilatie is.
De besnijdenis van jongens kan als een hygienische maatregel ontstaan zijn en wordt in zeer verschillende volkeren en culturen aangetroffen. Het ontstaan ervan komt steeds uit de meer warme klimaten. men kan zich voorstellen dat anaerobe infecties onder het preputium ( voorhuid) catastrofale gevolgen kon hebben in de primitief hygiënische omstandigheden waarin men leefde. Dit probleem was na besnijdenis van de voorhuid vanzelfsprekend opgelost. Zo kan men veel andere Godsdienstige maatregelen, zoals het kosher slachten, als oorspronkelijk hygiëne bevorderende handelingen begrijpen.
Ook het zichzelf martelen bij de shiïten ( Islam) en vroeger bij de Christenen, vallen onder hetzelfde syndroom van zelf-mutilatie en het vroeger nog al eens voorkomen van stigmatisatie, zou er wel eens mee te maken kunnen hebben. Veel heiligen zoals de heilige Franciscus en vele anderen, hadden namelijk de zelfde wonden als Christus aan het kruis en men kan zich moeilijk voorstellen dat “onze lieve Heer” op het idee gekomen is, om hen dit aan te doen, zoals dit door goede katholieken werd aangenomen.
Hoe zou een en ander nu ethologisch te verklaren zijn? De ethologie is de wetenschap, die het gedrag van mens en dier, meer van de Darwinistische kant benadert. Het wordt dan ook wel de biologie van het gedrag genoemd. Deze wetenschap wordt nog maar met schroom toegepast, omdat een biologische benadering van het menselijk gedrag, zowel vanuit de Christelijke kerken als uit de linkse kerk, tot voor kort, als een vorm van racisme en fascisme werd beschouwd. De eerste man die enkele jaren geleden veronderstelde dat criminaliteit ook wel voor een deel, erfelijk zou kunnen zijn, was professor Dr. Buikhuizen. Hij werd door de links calvinistische kerk, zodanig kapot geschreven, dat hij een half jaar later anticair in Amsterdam was.
Biologisch (neurologisch) is het nu zo dat, om zich normaal gelukkig of tevreden te voelen, een aantal neurotransmitters, in de hersenen aanwezig moeten zijn, die optimaal werken. Neurotransmitters zijn stofjes, die door de zenuwuiteinden worden afgescheiden en er zo voor zorgen, dat de geleiding van de zenuw-prikkels zo optimaal mogelijk verloopt. De moderne geneesmiddelen, zoals prozac en vele anderen, die bij psychische patiënten, zoals schizofrenie en manische depressiviteit, worden toegepast proberen de functie van deze neurotransmitters weer te herstellen.
Om zich normaal happy, en niet depressief te voelen zijn de transmitters, die cannabinoïden en opiaten genoemd worden, maar ook anderen zoals serotonine en dopamine nodig, om dit te bewerkstelligen. Door een genetische aanleg voor depressie, die door omstandigheden, zoals in de puberteit komen, of emotionele tegenslagen, kan deze aanleg voor depressiviteit tot expressie komen. Een gebrek, of het niet optimaal functioneren, van deze neurotransmitters, is de oorzaak van deze gemoedstoestand. Men kan dan vervangingsmiddelen zoals nicotine of alcohol, maar ook drugs zoals cocaïne, heroïne, hash en wiet, nemen en die werken als surrogaat van de natuurlijke neurotransmitters. Als men nu de genetische aanleg heeft voor een niet optimale productie van de bedoelde stofjes, dan zal het zenuw weefsel nog minder uit zich zelf de nodige transmitters produceren als men deze vervangingsmiddelen gebruikt en de verslaving aan de surrogaten is dan snel geboren. Daarom ziet men schizofrene Patiënten bijna altijd ook drinken, roken en drugs gebruiken.
Ook lichamelijke invloeden, kunnen voor meer afscheiding van de betreffende stofjes zorgen. Zo kan men verslaafd raken aan joggen, wielrennen of hardlopen en men noemt zulke sporters wel eens spottend endo- morfinisten. Ook meisjes, die het waanidee hebben dat ze te dik zijn, kunnen daar depressief van worden. Door te vasten voelen ze zich beter en dit kan dan verslavend werken, tot de dood er zelfs op volgt . In dit zelfde licht is de automutilatie te beschouwen. Zoals de meisjes in het programma zeiden bestaat het deels uit het ethologisch principe van symphatische-inductie ( het na doen van de vriendinnen, het bij de groep willen horen). Maar veeleer zal bij een gevoel van depressie en minderwaardigheidsgevoel, door automutilatie het zenuwweefsel geprikkeld worden om endo-morfinen af te scheiden. De meisjes zeiden, dat ze zich na automutilatie, gelukkiger voelden en dat ze er daarom aan verslaafd raakten.
Het piercen zou men ook als een lichte vorm van automutilatie kunnen beschouwen. Men doet dit immers niet om er lelijker van te worden, maar integendeel om zichzelf mooier te maken, dat dan met een gevoel van happiness gepaard gaat.
Sunday, November 27, 2005
Rechts een zouaaf geschilderd door Vincent van Goch.
Saturday, November 26, 2005
Hirsi-Ali
en
Wiegel
De controverse tussen Hirsi-Ali en Wiegel, over de Islam berusten deels op een misverstand. Wiegel en met hem vele goed-bedoelende mensen vinden, dat Hirsi-Ali, de Islam te veel in discredit brengt en zo de goede Islamieten te veel stigmatiseert. Het gaat volgens hen niet over de Islam, maar veel meer over de Islamieten die hun godsdienst misbruiken, als verontschuldiging van hun misdaden. Voor een zelfde opvatting, werd de wethouder, Marco Pastors, van Rotterdam trouwens ook, als iemand die stigmatiseerde, veroordeeld en moest hij bijgevolg aftreden. Men kan Hirsi Ali verwijten, dat ze de controverses in Nederland tussen Christenen, of wat daar van overgebleven is en de aanhangers van de Islam aanwakkert, maar niet dat ze onwaarheden vertelt.
De verwijten dat door de Islam de Christenen als varkens moeten worden beschouwd en daarom beter geslacht kunnen worden, is wellicht veel eerder intrinsiek aan alle godsdiensten, die hun oorsprong vinden in het klassieke Jodendom. Zowel Joden, Christenen als Islamieten beschouwen Abraham als hun stamvader en Abraham's God Jahwe, ook als hun God.
Een God, die aan Abraham het bevel gaf om zijn zoon te vermoorden, en een Abraham, die aan dit bevel gehoorzaamde, begaan een misdaad. Wij vonden het met zijn allen goed, dat een aantal pro-Duitsers, direct na de oorlog, om minder redenen werden doodgeschoten.
Deze drie godsdiensten bevatten alle drie elementen, waarvan we vandaag vinden dat ze niet alleen ingaan tegen onze ethische opvattingen, maar ook tegen de evolutionair ontstane gedragspatronen. Zonder deze kan een sociale samenleving niet optimaal functioneren. Conrad Lorenz noemde ze daarom de biologie van de tien geboden. Hiervan is het doden van je eigen kinderen wel een van de meest pregnante voorbeelden.
Twee tot drie generaties terug gingen onze grootvaders, in de tweede helft van de negentiende eeuw, op bevel van Paus Pius IX (1846-1878) nog naar Italië om te vechten tegen de Garibaldisten, die de Paus terecht zijn grond betwistten. Alleen uit Nederland gingen meer dan 3000 zouaven naar Italië. Hun beloning was als ze sneuvelden de hemel, evenals nu bij de Islam, en vroeger bij de Christelijke martelaars.
Pieter Janszoon Jong uit Lutjebroek, kon tijdens de slag om Monte Libretti, nadat hij al zijn munitie verschoten had, nog met zijn geweerkolf in enkele slagen, veertien Garibaldisten dood slaan, waarna hij zelf op 18 oktober 1867 sneuvelde. Het heeft weinig gescheeld of de paus had hem hiervoor heilig verklaard. Geen wonder dat de fraters van Tilburg, in de tijd dat wij op kostschool waren, met respect over hem spraken, evenals trouwens over Franco, die toen door elke Christen als redder der natie werd gezien en nu vrijwel door iedereen als fascist wordt beschouwd. De kapelaan in Lutjebroek noemde de nieuw gebouwde sporthal in 1925 dan ook "de Pieter Jong zaal".
Het verschil tussen Islam en Christendom is niet zozeer een fundamenteel verschil, maar veelmeer het feit dat practisch iedere Katholiek, die niet in het Vaticaan woont, zich weinig of niets aantrekt van alle archaïsche geboden van het Christendom, terwijl er in de Islam nog wel mensen zijn, die zich letterlijk aan de geboden houden. Fundamentalistische Christenen, die hun kinderen weigeren in te laten enten tegen kinderverlamming, kunnen bij een uitbraak van kinderverlamming evengoed voor de dood of verlammingvan hun kinderen verantwoordelijk worden gesteld, als Abraham voor de dood van zijn zoon. Ook nu zijn er Islamieten, die precies als vroeger de Christenen, bereid zij zich op te offeren en daarna recht ten hemel op te stijgen, zoals beloofd ( juist zoals in de reclame glashelder) .
Het fundamentalistisch verbod van de Paus van Rome, om in Afrika voorbehoedsmiddelen te gebruiken, heeft ook nu honderd-duizenden slachtoffers, die sterven door de HIV infecties, tot gevolg. Ook hier wordt een archaïsche opvatting, boven de naastenliefde gesteld.
Hij, die de naastenliefde niet als voornaamste gebod van het Christendom beschouwd, ook als hij ieder dag bidt en al zijn bezit aan de armen schenkt, klinkt volgens Paulus als een rinkelend bekken, zonder inhoud. Voor het gemak wordt dit in het Vaticaan en door de mensen, die hun kinderen niet laten inenten tegen polio, maar even vergeten.
Friday, November 25, 2005
Een psychische afwijking die “mass sociogenic illness” genoemd wordt, kan het best vertaald worden als een “psychische afwijking in groepen nauw samenlevende mensen, die aanstekelijk op elkaar werkt en geen lichamelijke oorzaak heeft”.
Meestal komt zo'n “begoocheling” tot stand uit angst voor iets. Als de juffrouw in een klas met kinderen verteld over terrorisme en plotseling ruikt men iets bijzonders en de juffrouw laat merken, dat ze bang is dat het gas van terroristen komt, dan kan de klas in een plotseling angst uitbraak, dingen gaan zien die er niet zijn. Een groeps-psychose, ook wel “mass hysteria” genoemd, kan volgen, met alle gevolgen van dien.
Hierbij komt nog een ander gedrags-mechanisme, dat in de ethologie ( de biologie van het gedrag) "sympathische inductie" wordt genoemd. Het is een oud, evolutionair ontstaan, gedrags-patroon dat we vaak zien bij dieren, die in groepen leven. Een van de bekendste is een “stampede”, die iedereen wel uit een cowboy film kent. Één koe raakt in paniek en na enkele seconden is de hele kudde in paniek en rent alles ten onderste boven wat ze tegen komt. Ook zagen we dat in vroeger in Nederland, als er een horzel in aantocht was. Één koe stak dan de staart omhoog, en alle koeien begonnen onmiddellijk, met de staart omhoog, te rennen.
Ook bij kippen kennen we dit verschijnsel wat “avian hysteria” genoemd wordt. Één kip verschrikt en springt op en de rest volgt. Er gaat een golf door de kippen kooi, als in een voetbal stadium. Is de golf eenmaal rond dan start hij weer van voren af aan, en het gevolg kan zijn dat er geen eieren meer worden gelegd en de kippen tenslotte volledig uitgeput raken.
Dit zelfde gedrag van "mass sociogenic illness" kennen we ook bij de mens, en het speelt, bijvoorbeeld bij demonstraties, maar ook bij terrorisme en martelaarsschap vaak een rol. Het is een gedrag dat evolutionair gezien vaak nuttig zal zijn geweest, als een groep bedreigd werd bijvoorbeeld. Hoe beter men samen werkt en de leider volgt, zo veel temeer overlevingskans heeft men. Door natuurlijke selectie worden bepaalde gedrags-patronen dan in het genoom vastgelegd. Vaak is het in de ethologie zo, dat secundaire zaken, zoals milieu omstandigheden, de zaak versterken of verzwakken. Deze milieu invloed kan ook een factor zijn, die wel “milieu interieur” wordt genoemd, zoals bijvoorbeeld de hormonen in het bloed en dat geldt zeker ook en vooral voor het testosteron, dat zoals bekend “de route to all evil” is. Jongens in de puberteit, volgen veel meer het gedrag van hun metgezellen, dan het voorbeeld van hun ouders en dat kan dan vaak de oorzaak van veel ellende zijn. Ook het gedrag dat men vaak zegt te haten, zoals het gedrag van de Amerikanen, wordt overal in de wereld, vooral door jeugdigen nageaapt en de spijkerbroek, bepaalde soorten muziek en Mac Donald, zijn drie voorbeelden. Haat komt dan ook vaak voort uit jalousie en medelijden uit het tegenovergestelde.
Een ander, er op lijkend ethologisch mechanisme wordt “motor hysteria outbreaks” genoemd en eenieder, die een massaal popconcert wel eens heeft gadegeslagen, heeft dit kunnen waarnemen.
Het eerste goed beschreven geval van motor hysteria is van 1787 in een textiel fabriek in Lancashire , die bij één mannelijke en 23 vrouwelijke werkers heftige epileptische aanvallen en gevoel van verstikking tot gevolg had. Het was enkele jaren na de uitvinding van het weefgetouw, dat de arbeiders soms onder enorme psychische en physische druk bracht. Ook in Frankrijk, Duitsland, Italië en Rusland zijn gevallen beschreven van “motor hysteria”, meestal ontstaan in fabrieken, waar mensen te zwaar belast werden, en dat gepaard ging met hevige krampen, abnormale bewegingen en neurologische klachten.
In scholen waar een zeer strenge discipline heerste, werden in Duitsland, Zwitserland en Frankrijk ook gevallen van "motor hysteria" gemeld. Op een meisjes school in Bazel, waar de meisjes niet konden voldoen aan de door de school gestelde voorschriften, begonnen de kinderen in 1893 te trillen en te beven. Eenmaal buiten het school gebouw hielt het op, maar als ze in de school terug kwamen begon het opnieuw. In 1904 herhaalde het verschijnsel zich op dezelfde school. In Gross-Tinz in Schlesiën in Duitsland begonnen in de zomer van 1892, een aantal kinderen van een school over hun lichaam te trillen. acht tot twintig kinderen vertoonden in meer of mindere mate, ook een veranderd bewustzijn en amnesia ( geheel of gedeeltelijk verlies van geheugen). In een school in Gemnitz in Duitsland konden meisjes plotseling niet meer schrijven. Het begon met twee meisjes en in vier weken waren het er 21.
In 1985 roken enkele leerlingen van een school in Singapore een eigenaardige lucht. Het gevolg was dat een leraar en 65 leerlingen vrij plotseling begonnen te rillen en hoofdpijn en ademnood kregen. Artsen konden niets lichamelijks constateren, maar zagen dat de betroffenen geloofden dat het een aanval van terrorisme was, terwijl de kinderen die normaal bleven, daar niet in geloofden. Hetzelfde gebeurde in een school in Hong-Kong enkele jaren eerder, na oefeningen tegen eventueel terroristische aanslagen. Nadat enkele jongens een “mystery gas” meenden te ruiken, vertoonden even later 355 leerlingen van 6 tot14 jaar, abnormaal gedrag.
Voor meer informatie zie:
Robert Bartholomew et al.
From possessed nuns to chemical and biological terrorism fears,
The British Journal of Psychiatry 2002; 180 : 300-306
Voor de liefhebbers onder U zie: Google onder: mass sociogenic illness.
Borstvoeding
Als je vroeger als veearts naar de boeren ging kon je in merkwaardige situaties terecht komen. Zo kwam ik eens bij een boer op stal, waar een moeder haar baby aan het voeden was. De vrouw verschrok wellicht, door mijn binnenkomst en omdat de baby waarschijnlijk weinig trek had, riep ze tegen de baby: ¨ Mar gaauw, anders get den ome dör nog an”.
Wednesday, November 23, 2005
Links: Anthonius met varken en bel
Rechts: De bekoringen door de duivels van de heilige Anthonius, links onder een patiënt met Anthonius-vuur.( schilderij van Matthias Grünewald in Colmar)
Omdat er in de tiende en elfde eeuw zeer veel mensen in vooral Zuid-Frankrijk aan het Anthonius vuur leden, werd er een nieuwe orde van monniken gesticht, afkomstig van de Benedictijnen. Het waren aanvankelijk leken broeders, die van dorp naar dorp trokken met hun primitive instrumenten. Zij amputeerden de aangetaste ledenmaten en branden de zo ontstane wonden dicht, zodat de patiënten konden blijven leven. Als dat niet gebeurde, gingen ze immers aan het steeds verder gaande koudvuur van de ledenmaten dood. De orde werd opgericht in 1093 en de broeders werden Antonieten genoemd ( in het frans Antonins). Later werden er ook priesters lid van de orde, waaronder er in die tijd enkele uitblonken door hun kennis van geneeskunde en andere wetenschappen.
De orde werd opgericht in de Dauphiné in Zuid Frankrijk, door de edelman Gaston de la Valloire, wiens zoon aan het Anthonius-vuur geleden had en die, naar de mening van de edelman, op voorspraak van de heilige Anthonius genezen was. De heilige Anthonius (251-356), ook wel Anthonius de Egyptenaar genoemd, was een asceet die als kluizenaar leefde in de woestijn. Hij vastte streng en kastijdde zichzelf, zoals in die tijd ook bij Christenen te doen gebruikelijk was. Omdat bisschop Athanasius zijn leven in het Grieks beschreven had en deze geschriften bewaard gebleven zijn, was Anthonius de meest populaire heilige in de vroege en late Middeleeuwen. Hij was de patroon van alle denkbare ziektes en vanzelfsprekend ook van moederkoren vergiftiging (ergotisme). Ook is hij de stamvader van alle monniken-ordes.
De edelman Jocelin bracht de overblijfselen (relequien) van Anthonius uit Constantinopel mee naar Frankrijk, toen hij van de kruistocht terug kwam in 1070. De bisschop van Vienne had de broeders ( ook wel hospitaliers genoemd) in 1208 een kerk laten bouwen in het plaatsje wat nu St. Antoine l'Abbaye (en Isère) genoemd wordt. In 1227 werd de orde door de kerk goedgekeurd, als zijnde een orde die aan de regels van de heilige Benedictus voldeed. Paus Bonifacius VIII (1294-1303) gaf de broeders in 1297 toestemming, om op die plaats een abdij te bouwen en ook nu nog kan men deze bezoeken en het gereedschap zien, dat de broeders gebruikten tijdens hun zwerftochten, die zich over heel Europa tot in de Scandinavische landen toe uitstrekten. Ook de overblijfselen van Anthonius (of wat daar voor moet doorgaan), die de edelman Jocelin had meegebracht, worden in de kerk van de abdij in een grote sarcofaag bewaard.
Omdat de abdij op de bedevaart-route naar Santiago de Compostella lag, hadden de broeders het dak van de abdij rood geverfd, zodat de pelgrims konden zien dat ze daar terecht konden, als ze aan het Anthonius vuur leden. De paus had de broeders toestemming gegeven (dispensatie) om varkens in de steden en dorpen in de buurt vrij te laten rond lopen, zodat ze van de etensresten, die toen gewoon door de deur naar buiten werden gesmeten, konden eten. De varkens droegen een bel, zodat men kon zien dat ze van de broeders waren. Bovendien konden de rijke boeren een aflaat verdienen, als ze de broeders granen gaven, waarvan ze brood konden bakken. Vanzelfsprekend was dat geen rogge, want dan waren het geen rijke boeren geweest. Als nu de patiënten bij de broeders in het klooster kwamen kregen ze varkensvlees en bijvoorbeeld tarwe brood te eten. Bovendien werden de aangetaste ledematen gefatsoeneerd. Vanzelfsprekend had een en ander wonderbaarlijke genezing tot gevolg, dat geweten werd aan de voorspraak bij God van de heilige Anthonius, die naar de toenmalige opvattingen, boven in de hemel een potje kon breken. Het was dan ook niet verwonderlijk, dat er in relatief korte tijd 370 van deze klooster-hospitalen werden opgericht, waaronder bijvoorbeeld een in Maastricht. Ook in Den Bosch stonden de broeders in zeer hoog aanzien. In de Diepstraat was een hospitaal, een zogenaamd gasthuis door de broeders gebouwd.In 1686 werden de laatste bezittingen overgedragen aan de kerk en rentmeesters van de St. Jan. Straten als het Antoniusstraatje, Anthonie-brug en Bastion St. Antoine herinneren nog aan de broeders.
In 1676 ontdekte de Franse dokter Thaillier, dat moederkoren de verwekker van het Anthonius-vuur was, maar het duurde toch nog vele jaren, voordat dit algemeen aanvaard werd. In 1783 werd de orde van de Antonieten, ook wel Antonianen genoemd opgeheven, omdat ze niet langer hun heilzaam werk hoefden uit te oefenen. Ook nu nog wordt de heilige Anthonius afgebeeld met een varken en een bel aan zijn T-vormige staf, hoewel hij waarschijnlijk zelf nooit een varken of een bel onder zijn hoede heeft gehad.
Links: Watermolen Oploo.
Rechts: Windmolen van Oploo
Vroeger bezat de kerk meestal stukken grond. Namen als kerkeveld herinneren nog aan die tijd. Dit was ook het geval in Oploo. Omdat een stuk grond, dat van de kerk was, erg verwaarloosd was en vol onkruid stond, verpachtte de pastoor het stuk aan Sjefke, die het na veel werk netjes in orde bracht. Toen Sjefke op het stuk grond aan het werken was, kwam de pastoor langs en zei tegen Sjef: “Ik zie Sjef dat ge het land met Gods hulp prima in orde hebt gekregen”. Sjefke antwoordde: “Ge had ut us motte zien, toen-ie 't ègus nog alliën mos doen”.
Tuesday, November 22, 2005
Links: heksen verbranding.
Rechts: Paus Alexander IV
Afhankelijk van de hoeveelheid moederkoren die men binnenkreeg en de variëteit van de schimmelsoort kon het moederkoren ook psychedelisch werken. Het ergotamine is een chemische stof (alkaloïde) dat zeer nauw verwand is aan LSD en sommige andere psychedelica. het kan hallucinogeen werken, maar ook paranoïde, psychotische en hysterische symptomen, zoals die bij schizofrene patiënten voorkomen. Niet alleen afhankelijk van de ergotamine, maar ook de persoonlijke gevoeligheid speelt een rol. Kinderen en zwangere vrouwen zijn extra gevoelig en ook zijn vrouwen in het algemeen gevoeliger dan mannen.
Het is niet verwonderlijk, dat deze psychische verschijnselen veelvuldig voorkwamen in de tijden, waarin de verontreiniging met moederkoren van de rogge op de voorgrond trad. Vrouwen en vaak ook kinderen gingen zich raar gedragen en bewegen (St. Vitusdans) en spraken verward. Men dacht dat ze door de duivel bezeten waren en dat ze door andere mensen, die ook door de duivel bezeten waren als het ware werden besmet.
Toch werden deze mensen aanvankelijk door de overheid, die voornamelijk door de geestelijken werd bepaald, redelijk behandeld. Men trachtte de bezetenen met gebed en kruiden te genezen. Als ze het al te bond maakten, werden hen de sacramenten der stervenden (bedienen) geweigerd. Op het concilie van Ancyra in klein Azië werd in 314 besloten dat mensen die om raad gingen bij heksen en magiërs, vijf jaren in de gevangenis moesten. Paus Nicholas I verbood in 866 het martelen van mensen ook al waren ze van de duivel bezeten. Om zeker te weten of men van de duivel bezeten was werd men in het water gegooid en als men dan zonk was men bezeten. Hier werd echter sterk de hand mede gelicht en het resultaat was dat men het er meestal toch levend van af bracht.
Hierin kwam verandering toen paus Alexander IV (1254-1261), die een neef was van Gregorius IX (1227-1241), besloot dat ook zij, die van de duivel bezeten waren op de brandstapel thuis hoorden. Dit verbranden van heksen heeft geduurd tot laat in de zeventiende eeuw, en werd door paus JohannesXXII (1316-1334) en Benedictus XII (1334-1342) aangemoedigd.
In 1334 werden in Toulouse van de 63 heksen er 8 verbrand en kreeg de rest levenslang.
Van 1400 tot 1650 werden meer dan 200,000 vrouwen geëxecuteerd vanwege hekserij. In Würzburg werden van 1627 tot 1629, 157 in de verslagen genoemde personen verbrand. Meestal met vijf of zes tegelijk. Niemand werd ontzien en 14 vicarissen van de kathedraal op de brandstapel gezet. Ook de vrouw van de burgemeester, de apotheker met vrouw en kinderen, en vier meisjes van negen jaar behoorden tot de slachtoffers.
In Lille (Frankrijk) werd in 1639 een school met hekserij besmet. Het begon met een juffrouw die meende dat er duivels in de klas zweefden. Spoedig daarna begonnen ook de kinderen zich vreemd te gedragen. Men had al besloten om drastische maatregelen te nemen maar de ouders verzetten zich hevig en zeiden dat de kinderen wel behekst waren wellicht, maar dat het van de juffrouw kwam. De kinderen waren niet bedreigend volgens de ouders, zodra de juffrouw maar verdwenen was. De juffrouw wist zich te vermommen en ontvluchtte zo de brandstapel
Links: Gregorius IX (1227-1241
Rechts: zich zelf geselende Shiïet
De pest en het heilig vuur kwamen vaak gelijktijdig voor en men dacht dat het een straf van God was. Er werd veel gebeden en men hield godsdienstige processies om God om vergeving te vragen. Ook geselden men zichzelf om als het ware God te laten merken dat men zichzelf al strafte en hij derhalve niet langer boos hoefde te zijn. Het geselen was in die tijd heel gewoon en ook nu nog dragen veel paters ( Franciscanen) een koord met knopen om hun middel, dat oorspronkelijk bedoeld was om zichzelf te straffen. Bij de Mohammedaanse Shiïeten ziet men ook nu nog dat ze zichzelf geselen.
Omdat bidden en geselen niet hielpen kwam paus Gregorius IX (1227-1241) op de onzalige gedachte dat God wel eens boos zou kunnen zijn op de zogenaamde ketters, die andere meningen er op na hielden over het Christendom dan de paus zelf. Hij benoemde daarom in 1231 de paters Dominicanen als inquisiteurs en zij moesten ketters bestraffen met de doodstraf, die meestal op de brandstapel eindigde. De Paters Dominicanen werden daarom wel de “canes Domini” genoemd of de honden van God.
Links: De ratten vlo (Xenopsylla cheopsis)
Rechts: De zwarte rat (rattus-rattus)
Het telen van rogge kwam pas sinds de vijfde eeuw langzaam op gang. In de negende eeuw werd het in Europa veel gezaaid, omdat het een gewas is dat ook op arme zandgrond redelijk goed groeit. Rogge is daarom in de vroege en late Middeleeuwen het volksvoedsel bij uitstek voor arme mensen in de vorm van roggebrood. Het eerste geval van moederkoren vergiftiging, dat in de geschiedenis vermeld wordt is van 857 in het Rijnland. Het werd heilige vuur genoemd, omdat het een brandend gevoel in de extremiteiten veroorzaakt. Heilig werd het genoemd omdat men er van overtuigd was dat het een straf van God was. Vanaf de tiende eeuw werd veel meer gebruik gemaakt van het schrift en er is daarom sinds die tijd veel meer bekend over voorkomen en de gevolgen van moederkoren. Zo denkt men dat de snelle verovering van de kusten van Frankrijk, door de Noormannen (Vikings), voor een deel te wijten is aan het feit dat de Franken die veel langs de kusten woonden en waar rogge brood het voornaamste energie leverende voedsel was, soms decennia lang aan het heilige vuur leden. Het was dan niet zo dat iedereen het heilige vuur kreeg, maar iedereen ondervond wel min of meer de weerstand verminderende werking van het moederkoren bevattende roggebrood. De Noormannen aten geen roggebrood omdat het voor hen een vreemd voedsel was, dat zij van huis uit niet kenden.
Ook de pest uitbraken in de vroege Middeleeuwen kwamen meestal voor in perioden, waarin het klimaat gunstig was voor moederkoren. Vooral de zwarte ratten (Rattus rattus), oorspronkelijk afkomstig uit Azië, zijn zeer gevoelig voor moederkoren vergiftiging, en aten resten van roggebrood in die streken waar dat het volksvoedsel was. De ratten stierven en de rattenvlooien (Xenopsyla cheopsis) verhuisden dan uit nood naar de mensen. Deze zwarte ratten zijn vaak dragers van de Yersinia pestis, de bacterie die de builenpest veroorzaakt. Als de vlooien de mensen staken, enten zij als het ware de mens met de pestbacil, omdat zij besmet bloed van de ratten op de mens overbrachten. Temeer omdat het moederkoren ook in geringe dosering al bij de mens weerstandsverminderend werkt, waren de gevolgen vaak catastrofaal. Van 1350 tot 1650 stierven tientallen miljoenen mensen in Europa aan de pest. In de zeventiende eeuw werd de zwarte rat door de bruine rat (Rattus norvegicus) verdrongen. De bruine rat is waarschijnlijk minder gevoelig voor de pest-bacterie en bovendien namen vanaf die tijd hygiënische maatregelen steeds meer toe. Waarschijnlijk nam er door betere grondbewerking de besmetting van rogge door moederkoren sinds die tijd af.
Pest en heilig vuur kwamen vaak gelijktijdig voor en omdat bij moederkoren vergiftiging ook vaak builen op de huid ontstonden werden de ziektes wel met elkaar verward. Vooral in de tiende eeuw kwam moederkoren vergiftiging veel voor in Europa. In 922, 944 en 1129 heerste het heilig vuur, ook wel Anthonius vuur genoemd, over grote delen van Europa. Vooral in het departement van Sologne was de ziekte catastrofaal en men noemt de ziekte dan ook wel maladie de Sologne. In 944 stierven alleen in Zuid Frankrijk 40,000 mensen aan de ziekte. De Latijnse benaming in die tijd was “morbus miserabilis et terribilis”. In 1736 was het Anthonius vuur nog endemisch rond Hannover.
Sunday, November 20, 2005
about heroin: You can get it out of your body, but you never can get it out of your brains
Saturday, November 19, 2005
bij het aantreffen van een lijk.
De veldwachter zat onder het raadhuis koffie te drinken met een soort van stage loper, toen er een jongetje kwam binnenlopen, die zei: “kom eens gauw want bij de zusters voor het klooster ligt een dode man”. De stage loper en de veldwachter sprongen op de fiets en reden naar het klooster. Daar aangekomen sprak de veldwachter tegen de stage loper: “vat ow buukske en schrieft op”.
Nu hadden de zusterskloosters in die tijd vaak moeilijke, Latijnse namen en het klooster heette toen nog zusters van Maria Immaculata Conceptionis. Hoe schrievde dè ? zei de stage loper. De veldwachter dacht diep na en zei tenslotte: “vat hum us mi de biën, dan legge we hum vör het postkantoeër.
Friday, November 11, 2005
De zwarte pitjes
(sclerotium) zijn het moederkoren.
Rechts: Bij het rund worden ook de extremiteiten aangetast. De klauwen, de staart en de oren vallen tenslotte af.
MOEDERKOREN ( secale cornutum)
Moederkoren ook wel moederkoorn genoemd is een schimmel (ascomyceten) die groeit op aren van grassoorten. De wetenschappelijke naam is secale cornutum, maar vaak wordt ook de naam claviceps purpurea gebruikt. Vooral rogge is een voorkeursplaats van de schimmel. Vooral in vochtige zomers kwam het vroeger vaak voor, met name als de aarde waarop de rogge groeide niet werd omgeploegd van te voren. De schimmel doet zich voor als een zwart korreltje dat inde plaats van een rogge korrel zit. Dit zwarte korreltje noemt men sclerotium.
Tegenwoordig komt het als geneesmiddel weer in de belangstelling, omdat uit een onderzoek blijkt dat het in de juiste dosering toegepast wel eens gunstig bij de ziekte van Parkinson zou kunnen werken. Als geneesmiddel is het al zeer lang in gebruik bij migraine. Migraine wordt vaak veroorzaakt door dat de hersen bloedvaten iets te veel ontspannen. Het zijn nu juist de extracten van moederkoren die contractie van de bloedvaten veroorzaken. Daarom wordt het ook gebruikt zowel bij de mens als bij het dier, om na de geboorte een betere contractie van de baarmoeder te verkrijgen. Als de capillairen van de baarmoeder contraheren wordt meestal de nageboorte afgedreven. Al sinds de achttiende eeuw is het moederkoren als contractie middel van de bloedvaten (vasoconstrictor) bekend. De werking van moederkoren is wel te vergelijken met thalomidine (Softenon) dat de capillairen van de vrucht doet samentrekken en zo de ontwikkeling van extremiteiten verhindert. Daarom wordt thalomidine tegenwoordig ook gebruikt bij bepaalde gevallen van kanker. Kanker gezwellen breiden zich uit met behulp van kleine bloedvaatjes, die de tumoren van de nodige voedingsstoffen en zuurstof voorzien. Omdat thalomidine en moederkoren juist de ontwikkeling van de bloedvaatjes tegen gaan, kan de groei van het kanker-weefsel vertraagd worden.
Moederkoren wordt zowel in het Frans als in het Engels Ergot genoemd en bevat een aantal alkaloïden, waarvan ergotamine een van de voornaamste is. Moederkoren kan behalve bloedvat vernauwend, ook hallucinogeen werken. Afhankelijk van de hoeveelheid, die men meestal samen met het rogge-brood binnen krijgt, het gehalte aan ergotamine en de andere alkaloïden en de variëteit van de schimmel-soort werkt het moederkoren verschillend. Het kan uitsluitend bloedvat vernauwend werken en verlies van extremiteiten zal tenslotte het gevolg zijn. (gangreneus ergotisme). Ook kan de uitwerking puur psychisch zijn en hallucinaties, motorische storingen (St. Vitus dans), hysterie en karakter-verandering kunnen het gevolg zijn (convulsive ergotism). Een variëteit, claviceps paspali genoemd, werkt vooral op het zenuwstelsel. Als men zich een en ander, ook in de late Middeleeuwen had gerealiseerd, had veel narigheid voorkomen kunnen worden.
De geneeskundige werking van moederkoren hangt dus behalve van de dosering ook van de variëteit af. Daarom zij er ook nu nog plaatsen in Polen, Duitsland en Zwitserland waar bepaalde soorten geteeld worden, om als geneesmiddel te kunnen worden toegepast.
Afhankelijk van de hoeveelheid, duur en de samenstelling van de alcaloïden, die het moederkoren bevatten, kan het hallucinogeen werken (convulsive ergotism). Men kan het vergelijken met de verschijnselen van paranoia, die men bij schizofrene patiënten ziet. Het ergotamine is zeer nauw chemisch verwand aan het methyleen-dioxymethamphetamine ( MDMA) dat vaak XTC genoemd wordt, vanwege de klank ecstasy=extase. Ook LSD (lyserginezuurdiëthylamide) is nauw aan ergotamine verwand. De eerste LSD pillen werden door Hoffmann (van Hoffmann la Roche) van ergotamine gemaakt. Indien op de juiste wijze toegepast werkt het oppeppend, met een bewustzijns veranderend effect. De waarneming wordt intenser en het veroorzaakt een gevoel van verbondenheid met de mensen in je omgeving. Men kan ook een zogenaamde “bad trip” ervan krijgen en wat men in de late Middeleeuwen “bewitched” noemde noemt men nu vaak “stoned”.
In hogere doseringen kan ergotamine zeer gevaarlijk zijn. Een hoeveelheid van 5 tot 10 gram is dodelijk. Meestal zal men niet zoveel opnemen, maar in mindere mate kan het toch de contractie van bloedvaten veroorzaken en dat uit zich het eerst in de extremiteiten. Vingers en tenen krijgen onvoldoende bloedtoevoer en sterven tenslotte af. De necrose gaat dan verder totdat er uiteindelijk slecht een romp zonder armen en been overblijft. Meestal zal de patiënt al veel eerder aan secundaire infecties overleden zijn.
Tuesday, November 08, 2005
Op een morgen dat de veldwachter koffie zat te drinken onder in het gemeente-huis kwam een jongetje haastig binnen gerend en riep tegen de veldwachter: "Kom toch eens gauw, want onze vader en ons moeder slaan mekaar de koppen kapot". Van wie bende gij d'r eene zei de veldwachter? "Ja dor get 't nou net um", antwoordde het jongetje.
Als men vroeger patiënten met suikerziekte met insuline wilde behandelen, dan gebruikte men insuline, die men uit slacht-varkens haalde. Tegenwoordig maakt men dergelijke stoffen, zoals insuline en groeihormoon enz. met behulp van bacteriën.
Men maakt gebruik van zogenaamde restrictie enzymen. Deze restrictie enzymen haalt men uit allerlei verschillende bacteriën. De restrictie enzymen werken zeer specifiek en breken het DNA molecuul op een bepaalde plaats, afhankelijk van de volgorde van de base-paren. (zie blogdagboek 25 augustus). Als men nu, bijvoorbeeld insuline door bacteriën wil laten maken, gebruikt men een bepaald restrictie-enzym dat het gen, dat de blauwdruk voor insuline bevat, uit het DNA molecuul van de mens knipt. Zo zijn er ongeveer 400 verschillende restrictie enzymen. Bacteriën hebben geen kernen, waarin de chromosomen met het DNA zitten, maar het DNA van een bacterie zit in een cirkel-vormig molecuul, dat een plasmide genoemd wordt. Als men nu hetzelfde restrictie enzym bij de bacterie gebruikt, knipt het in de plasmide als het ware het spiegelbeeld van de open geknipte plaats van het humane DNA, waaruit men het gen voor insuline geknipt heeft. Het humane insuline gen zal met behulp van het enzym ligase, gemakkelijk in de open geknipte plaats gaan zitten omdat de uiteinden van het plasmide hetzelfde zijn als de uiteinden van het opengeknipte humane DNA, waaruit het afkomstig is. Men noemt de zo ontstane uiteinden van de plasmide dan ook “sticky ends”. Men heeft nu zo een recombinant plasmide verkregen, dat de blauwdruk draagt van het menselijke insuline. Als men nu wil weten of een en ander gelukt is “plakt” men aan het insuline gen een gen dat de bacterie ongevoelig maakt voor penicilline. Als men de bacterie gaat kweken gebruikt men voedingsbodems waaraan penicilline is toegevoegd. Alleen de penicilline resistente bacteriën zullen groeien, maar dat zijn ook de bacteriën, die het gen van insuline hebben. Als deze bacteriën gaan groeien maken ze het humane insuline, waarvan de blauwdruk immers in hun genetische code, het plasmide is terecht gekomen. Als je hier klikt zie je als je op play klikt de bewegende beelden. Als retrictie enzym is EcoR1, afkomstig van E coli bacterie gebruikt.
Sunday, November 06, 2005
Robert Lanza (Advanced Cell Technology)
Rechts: Professor William Hurlbut Stanford U.N.
Ethische opvattingen zijn nog steeds een grote hinderpaal voor het verder ontwikkelen van therapeutisch klonen. De bezwaren komen vooral, uit de zich “Evangelists” noemende Amerikanen. Ook in Europa, behalve in Engeland, ondervindt men vele ethische bezwaren tegen het therapeutisch klonen. Hierbij gaat men van de veronderstelling uit dat zodra bevruchting van de eicel heeft plaats gehad, een menselijk individu is ontstaan. Men heeft nu eenmaal een bevruchte eicel nodig, die na één week zover gegroeid is, dat men er multipotente stamcellen uit kan halen, die men verder kan laten groeien tot allerlei weefsels. Meestal worden bevruchte eicellen gebruikt, die overblijven na bijvoorbeeld in-vitro fertilisatie. Er wordt ijverig gezocht, om oplossingen voor dit "ethische probleem" te vinden.
In het wetenschappelijke tijdschrift Science van 21 oktober worden twee manieren gepubliceerd, die wellicht een oplossing zouden kunnen zijn.
De eerste methode wordt “altered nuclear transfer” (ANT) genoemd. Rudolf Jaenisch en medewerkers van het Massachusetts institute of Technology verwijderden een gen dat Cdx2 genoemd wordt, uit de somatische cel-kern die vervolgens in een van de kern ontdane eicel wordt geplaatst. Het Cdx2 gen is nodig om de vruchtvliezen te laten ontstaan. een dergelijk bevruchte eicel kan zonder vrucht-vliezen niet uitgroeien tot een baby. Men kan wel na een week de multi-potente stamcellen er uit halen en verder ontwikkelen. Bij muizen zijn zij er in geslaagd deze werkwijze te doen slagen.
Robert Lanza en zijn collega's van “Advanced Cell Technology", een biotechnische firma in Worchester, Massachusettes, namen uit een enkele dagen oude bevruchte muizen-eicel, één cel uit de inner cellmass en lieten die uitgroeien tot een stam-cellijn. de overblijvende bevruchte eicel, kan gewoon uitgroeien tot een embryo. Deze methode wordt ook gevolgd als men van het embryo wil weten, of er een bepaald erfelijk gebrek te verwachten is. Omdat men door super-ovulatie, die men met een hormonen-spuit verkregen heeft, meerdere embryo's krijgt kan men er één uitkiezen dat vrij is van het gen dat de erfelijke eigenschap veroorzaakt. Dit embryo wordt dan terug geplaatst in de baarmoeder.
Nu is het maar te hopen, dat dat een aantal ethische bezwaren kan opheffen.
William Hurlbut een medicus en ethicus van “Stanford university”is een voorstander van de eerst genoemde ANT methode. Hij is lid van de commissie die president Bush op gebied van ethische kwesties bijstaat. Hij huldigt de opvatting dat een embryo, dat het Cdx2 gen mist geen aanspraak kan maken op de term “living organism”.
De proeven zijn gedaan met muizen en aangetoond zal eerst moeten worden dat het ook bij de mens zonder schade kan gedaan worden.
Saturday, November 05, 2005
MRSA
Grafiek links: toename MRSA bacterie in ziekenhuizen in Ontario, Canada.
In het dagboek is op 12 september beschreven hoe bacteriën resistent worden tegen antibiotica. De bekendste is de zogenaamde MRSA bacterie. Voor de resistentie is een RNA molecuul verantwoordelijk dat door natuurlijke selectie ontstaat. De genen die het molecuul vormen verspringen net zolang tot ze de juiste volgorde hebben om resistentie eigenschappen te krijgen tegen het antibioticum. Bacteriën hebben geen kernen maar het DNA en RNA bestaat uit kleine ringetjes, die plasmiden genoemd worden. Het is al lang bekend dat deze plasmiden of gedeeltes er van gemakkelijk overspringen op ander bacteriën zelfs van andere soorten. Ook is bekend dat er een natuurlijk mechanisme bestaat waarbij er soms twee van de zelfde plasmide stukjes in één bacterie voorkomen. het gevolg is dan dat ze als het ware aan elkaar plakken ( zie het voorbeeld van de speculaas-plank met de speculaas-pop op 12 september). Dit verschijnsel wordt plasmide incompatibility genoemd.
Tijdens de meeting van “the American Chemical Society” in Washington van September van dit jaar werd een nieuwe methode bekend gemaakt, waarbij het mogelijk is om met bepaalde kleine moleculen die tot de glycopeptiden behoren, eenzelfde effect te bewerkstelligen. De glycopeptiden hechten zich aan de plasmiden deeltjes, die de blauwdruk van de resistentie dragen. Het gevolg is dat als de bacteriën zich gaan delen, het betreffende plasmide zich niet kan delen en dus niet aan de volgende generatie kan worden meegegeven. Deze nieuwe generatie bacteriën is daarom weer gevoelig voor het betreffende antibioticum (of antibiotica in het geval van multiresistentie).
230th American Chemical Association meeting
Washington DC 28 aug—1 sept.
zwaar ongeluk
Dat de anatomie van de lendenwervels vaak problemen geeft, blijkt uit het volgende verhaaltje. In Helmond was op een gegeven moment een zwaar ongeluk gebeurd. De ambulance-wagen kwam aangereden en stopte bij een man die in de berm lag en luid klagend riep: “minne rug, minne rug”. De chauffeur draaide het raampje omlaag en zei: “dan bliede gai mer ligge, anders kan ik half Helmund wel oplaaie”.
De lenden-wervels zijn gebogen (lumbar vertebrae) waardoor de uittredende zenuwen snel in de verdrukking kunnen komen.
In Science van 22 juli van dit jaar wordt er op gewezen dat de wetenschappelijke wereld slecht reageert op de mensen, die het idee van intelligent design versus evolution propageren. De schrijver wijst er op dat er door de evolutie vaak fouten ontstaan, die je van een intelligent designer niet zou verwachten. Zo zegt hij dat zelfs een eerste jaars technisch student de rug van de mens anders zou maken dan hij nu anatomisch in elkaar zit. De buiging in de lendenen die de mens instaat stelt om rechtop te lopen, is vaak aanleiding voor veel problemen. Het bekken is hieraan niet optimaal aangepast, omdat het er in principe nog voor-over leunt en aangepast aan primaten die nog op hun handen leunen, als ze lopen. ( your pelvis slants forward for knuckle-dragging like our near relatives).
Ook de verstandskiezen, die bij onze primaat voorouders zinvol waren zijn bij de mens een nadeel geworden, omdat onze kaken tijdens de evolutie nu eenmaal kleiner geworden zijn en er voor deze verstandskiezen vaak geen plaats meer is.
Ook de drainage van de voorhoofd-holtes zou een loodgieter aan het lachen maken.
Evolutionair gezien zijn deze dingen echter wel verklaarbaar, Het rechtop lopen van de mens gebeurde evolutionair gezien nog al haastig en hetzelfde geldt voor het korter worden van onze kaken. Door de groei ven de hersenen kwam de schedel min of meer in de verdrukking met gevolgen voor de drainage vaan de voorhoofd-holtes. Het is maar wat je prefereert, de evolutie of het intelligent design. In het laatste geval zou je dan van “Incompetent design” moeten spreken volgens de schrijver. In de discussie met aanhangers van I.D. wordt dan door hen vaak gesteld dat God's wegen niet te doorgronden zijn. Dat is juist volgens de schrijver en daarom vindt hij dat het begrip intelligent designer thuis hoort in de godsdienst les en niet in de biologie les.
Donald U. Wise
“Intelligent design” versus Evolution.
Science 22 July 2005; vol. 309
Tuesday, November 01, 2005
Links: MRIJ koeien
Rechts: voederwagen van Hendrix UTD
Ik zei: zou Jan wel genoeg voeren? Het was even stil en toen zei Miet: "Ja, ierlek gezet onder ons, Jan is enne godse zeikert".
Links: sick horse
Rechts: de veearts met de vrouw van de boer
Vroeger in de vijftiger jaren hadden weinig mensen een telefoon. Als er 's nachts een spoedgeval was, kwam men met de fiets naar ons huis, aan de Deurneseweg gefietst en belde men aan. Op een nacht kwam er een boer, die een paard met koliek had. Hanny keek uit het raam van de slaapkamer en nam de boodschap in ontvangst. Omdat ze mij wilde sparen omdat ik er vaak 's nachts uit moest, vroeg ze aan de boer, of hij al eens met het paard een eindje gewandeld had en of hij al geprobeerd had met warme doeken om de buik van het paard te draaien. De boer werd echter ongeduldig en antwoordde: “Ik weet nie nève wie dè ge slopt, mar as 't toevallig de veearts is, kunde dan nie efkes vroage of hij kumt”.
Links: diazepam
Rechts: zware hond
Als ik soms 's avonds te lang en intensief aan de PC gewerkt heb kan ik niet snel de slaap vatten. Ik pak dan wel eens een diazepammetje om beter te kunnen slapen. Omdat ik nog steeds apotheek houdend dierenarts ben, bestel ik die dan bij de veterinaire groothandel. De laatste keer, dat ik bestelde vroeg de juffrouw aan de andere kant van de lijn: hoe zwaar weegt de hond waar U het voor nodig hebt? Ik antwoordde : ongeveer 85 kilogram. Dat is nog al zwaar voor een hond zei de juffrouw. Ja, maar wat veel erger is, zei ik, hij is ook nog 80 jaar oud.