Monday, February 28, 2011

 

Joep van 't Hek



Links: Joep van het Hek
Rechts: Afshin Ellian.














Joep van 't Hek ging wel heel ver tijdens zijn conference op 26 februari op televisie. Toen hij vertelde dat mijnheer pastoor nog heel wat te likken zou hebben gehad aan Arie Boomsma, die hij voor een getatoeëerde homo versleet. Dat hij een hekel aan homo's heeft, die hij consequent nichten noemt, is wel bekend. Hij vond het nu kennelijk nodig om ook de katholieken die hij viespeuken noemde ook eens een beurt te geven. Ze zouden volgens hem Jezus nog gepijpt hebben. daarom was hij ook aan een kruis genageld vond hij. En dan te bedenken dat Joep een hekel heeft aan Wilders omdat hij de moslims beledigt. Om met professor Smalhout te spreken: het was een gênant orgasme van lafheid, karakterloosheid en onbenul.

Joep zal denken waarom moeilijk doen als het makkelijk kan. Het is inderdaad makkelijker Christenen te beledigen dan moslims. dat laatste laat Joep wel uit zijn hoofd. Hij zou dan in het vervolg ook met een kogelvrij vest en vier bewakers naar zijn conferences moeten gaan, en daar heeft Joep kennelijk geen zin in.

En dan te bedenken dat het dagblad NRC geen columns meer wenst van de hoogleraar Afshin Ellian, die als weinig anderen de ellende van de islam heeft ondervonden. Zijn kritische vrijheidsstem over de islam staat de redactie niet aan. Joep mag wel doorgaan met wekelijks zijn modderspuit in het dagblad te hanteren als hij dat wil.

Kun je je voorstellen dat ik spijt heb dat ik twee weken geleden mijn jaarabonnement betaald heb op het NRC.

Friday, February 25, 2011

 

Darwinistische evolutie


Links:Negroïde kenmerken. Kroeshaar is zeer geschikt om warmte te geleiden. In de tropen was dat belangrijk.
Rechts: Mongoloïde kanmerken


In het NRC van 21 juni 2008 staat een interview met professor Dr. Jaap Dronkers. Hij meent dat godsdienst met name de islam remmend werken op de schoolprestaties van de kinderen.

Dat is merkwaardig als men naar de joden in Amerika kijkt. In Amerika wonen ongeveer 6,4 miljoen joden ( 2,1 % van de totale bevolking). 4,3 miljoen Amerikaanse joden belijden hun godsdienst, waarvan 80 % actief. Een groot deel van de joden in Amerika zijn zogenaamde ashkenazische joden. Zij komen oorspronkelijk uit Oost Europa waar ze eeuwen lang zwaar gediscrimineerd werden. Tot 1950 werden de joden ook in Amerika gediscrimineerd. Zo bestond er voor studenten aan elite universiteiten een “quota system”. Dit in tegenstelling met de Afro-Americans die positief gediscrimineerd werden ( affirmative action), en die met lagere punten van de middelbare school toch toegelaten werden op de universiteiten.

Tot 1945 werden nauwelijks joodse professoren aan de universiteiten toegelaten. Tegenwoordig zijn er vele joodse professoren en Lawrence Summers ( vroeger Samuelson genaamd) was president van de Harvard universiteit van 2001 tot 2006. Hij is tevens adviseur van president Obama.

Van de Amerikaanse Nobel prijs winners zijn 37% van joodse afkomst. Dat is 19 maal het percentage van de joden in Amerika.

Het lijkt er op dat andere oorzaken dan godsdienst invloed hebben op de cognitieve eigenschappen van verschillende populaties. Alle volken op de wereld zijn afkomstig van de homo Sapiëns die ongeveer 50 duizend jaren geleden, uit Afrika komend, de wereld ging bevolken. Als hij ongeveer op dezelfde klimatologische plaats terecht kwam als waar hij vandaan kwam, hoefde hij zich weinig aan te passen. De Papoea's en Aborigines zijn hiervan een voorbeeld. Als men wil weten hoe de Homo Sapiens er uit heeft gezien kan men wellicht het beste bij hen gaan kijken. De primitieve stenen werktuigen van de Papoea's zijn nog hetzelfde als die van de Cro-magnon mens, ongeveer 30.000 duizend jaren geleden.

Hoe verder de Homo sapiens naar het Noorden trok hoe meer hij zich moest conformeren aan het klimaat. Strenge winters en hete zomers noodzaakten hem om zich aan te passen. Hij moest plannen maken voor de komende winter. Voedsel bewaren, een goed geïsoleerd onderkomen zoeken, beschermende kleding maken, trouw en zorgzaam zijn voor zijn vrouw en kinderen, waren belangrijk. Saamhorigheidsgevoel, sociale vaardigheden en vele andere meer cognitieve zaken waren nodig om te overleven.

Tegenwoordig kan met behulp van gespecialiseerd MRI onderzoek, dat vooral gedaan is door onderzoekers van de universiteit van Irvin, college of medicine in California nauwkeurig vaststellen hoe de hersenen er uitzien. Zij vonden een constante en substantiële correlatie tussen de grijze massa, die in de frontale hersenschors gelegen is en bijvoorbeeld I.Q.en general intelligence. Deze eigenschappen worden daarom vooral bepaald door de prefrontale hersenschors. De frontale hersenschors is sterk genetisch bepaald en daarom evolutionair gevoelig voor natuurlijke selectie.

De cognitief besten zullen het gewonnen hebben en zich het beste hebben voortgeplant, ( The survival of the fittist). Het is wellicht daarom dat het relatief gewicht van de prefrontale hersenschors bij blanken groter is dan dat van negroide mensen. Het relatief gewicht van de prefrontale hersenschors bij niet tropische Aziaten is daarentegen weer wat groter dan dat van blanken.

Australische onderzoekers konden aantonen dat de temporale en pariëtale hersenschors, die verantwoordelijk is voor ruimtelijk geheugen en reukinterpretatie, bij Aborigines in verhouding groter was dan bij blanken. Dit ging ten koste van het prefrontale deel van de hersenschors. De Australische overheid verbood publicatie van die gegevens.

(Racial and sexual differences, 16-02-03 on line: About.com, a part of the New York Times compagnie)

Zo zijn door natuurlijke selectie een aantal cognitieve eigenschappen die gunstig waren om in een bar klimaat te kunnen overleven en die vooral met het frontale deel van de hersenen te maken hebben, in de aanleg van de mens terecht gekomen. Deze ontwikkeling ging ten koste van andere hersenschors delen. Bij negroïde mensen zijn pariëtale hersenkwab en cerebellum (kleine hersenen) weer beter ontwikkeld. Zij zijn verantwoordelijk voor “physical coordination” die vooral bij sport een rol spelen.

Het beste kan men verschillen bestuderen bij bij de verschillende bevolkingsgroepen in Amerika. Men kan de populaties in Amerika onderscheiden naar hun afkomst. Er zijn blanken die Caucasians genoemd worden. Dan zijn er de Afro-Americans ( de zwarten) de Asiens ( hoofdzakelijk bestaande uit niet tropische Aziaten) en de Latino's of Hispanics ( Midellandse zee volken) Afhankelijk van de invloed die zomer en winter op deze populaties heeft uitgeoefend komen zij gemiddeld beter voor de dag in intelligentie testen zoals I.Q. , Schoolprestaties en toelating examens voor hogere beroepsopleiding of voor het leger.

De joden scoren gemiddeld het hoogst in I.Q. met 113, de oost Aziaten 106, de blanken 103, de Latijns Amerikanen 89 en de Afro-Americans 85. Vergelijkend onderzoek heeft aangetoond dat over de laatste honderd jaren het gemiddelde I.Q. Tussen blanken in Australië, Canada, Europa, Nieuw zeeland, Zuid Afrika en Amerika op ongeveer dezelfde wijze verschilt van de gemiddelde I.Q.'s van populaties uit het sub-Sahara deel van Afrika. Men moet zich realiseren dat het gemiddelden zijn en dat de verschillen tussen individuen van een ras groter zijn dan die tussen de populaties. William Saletan, een in Amerika bekende columnist stelt dan ook dat: Anyone who presumes to rate Your I.Q. based on the color of your skin is probably dumber than you are.

Nu zijn I.Q. en andere dergelijke testen op zichzelf natuurlijk geen bewijzen voor intelligentie. Met een aantal andere zaken geven zij tezamen wel een beeld van wat de general intelligence (g) wordt genoemd. Zo zijn geld verdienen, diploma's halen, minder verblijf dan gemiddeld in de gevangenis en algemene gezondheidstoestand nauw gecorreleerd aan de general intelligence.

Amerika is over het algemeen een streng Christelijke natie en men is daarom van mening dat God de mens naar zijn beeld en gelijkenis geschapen heeft. Dat betekent dat ze allemaal gelijk zijn en men mag niet veronderstellen dat er bijvoorbeeld verschil in intelligentie tussen verschillende bevolkingsgroepen zou kunnen bestaan. Toen de beroemde James Watson, die samen met Francis Crick in 1953 het DNA ontdekte, in 2007 iets in die richting durfde te veronderstellen werd hij op slag van zijn hoge functie ontheven en op straat gezet. Ook de meer linkse liberals (democraten) en links georiënteerde mensen in Europa houden niet van dergelijke veronderstellingen.

In bepaalde staten van Amerika is het nu nog verboden om in het onderwijs over de evolutie te praten. Men houdt zich aan de opvatting van de zogenaamde creationisten. Zij weten zeker dat God de wereld geschapen heeft en de mens naar zijn beeld en gelijkenis geschapen heeft. Toen in 1925 John Scopes een “high school teacher” in Tennessee aan de leerlingen iets over Darwin vertelde en over zijn boek The Origin of species werd hij tot 500 dollar veroordeeld.

Evolutie zorgt er voor dat door natuurlijke selectie zowel lichamelijke als cognitieve eigenschappen tenslotte in het genoom van mens en dier terecht komen. Deze natuur- wetenschappelijke theorie verklaart hoe verschillen in zowel lichamelijke als cognitieve eigenschappen op de duur evolutionair ontstaan. Een samenleving die bang is om waarheden te leren en zich vastklemt aan dogma's is is uiteindelijk een zieke maatschappij. ( Al Fin blogs )

Van groot belang is het om meer te weten te komen van wat executive function genoemd wordt. Men verstaat daar onder een verzameling cognitieve functies zoals planning, cognitieve flexibiliteit, abstract denken, taalvaardigheid, gepaste acties ondernemen en leren van ervaring.

Executive function is nauw gecorreleerd aan de ontwikkeling van de pre-frontale hersenkwabben, die voor meer dan 50 % genetisch bepaald is. William Saletan stelt: “nature isn't stupid. If Africans, Asians and Europeans evolved different genes, the reason is that respective genes were suited to their respective enviroments”.

Gedrag en intelligentie zijn het gevolg van een interactie van aanleg en milieu. Daarom is iedereen een uniek persoon, die gevormd wordt door overgeërfd genetisch materiaal in de hersenen dat beïnvloed is door de omstandigheden. De opvatting dat iedereen met gelijke kansen geboren wordt is daarom onjuist. Iedereen heeft een unieke set genetisch materiaal die er voor zorgt dat allerlei zowel lichamelijke als cognitieve impressies op eigen wijze worden geïnterpreteerd. Deze invloed kan zelfs in de baarmoeder al zijn invloed op de vrucht uitoefenen.


Saturday, February 19, 2011

 

De ziekte van Alzheimer


Alois Alzheimer (1864-1915)


Op 12 februari werd een artikeltje in dit blogboek geweid aan dementeren.

Toevallig zie ik nu dat er op 9 februari ook een artikel over Alzheimer on line is van medscape family medicine. Er wordt op gewezen dat ongeveer 60 tot 80 procent van dementie te wijten is aan de ziekte van Alzheimer. In Amerika lijden 5 tot 8 % mensen van 65 tot 75 jaar aan Alzheimer disease ( AD). Van 75 tot 85 is dat 15-20 % en boven 85 is dat zelfs 25-50 % .

In totaal zijn ongeveer 5,3 miljoen Amerikanen lijdende aan AD. Komende decennia wordt verwacht dat door het ouder worden van de baby-bomers er waarschijnlijk 10 miljoen Alzheimer patiënten bij zullen komen. Men verwacht dat er in 2050 11 tot 16 miljoen AD gevallen in Amerika zullen zijn. De kosten die daarmee gepaard gaan worden in 2010 op 172 miljard dollar geschat en in 2050 op 1,08 triljoen.

De juiste oorzaak van AD is niet bekend. Wel weet men dat er in de hersenen zogenaamde plaque ontstaat die bestaat uit vetachtige eiwitten die bèta amyloid genoemd worden en die er voor zorgen dat bepaalde zenuw-uitlopers gaan klitten met alle gevolgen van dien. Het geleiden van impulsen door de uitlopers van de zenuwcellen wordt bemoeilijkt met als gevolg dat kennis (verstand) en herinnering achteruit gaan. Dit is vooral het geval als de misvormingen in de voor-hersenen (frontale lobben) plaats vinden, omdat daar de cognitieve capaciteiten gevestigd zijn.

Acetyl-choline is een stof die nodig is voor het normaal functioneren van de hersenen. Vooral voor herinneren is het nodig dat er voldoende van deze stof aanwezig is. De stof cholesterinase zorgt ervoor dat het acetyl-choline wordt afgebroken. Door nu cholesterinase-inhibitors bijvoorbeeld via pleisters toe te dienen probeert men de afbraak van het acetyl-choline te vertragen.

Een zekere diagnose dat men met alleen maar Alzheimer te doen heeft kan alleen post-mortem door pathalogisch sectie onderzoek bepaald worden. Vaak zal men van doen hebben met Alzheimer die gepaard gaat met andere aandoeningen zoals slijtage van de bloedvaten of andere beschadigingen van de hersenen door TIA's of hersens-infarcten bijvoorbeeld.

Om de diagnose AD te kunnen stellen moeten de symptomen die de patiënt vertoont voldoen aan de criteria die hiervoor gesteld worden door het “diagnostic and statistical menual of mental disorders” kortweg DSM-IV genoemd.

De herinnering van de patiënt moet gestoord zijn en verder minstens één van de volgende verschijnselen. Moeilijk uit de woorden kunnen komen, sommige dingen niet meer kunnen doen die vroeger gewoon gedaan werden, (apraxia), bepaalde bewegingen niet meer kunnen doen, bepaalde objecten of personen niet herkennen en de volgorde bij bepaalde handelingen zoals eten bereiden enz. niet normaal meer kunnen uitvoeren.

De tijdsduur van de ziekte is 3 tot 9 jaren. Vooral in het begin ziet men soms neuro-psychiatrische symptomen zoals depressie, angst, geïrriteerdheid, agressie en persoonsverandering. Ook slaapstoornissen, makkelijk verdwalen en soms psychotische wanen komen wel voor.



Tuesday, February 15, 2011

 

EMOTIONELE STORINGEN

Vincent van Gogh leed aan bipolaire depressie. Tijdens zijn manische periodes maakte hij meestal zijn schilderijen. tijdens zijn depressies was hij vaak bedroefd en prikkelbaar.




Depressie is een belangrijke emotionele storing. Wanneer de depressie alleen uit depressieve periodes bestaat, die niet door manische periodes worden onderbroken spreekt men in het Engels van een unipolaire recurrent depressive disorder.

Manische periodes gaan gepaard met overmatig optimisme en men voelt zich meestal prettig. Manisch komt van het Griekse woord manus dat krachtig, levendig betekent. Men noemt dat ook wel een bipolaire emotionele stoornis. Vandaar dat in een gedicht van Goethe gesproken wordt van “Himmelhoch jaugzend oder zum Tode betrübt”

De kenmerken van een unipolaire depressie zijn in het algemeen:

Onregelmatig slapen (insomnia), vroeg wakker worden, verminderde eetlust, waardoor vermageren en energie verlies.Verminderde libido. Rusteloos. Verlangzaming van gedachten en acties. (retardation), moeilijk concentreren en pessimistische schuldgevoelens.

Vaak wordt ook het maagdarm kanaal erbij betrokken, wat zich kan uiten in constipatie, een droge mond, (verminderde salivatie), die meestal ’s morgens het ergste is.

Deze unipolaire depressie ook wel melancholia genoemd komt vaak voor. 4 % Van de Amerikaanse bevolking wordt geacht er aan te lijden, hetgeen op ongeveer 8 miljoen patiënten neerkomt. De gemiddelde leeftijd is 40 jaren en het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

De andere vorm van depressie is de eerder genoemde manisch-depressieve vorm, ook wel bipolaire depressive disorder genoemd. Zij komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen.

Zoals bij alle biologische processen wordt ook depressie bepaald door een interactie van het genotype ( de erfelijke aanleg) en milieu-invloeden. Abnormale stress is een veel voorkomende milieu factor. Verhuizen, verbouwen, verlies van dierbaren of ruzie met hen zijn voorbeelden waardoor een depressieve aanleg tot expressie kan komen. Ook inwendige factoren zoals bijvoorbeeld een verstoord hormonaal evenwicht, tijdens de peri-menopauze of direct na de geboorte van een baby, kan depressie tot gevolg hebben. Een storing in het functioneren van de neurotransmitters in de hersenen kan ook de oorzaak zijn en men spreekt dan van “milieu interieur”. Voor het ontstaan van een depressie is een genetische predispositie nodig. Bij eeneiige tweelingen, die onafhankelijk van elkaar zijn opgevoed, krijgen toch in 40 tot 60 % van de gevallen beide tweelingen een depressie. De aanleg is vanzelfsprekend niet uitsluitend aan een gen gebonden, maar een dergelijke eigenschap is meestal polygenetisch, en dus aan meerdere genen gebonden.


Monday, February 14, 2011

 

ZENUWWEEFSEL




Het lichaam is opgebouwd uit een groot aantal weefsels, bestaande uit verschillende soorten cellen. De activiteit van de cellen onderling moet precies op elkaar zijn afgesteld. Omdat bepaalde weefsels soms ver van elkaar functioneren en toch snel met elkaar moeten communiceren, is evolutionair het zenuw stelsel ontstaan, dat in staat is om bepaalde regionen van het lichaam vrijwel direct met en op elkaar te laten reageren.

Bij gewervelde dieren heeft dit mechanisme van communicatie zijn hoogtepunt bereikt en miljarden zenuwcellen vormen ontelbare verbindingen met elkaar.

Een zenuwcel ( neuron ) heeft een aantal uitlopers ( dendrieten ) die vertakt zijn en die signalen van andere zenuwcellen kunnen ontvangen. Ook heeft een zenuwcel een uitloper, die axon wordt genoemd en die bepaalde elektrische prikkels verder kan geleiden naar andere zenuwcellen of weefsel-systemen. De neuronen, dendrieten en axons zijn omgeven door gliacellen, die voor een vettige isolatie zorgen, die nodig is om de elektrische prikkels op de juiste wijze te geleiden, zodat kortsluiting wordt voorkomen.

Het versturen van impulsen verloopt meestal met behulp van stoffen die neurotransmitters worden genoemd.

Het einde van een zenuw-uitloper die een impuls verzendt, is wat bolvormig en niet langer geïsoleerd door de myeline van de gliacellen. Dit uiteinde wordt “axon terminal” genoemd. In de axon terminal zitten kleine blaasjes ( vesiculae ) die de neurotransmitters bevatten. Deze terminal maakt contact met een andere zenuwcel-uitloper die de impuls gaat ontvangen via een zogenaamde synaptische spleet , waarin de transmitter wordt afgescheiden. De neurotransmitter hecht zich vervolgens op de receptoren van de uitlopers van de ontvangende zenuwcel. Men spreekt van het presynaptic einde van de zenuw cel (axon) die de prikkel verder geleidt en van de postsynaptic einde van de ontvangende uitloper, (dendriet) die de prikkel via de neurotransmitter ontvangt.


Er zijn verschillende soorten van neurotransmitters. De soort die bij het zenuwweefsel vooral van belang is, behoort tot de groep “biogenic mono-amine neurotransmitters”. Serotonine, histamine2, norepinephrine, enepineprine en dopamine horen bij deze groep. Het hangt van de receptoren op de postsynaptic zenuw-uitloper af of de prikkel ‘excitatory’ of ‘inhibatory’ reageert.

Emotionele factoren worden door deze biologisch werkende neurotransmitters bepaald.


Saturday, February 12, 2011

 

dementeren


Alzheimer is de laatste tien jaren in verhouding meer voorgekomen dan veel andere ziektes.
als je Alzheimer vergelijkt met heup-transplantaties dan is Alzheimer met 46% gestegen terwijl heup-transplantaties verhoudingsgewijs hetzelfde zijn gebleven. Men noemt het wel Alzheimer epidemic. Canadese onderzoekers menen dat het iets te maken heeft met besmettelijke prionen, die ook bij gekke koeienziekte een rol spelen.Op het ogenblik zijn er meer dan tien miljoen Alzheimer patiënten in Amerika.






In het algemeen worden twee vormen van dementie onderscheiden. De ziekte van Alzheimer is de bekendste en kan al op relatief jonge leeftijd ontstaan. Een tweede vorm van dementie ontstaat door slijtage van de bloedvaten en wordt daarom wel vasculaire dementie genoemd. Beide vormen van dementie gaan gepaard met verlies van hersencellen en vorming van zogenaamde plaque tussen de hersencellen. Plaque kan gevormd worden uit eiwitten waarvan de structuur verandert.
Ook bij de gekke koeienziekte (BSE) ziet men dat en bepaalde eiwit structuren die prionen genoemd worden veranderen van vorm. Deze vormverandering werkt aanstekelijk op de normale prionen, die ook een abnormale vorm aannemen en als plaque tussen de zenuwcellen gaat zitten.
Onderzoekers van de universiteit van Konstanz, Duitsland, zagen dat bij zebravisjes bepaalde prionen een functie hebben bij de normale ontwikkeling van zenuwweefsel.
(Edward Malaga-Trillo et al. Plos biology 10 March 2009)
Ook in The Lancet van 22 april 2002 werd al een artikel geplaatst waarin verondersteld werd dat er verband bestaat tussen de functie van bepaalde prionen en de plaque vorming bij Alzheimer.
Interessant is nu dat professor Michael Coleman van de Aston universiteit in Birmingham er in geslaagd is om kunstmatig hersenweefsel te kweken. Hij kon uit gereprogrammeerde kankercellen normaal functionerend hersenweefsel ontwikkelen.(Artikel in Daily Record 26 March 2009) Dit biedt ongekende mogelijkheden om proeven te doen over plaque vorming in zenuwweefsel, dat bij dementie een cruciale rol speelt.
Nu doet zich het merkwaardige verschijnsel voor dat er een toename is van het verschijnsel dementie. Dit is niet alleen te verklaren doordat de leeftijd de laatste decennia drastisch gestegen is. Ook verhoudingsgewijze neemt dementie toe. Men kan het voorkomen van dementie bijvoorbeeld vergelijken met het breken van de heup, die vaker voorkomt naarmate mensen ouder worden.
Tijdens de internationale conferentie over Alzheimer's en Parkinson diseases, 12 en 13 maart, 2009 in Praag, vroegen Canadese onderzoekers zich af of er sprake is van een Alzheimer epidemie. Voor 1960 was het voorkomen van Alzheimer bij mensen boven 85 slechts 2%. Op dit ogenblik wordt aangenomen dat dit percentage tot 50% gestegen is. Boven 75 is het 20 % en 10 % boven de 65.
Deze exponentiële toename begon in Europa, en ging vandaar naar Noord Amerika, dan naar Japan , China en tenslotte naar India.
Dr. Walman uit Toronto schreef een boek : “Dying for a Hamburger”, waarin hij veronderstelt dat deze onverwachte toename ook met prionen te maken heeft. Hoewel deze prionen zeldzaam voorkomen zijn ze echter zeer infectieus.

Wat kan men nu doen om de kans op dementeren op latere leeftijd zo goed mogelijk te voorkomen. Op de eerste plaats vanzelfsprekend gezond leven. Dat betekent niet roken, gezond eten, waarbij vooral aan omega-3 vetzuren gedacht moet worden. Daarom minstens een keer per week vis eten. Ook omega-3 versterkte margarine (becel) en andere etenswaren kan men nemen. Geen overgewicht en voldoende beweging.
Deze aanbevelingen komen een beetje over als het advies aan een aan heroïne verslaafde junk om geen heroïne meer te nemen. Ook te veel eten, weinig bewegen en tal van andere ongezonde zaken zijn dikwijls verslavingen, waaraan met goede bedoelingen vaak weinig te veranderen valt.
Een ander methode is om de bloedvaten zo gezond mogelijk te houden. Op de eerste plaats kan men dat doen door dagelijks een statine tabletje te nemen. Dit is in Nederland een beetje moeilijk omdat statines alleen op dokters recept gegeven worden. Statines gaan de opbouw van cholesterol in de bloedvatwand tegen. Ze zijn bovendien ontstekingsremmend. Dit is van belang omdat toxinen die bij ontstekingen ontstaan beschadigend op de bloedvatwand werken. In het algemeen wacht men af totdat men een TIA of een herseninfarct dan wel een hartinfarct krijgt en dan krijgt men pas een statine plus een kinderaspirine en meestal nog iets voor de hoge bloeddruk. De professoren Wald en Law bevalen al in 2003 de zogenaamde polypill aan die men na de 55 zou moeten nemen. deze pil bevat een statine, 80 mg aspirine en bloeddruk verlagende middelen. Bovendien 400 microgram foliumzuur. Foliumzuur werkt vertragend op dementie. Zou men bijvoorbeeld met 80 jaren gaan dementeren dan doet men dat pas op 85 als men lang van te voren steeds foliumzuur (ook wel vitamine B11 genoemd) genomen heeft.

Sunday, February 06, 2011

 

vroeger tijden

Hoefsmid in begin twintigste eeuw

Als men een tijdje geleden een inbreker in eigen huis tegenkwam en men gaf hem een lichte tik op zijn hoofd dan was de kans groot dat men 's anderendaags zelf in de gevangenis zat terwijl de inbreker vrij rond liep.

De nieuwe regering wil daar iets aan veranderen en men wordt nu niet meer direct gevangen genomen als men zoiets overkomt.

Interessant is een verslag te lezen in de Boxmeerse krant van 26 februari 1921

Dood door schuld.

Donderdag stond voor de rechtbank te 's Bosch terecht A.W. G., 21 jaar, geboren 21 september 1899, smid, te Sint Anthonis, beklaagd ter zake : “dat aan zijn schuld de dood van Arnoldus Arts te wijten is, hebbende hij toch den 27 december 1920 of daaromtrent te Sint Anthonis, toen hij vernomen had dat iemand zich bij zijn woning bevond, uiterst roekeloos en onvoorzichtig met een militair geweer model 1895 gewapend, terwijl hij niet gewend was met geweren om te gaan, althans niet met een geweer model 1895 en van zulk een geweer de behandeling niet kende en hebbende hij dit geweer met een daarvoor bestemde patroon geladen, waarna hij uitermate roekeloos en onvoorzichtig met dit tot vuren gereed geweer waarvan de haanpaal niet was omgelegd , met beide handen en een vinger aan den trekker en den loop vooruit in de richting van den persoon waarheen hij liep, naar buiten is gelopen in de richting van den zich aldaar bevindenden Arnoldus Arts, die toen plotseling door een schot uit zijn , beklaagdes geweer, werd getroffen en daardoor eene levensgevaarlijke en zwaar lichamelijk letsel uitmakende wonde bekwam, waaraan hij eenigen tijd later is overleden.”

Beklaagde gehoord, bekend volledig zich aan hem ten laste gelegde te hebben schuldig gemaakt.

Getuige deskundige M. Staelenberg geeft eene verklaring van de behandeling van het geweer en wat bedoeld wordt met omleggen van den haanpal.

Beklaagde geeft nader eene verklaring hoe het geval zich heeft voorgedaan. Zijn broer had een brief gepost en zeide tegen hem dat een man om het huis liep. Beklaagde heeft toen het geweer genomen en scherpe patronen , welke hij gevonden had op het oefenterrein van de burgerwacht. Met het geweer dat hij geladen had is hij naar buiten gelopen en toen kwam een man met uitgestrekte armen op hem af. Hij schrok toen hevig en zag een vuurstraal uit het geweer komen en meteen den man neervallen.

De president wijst beklaagde er op dat deze zeer onvoorzichtig heeft gehandeld, waardoor de dood van verslagene door zijn schuld is veroorzaakt. Op de vraag van een der rechters of beklaagde de behandeling van het geweer kende, antwoordde hij ontkennend, hij heeft slechts een keer of vijf daarmee geschoten. Dr. J.W. L. van Hulst, die getroffene heeft behandeld, geeft een deskundige uitlegging van de uitwerking van het schot en concludeert dat geen andere doodsoorzaak aanwezig was dan de gevolgen van de schotwonde.

Dr. Nuyens, eveneens getuige-deskundige gehoord, legt eens gelijkluidende verklaring af en antwoord op de vraag van den president dat beklaagde als een zeer oppassende jongen bekend stond.

Als verdediger trad op Mr. Hengst.

Opperwachtmeester Peereboom heeft het geweer in beslag genomen en daarbij ook een hoek van een steen waarop het schot is afgeschampt waardoor de richting van den kogel is veranderd. Ook deze getuige legt een gunstige verklaring af omtrent het gedrag van beklaagde

Getuige W. Arts, broeder van den verslagene, deelt mede dat zijn broer voornemens was naar een ploeg te gaan zien.

De president wijst er op dat er toch geen ploegen achter het huis lagen, wat de verslagene toch ook wist.

Getuige kon zulks niet zeggen doch hij weet wel dat dat zijn broer nooit met hem heeft gesproken over over de familie van beklaagde dat deze er goed bij zat. Getuige A. Kleijn, gemeente veldwachter te Sint Anthonis geeft te kennen, dat dat het hem wel is voorgekomen dat de verslagene niet te best bij was, het wiemelde wat in zijn hoofd.

Getuige Arts wordt wordt nader ondervraagd en deelt mede, dat zijn broer werkelijk een ploeg wilde kopen. Hij weet niet waarom hij zoo laat daarop uit ging. Ook zegt getuige dat zijn broer niet al te best bij was. Het wiemelde hem wel niet maar hij was erg verlegen.

Getuige A. Kleijn, nader ondervraagd, deelt mee, dat den laatste tijd veel in de gemeente werd gestolen en ook vaak brand voorkwam, waardoor de bewoners dan ook steeds angstig waren.

Getuige deskundige Staelenberg geeft als zijn mening te kennen , dat het geheel verklaarbaar is dat in een streek waar veel wordt gestolen, iemand naar buiten gaat met een geweer en daarbij den vinger aan den trekker houdt. Hij acht dat geen onvoorzichtige daad. Verder acht hij iemand die 5 of 6 keer met een geweer heeft geschoten volkomen op de hoogte met dat geweer.

Dr. Nuyens nogmaals gehoord verklaart dat hij wel heeft horen zeggen dat de verslagene niet al te best was. Hij heeft zulks echter niet kunnen vast stellen. Wel kwam het hem voor dat hij erg bleu was. Het O.M. De geheele toedracht der zaak nagaande komt tenslotte tot de conclusie dat hier door grote onvoorzichtigheid de dood is veroorzaakt aan een ander. Waar echter beklaagde niet als een misdadiger kan worden aangemerkt en zelfs zeer gunstig bekend staat, zou het O.M. der rechtbank, eene voorwaardelijke veroordeling willen voorstellen

Spreker vroeg tenslotte een veroordeling tot 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.

Zo soepel als de rechters in die tijd oordeelde zal de nieuwe regering voorlopig wel niet doen. Zouden ze dat wel doen dan zou menigeen er aan twijfelen of er ook in hun hoofden wellicht iets wiemelde.


This page is powered by Blogger. Isn't yours?