Tuesday, August 30, 2005

 




HURRICANES


Orkanen (Hurricanes) halen hun energie uit het warme water van de oceaan. Als de temperatuur van het water boven de 26 graden Celsius is en het is boven koel en vochtig, terwijl het aan het oppervlak warm is, dan kunnen er stormen ontstaan. Als het nu toevallig al een beetje slecht weer is en het punt waar de storm begint, is ongeveer 500 km van de evenaar verwijderd, dan kan uit zo een storm een orkaan (hurricane) ontstaan. De afstand tot de evenaar speelt een rol, omdat de draaiing van de aarde daar de werveling van de storm versterkt. Naarmate de storm heviger wordt, stijgt de temperatuur in de kern van de storm. Dat heeft weer tot gevolg dat de draaiing versneld wordt en zo ontstaat tenslotte de orkaan. De warmte die zo vrijkomt in een gemiddelde orkaan, komt overeen met de elektrische energie, die in de USA gedurende één jaar ontwikkeld wordt.

Studies van het “Massachusetts Institute of Technology” hebben aangetoond dat de laatste 50 jaar de windsnelheden van de orkanen ongeveer met 50% zijn toegenomen. Omdat de temperatuur van het oceaan water zulk een cruciale rol in de ontwikkeling van de hurricanes speelt, kan niet ontkend worden dat de temperatuur stijging van de aarde hiermee waarschijnlijk te maken heeft. In een artikel van Time van 29 augustes vraagt men zich af : “Is global warming fueling Katrina? “

De schade door de hurricane Katrina wordt op 26 miljard dollar geschat. In de staat Mississipi en Alabama worden op 30 augustus al enkele honderden doden gemeld( CNN). Omdat de warmte van het oceaan water zulk een grote rol speelt bij het ontstaan en de hevigheid van de orkanen, kan theoretisch gezien de opwarming van de aarde, die in de toekomst waarschijnlijk zal toenemen, een nog grotere rol gaan spelen. In het artikel van Time wordt gesteld: "While the people of New Orleans may not see another hurricane for years, the next one they do see could make Katrina even look mild.


Monday, August 29, 2005

 




Dizzy Gillespie ( born John Birks Gillespie 1917-1993, US jazztrompeter& composer)
Rechts:New-York May,1947



Everything was wrong with his playing,except the result
(Statement Gillespie: You can people always tell the truth, but you first have to make them laugh.)



 

PASTOOR



Onze tuinman was al in 1935 in Oploo getrouwd. Het was in de tijd dat jonge stellen nog door de pastoor werden voorgelicht over de huwelijkse plichten. Ik vroeg hem eens wat de pastoor dan wel allemaal zei, waarop hij antwoordde, in zijn Gemerts dialect: “Wa urst nie kos dè dè naw mos”.

De pastoor was gewend om aan het eind van de voorlichting nog een vraag te stellen, om te zien of men alles wel goed begrepen had. Deze vraag luidde: “Als gij het nu den eerste huwelijksnacht zeven keer gedaan zoud hebben zoude gij 's anderendaags nog ter communie durven? “

Na enig nadenken antwoordde onze tuinman: “ja gerust mijnheer pastoor, maar zou ik het nog wel kanne?”


Sunday, August 28, 2005

 
HIPPOCRATES














HOMEOPATHIE

De eerste arts die zeer beroemd is geworden was de Griek Hippocrates (460—377 BC ). Hij ging er van uit dat 4 vloeistoffen bij ziektes een rol speelden. Bloed, slijm, zwarte en gele gal vond hij belangrijk. Zijn geneeswijze werd allopathie genoemd, dat betekent dat een ziekte moest bestreden worden met middelen, die tegengesteld aan de veroorzaker van de ziekte werkten. Als iemand koorts had en dus erg warm was, tapte men hem bloed af om af te koelen. Zo gaf men braakmiddelen laxeermiddelen en soms zeer giftige medicijnen die erger waren dan de kwaal. Deze manier van behandelen heeft het lang volgehouden en aderlaten ( phlebotomie) werd nog tot laat in de negentiende eeuw toegepast.
De naam allopathie wordt ook nu nog wel , vooral door alternatieve paramedici, gebruikt voor de reguliere geneeskunde, die op natuurwetenschappelijke grondslag berust.

Friedrich Hahnemann (1755—1843) kwam op de gedachte om het tegenovergestelde te doen en hij noemde zijn geneeswijze homeopathie. Hij was de gedachte toegedaan dat de duivel met Beëlzebub moest worden uitgeroeid. De klassieke homeopathie van Hahnemann gaat er van uit dat zeer kleine hoeveelheden sterk verdund materiaal, dat in hogere doseringen toegepast, dezelfde symptomen bij de patiënt opwekt als die waaraan hij lijdt, genezend zouden werken. Vaak werden zo sterke verdunningen gebruikt, dat op het “Consumer reports van 1987” gesteld werd dat: “ Unless the laws of chemistry have gone awry, most homeopathic remedies are too diluted to have any physiologic effect”.
De gedachte dat homeopathie zou werken, wordt in de medische wetenschappelijke literatuur dan ook als “wishful thinking” afgedaan. In de bijna 200 jaren dat homeopathie wordt toegepast is nimmer op verantwoorde statische wijze aangetoond dat homeopathie puur natuurwetenschappelijk gezien zou werken.
In het gerenomeerde medische tijdschrift The Lancet van 27 augustus 2005 (1) wordt een onderzoek gepubliceerd van literatuur die het vergelijken van homeopathie en conventionele wetenschappelijk verantwoorde geneeskunde tot doel hadden. 110 Verantwoorde onderzoeken ( placebo controlled) werden geanalyseerd. Gemiddeld namen 65 personen aan de proeven deel met een variatie van 10 tot 1573. De uiteindelijke conclusie is dat homeopathie niet meer effect heeft, dan placebo's.

In het NRC van 27 augustus wordt daar negatief op gereageerd door de Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN). Woordvoerder Paul Dijkstra vindt het treurig dat er weer negatieve berichten op duiken over homeopathie, terwijl er toch zo veel moois over te vermelden valt. Hij stelt verder dat steeds meer mensen zich de alternatieve geneeskunde toewenden, mede door de bijwerkingen van moderne reguliere geneesmiddelen. In de bijsluiter van homeopathische geneesmiddelen ziet men meestal opgemerkt dat er geen bijwerkingen zijn. Dat is wetenschappelijk juist, want middelen die niet werken, kunnen vanzelfsprekend ook geen bijwerkingen hebben. Moderne reguliere geneesmiddelen kunnen bij bepaalde patiënten altijd wel bepaalde bijwerkingen hebben, omdat dat van de genetische eigenschappen van de patiënt afhangt ( zie dagboek augustus 19 over goedkope gene sequencing). Toch heeft Dijksta gelijk als hij stelt dat er zo veel moois te vermelden valt, maar dat is er ook over Lourdes , Jomanda, het boertje van Winssen, Lou de palingboer en Klasien uit Zalk. Ziektes zijn meestal psychosomatisch, dat wil zeggen dat ze vaak deels lichamelijk, deels psychisch zijn. Vooral pijn wordt mede voor een groot deel psychisch beïnvloed en het is daarom begrijpelijk dat er vroeger bijna in ieder Brabants dorp wel iemand was, die je van de pijn af kon helpen. Hij prevelde een gebed en streek wat met zijn handen en het gevolg was dat de pijn verdween. Ik ben er van overtuigd dat een vriendelijke homeopathische arts met homeopathische middelen, bepaalde psychosomatische patiënten beter kan genezen, dan een reguliere deskundige specialist, die onsympathiek en onvriendelijk overkomt. Gevaarlijker wordt het, zoals ik zelf wel heb meegemaakt dat, toen ik nog in de praktijk was, eens bij een boer kwam waar een meisje hevige pijn in haar buik had. Ik raadde de moeder aan om naar de huisdokter te gaan, maar de moeder ging naar "het vrouwtje in Gemert", die zei dat het maar “streken” waren en dat ze er geen aandacht aan moesten besteden en dat het dan vanzelf zou overgaan. Bij een bezoek enkele weken later was het meisje al aan buikvlies ontsteking gestorven. Overigens wie kent niet de trieste geschiedenis van Silvia Millecam?
Dat een arts gebruik maakt van homeopathie lijkt mij in bepaalde gevallen verantwoord. Als er bij hen een patiënt komt waarvan het duidelijk is, dat de ziekte tussen de oren zit en ingebeeld is, dan kan een “ingebeeld” geneesmiddel wonderen doen. Als de moderne goed opgeleide arts, die goed op de hoogte van de moderne literatuur, dan vervolgens gelooft dat het geneesmiddel de patiënt beter heeft gemaakt en niet de psychotherapie, die hij heeft toegepast, dan wordt het problematischer. Een dergelijke arts is vergelijkbaar met de huisartsen in mijn jeugd, die hier op het Brabantse platteland vast geloofden dat in Lourdes, op voorspraak van de maagd Maria, de meest gemene ziektes konden genezen worden. Het wordt dan een kwestie van geloven en dat heeft niets met wetenschap te maken. Zelfs de huidige katholieke kerk verklaart pas iemand heilig als er op zijn of haar voorspraak iemand wonderbaarlijk genezen is. Ook hier kan ook de homeopathische gelovige arts doen als de bekende kerkvader Tertullianus die zei: “credo quia absurdus” het geen vertaald kan worden met: “ik geloof ook al is het idioot”. ( zie dagboek 22 Juli)

1) Aijing Shan et al.
Are the clinical effects of homeopathy placebo effects? Comparative study of placebo-controlled trials of homeopathy and allopathy
The Lancet 27 Augustus 2005; 366: 726-732.

In Scientific American van August 1955 staat het volgende:

When the patient expects or demands some tangible evidence of therapeutic capability, it is usually simplest (and wisest) for all concerned to prescribe a harmless pill or liquid. the well-known illegibility (onleesbaarheid) of the prescription scripts (recept) frequently makes it impossible for a curious patient even to guess at the nature of the medicament. Names such as ammoniated tincture of valerian can safely be revealed (vermeld) without upsetting the psychological applecart ( effect)


Friday, August 26, 2005

 
In 't Engels: "it doesn't bubble up"

ASPIRINE

Op de meeting van het International society on thrombosis and haemostasis in Sydney, Australië, in augustus 2005 brachten Poolse onderzoekers van de universiteit van Cracow, in Polen, naar voren dat ongeveer 25% van de blanken (caucasiens) een afwijkend gen hebben dat de blauwdruk draagt voor een molecuul dat aan het oppervlak van de bloedplaatjes een rol speelt tijden het stollen van het bloed. Het effect van aspirine kan dan wel de helft minder zijn.

Dagelijks een kinderaspirientje wordt aanbevolen om de kans op een hartinfarct of herseninfarct te verminderen. Vooral zeer kleine herseninfarcten zogenaamde TIA's (Transient Ischaemic Attacks) kunnen een rol spelen bij het verlies van geheugen en dementie bij mensen op oudere leeftijd. Een aspirientje per dag en 400mcg foliumzuur ( zie 21 augustus) kunnen naast een statine ( bijvoorbeeld zocor) als dat nodig is, in verband met een te hoog cholesterol gehalte, deze symptomen, die voor een deel aan een slechtere doorbloeding van de hersenen te wijten zijn, deels naar een latere leeftijd verschuiven.


 




WAS DÈ NAAW ?


Na een zware verlossing van een vaars was het de gewoonte dat er koffie gedronken werd samen met de buurlui, die mee geholpen hadden. Op een gegeven moment, toen we zo aan het koffie drinken waren, komt de vrouw des huizes binnen en zegt tegen mij, dat hun zoontje maar volhoudt, dat hij ook veearts wil worden. Haar man zegt, dat hoef je niet te zeggen vrouw. Het menneke kan gaar niet leren en is al twee keer blieven zitten. Het antwoord van de vrouw was: “was dè naaw, Gossens is het toch ook geworren”.


Thursday, August 25, 2005

 






HERSTEL VAN FOUTEN IN HET DNA

Tijdens een gesprek tussen vrijwilligers van het museum veeteelt en KI kwam het herstel van DNA ter sprake. In het DNA kunnen afwijkingen (mutaties) ontstaan, die soms de blauwdruk voor nieuwe eigenschappen met zich mee brengen en zo aan het ontstaan van nieuwe soorten ten grondslag kunnen liggen. Ook kan het echter gebeuren dat een dergelijke mutatie kanker tot gevolg heeft en tijdens de evolutie zijn mechanismen ontstaan om dergelijke beschadigingen (mutaties) van het DNA te repareren. De vraag was hoe komt zo een reparatie tot stand en ook hier biedt het onvolprezen internet uitkomst.

Een chromosoom bestaat uit één lang DNA molecuul. Stukjes van zo een molecuul bevatten de blauwdruk van een bepaalde eigenschap en zo een stukje noemt men een gen. Een gen kan zijn opgebouwd uit een of meer nucleotiden. Een nucleotide bestaat uit een fosfaat-suiker deeltje, dat wel het backbone genoemd wordt, waaraan vier bases kunnen vast zitten. Deze basische stikstof verbindingen worden aangeduid met de letters A, C, T en G (adenine, cytosine, thymine en guanine). Een DNA molecuul bestaat uit een ononderbroken reeks van afwisselend desoxyribose-fosfaat deel, waaraan een van de vier basen gehecht is. In de chromosomen van alle bacteriën, schimmels, planten en dieren komt DNA voor. Al in 1868 ontdekte men deze stof in de celkernen en men noemde het daarom nucleotinezuur. Later ontdekte men dat in nucletinezuur een suiker molecuul genaamd desoxyribose voor kwam en men noemde het DNA naar het Engelse Desoxyribo-Nucleic-Acid. Op grond van de informatie die de rangschikking van de stikstofbasen verstrekken kunnen honderdduizenden verschillend enzymen en eiwitten gesynthetiseerd worden, die de levensprocessen mogelijk maken.

De gemiddelde lengte van de 46 DNA moleculen (chromosomen) in de kern van elke menselijke cel bedraagt 5 cm, terwijl de kern van een cel slechts een doorsnede heeft van 5 micron ( een micron is het duizendste deel van een meter). Een molecuul van die lengte bestaat uit ongeveer 1300 paren nucleotiden.
De moleculen liggen namelijk paarsgewijze in de vorm van een wenteltrap tegen elkaar, waarbij de zijkanten van de trap het “backbone” vormen waartussen twee basen telkens de treden vormen. In het midden van de treden zijn de twee basen aan elkaar gehecht en tegenover een A ligt altijd een T, terwijl tegenover een C altijd een G ligt. Bij de celdeling splitst de wenteltrap in twee gelijke delen en het enzym, DNA-polymerase genoemd, zorgt ervoor dat de halve wenteltrap weer compleet wordt. Er zijn dan twee cellen ontstaan ieder met een complete wenteltrap.

Er kunnen tijdens dit proces makkelijk fouten plaats vinden en tijdens de evolutie zijn mechanismen ontstaan om deze fouten te herstellen. Als de fout niet hersteld wordt dan spreekt men van een mutatie en als die in de geslachtscellen (gameten) plaats vindt dan wordt ze op het nageslacht overgeërfd. Meestal zijn deze mutaties recessief, dat betekent dat beide ouders het betreffende gemuteerde gen moeten hebben om in het nageslacht tot uitdrukking te kunnen komen. Vindt de mutatie niet in de geslachtscellen plaats maar op de gewone lichaamscellen ( somatic mutations) dan kan bijvoorbeeld de blauwdruk voor een enzym dat het normale versterf (apoptose) van de cellen regelt verloren gaan en de cellen gaan woekeren en kanker kan het gevolg zijn.

Soms doet een mutatie geen kwaad omdat er geen nadelen uit ontstaan. Bijvoorbeeld als er in de plaats van de volgorde in het DNA molecuul G C A , G C G komt coderen die beide voor het aminozuur arginine en men spreekt dan van een “silent point mutation”. Als er door een fout in de plaats van C T C , CA C is gekomen wordt er inde plaats van glutamine, valine gesynthetiseerd en dat kan de ziekte “cickle cell anemia” tot gevolg hebben. Soms plakken als het ware twee thymine basen, die naast elkaar liggen onder invloed van U V licht aan elkaar (dimers) en bij onvoldoende herstel ontstaan vaak mutaties die huidkanker tot gevolg hebben.

De eenvoudigste vorm van DNA herstel is evolutionair zeer oud en komt niet meer voor bij de zoogdieren. Een enzyme maakt de schade door zonlicht veroorzaakt in de vorm van aan “elkaar geplakte thymine basen” (dimers) ongedaan. Dit mechanisme komt voor bij bacteriën en andere primitive soorten. Dimers komen bij de zoogdieren wel voor maar worden op een andere wijze gerepareerd.

Soms ontstaan er breuken in de DNA moleculen. Ze kunnen in een van de twee backbones, maar ook in beide voorkomen. Het enzym DNA ligase zorgt voor herstel van de breuken.

Soms hecht zich in het DNA, als het onder invloed van het enzym DNA polymerase van enkelstrengs weer dubbelstrengs wordt, in de plaats van thymine, dat wordt verondersteld zich aan adenine te hechten, een stikstof base, die uracil genoemd wordt. Deze base hoort thuis in het enkelstrengs RNA, dat als messenger RNA uit de celkern treedt, om in de cel als blauwdruk voor het te synthetiseren eiwit te fungeren.
Onder invloed van enzymen vindt dan een zogenaamde “base excision repare” plaats. Het uracil wordt verwijderd met behulp van uracilglycosylase en thymine komt er voor in de plaats.

Mismatch repair.

Als de enkelstrengen DNA zich weer tot dubbelstrengen verenigd hebben is er een mechanisme dat uit een groep eiwitten bestaat dat de hele keten “ scant” op de fouten, die eventueel gemaakt zijn. Er wordt voor gezorgd dat de verkeerde nucleotiden verwijderd worden en dat de goede er voor in de plaats komen. Lukt dit niet en komt een bepaalde fout in de geslachtscellen terecht dan kan familiair aanleg voor colonkanker het gevolg zijn.

Als er een flinke schade (bulgy damage) is ontstaan bijvoorbeeld door straling of chemische stoffen dan vindt “nucleotide excision repair” plaats. Het systeem legt de replicatie van het DNA stil en herkent het verkeerde beschadigde stuk in de wenteltrap (double helix). Endonucleasen splijten de helix, terwijl exonucleasen het stuk verwijderen en zoals in normale gevallen doen de polymerasen het herstelwerk.

In totaal zijn er ongeveer zes miljard nucleotiden en telkens drie nucleotiden dienen als blauwdruk voor een aminozuur, die op zich weer als bouwstenen voor de eiwit synthese fungeren. Het zijn de eiwitten, die door hun bouw en plaats de identiteit van een organisme bepalen.


Tuesday, August 23, 2005

 

VECHTERSBAZEN

La Reine du Valais est l'ambasadrice et
le symbole de tout le canton





In zuid-west Zwitserland in het kanton Valais, in de val d'Herens, waar hoofdzakelijk Frans gesproken wordt, heeft men koeien met een drieledig doel. Ze worden gehouden om melk te geven, om vlees te produceren en om te vechten.

Dat vechten doen ze niet met mensen, maar met elkaar. Ze duwen hun koppen tegen elkaar en wie het eerst weg loopt heeft verloren. In de dorpen worden wedstrijden gehouden en de koe, die wint krijgt de titel Reine (koningin). Later komen de winnaressen bij elkaar en de top koe die het duwen het langste volhoudt heet Reine de les Reines. Voor de mensen zijn het vriendelijke dieren en ze doen geen vlieg kwaad. De winnaars en hun afstammelingen worden vaak zeer duur verkocht.

Het is een zeer oud ras dat Race d'Herens genoemd wordt. In het Duits noemt men ze Eringer Rind.
Uit opgravingen bleek dat in de bronstijd, (2000-800 voor Christus) het dier er al ongeveer hetzelfde moet hebben uitgezien. Ook de Romeinen hebben het dier al beschreven zo als het er nu nog uitziet. Het zijn dieren met brede koppen en horen tot de groep, die wetenschappelijk brachycephalus genoemd worden. De eigenschap om met elkaar te vechten is eigenlijk het vaststellen van de “pikorde” omdat de winnaar de leiding vroeger nam als ze in het voorjaar de bergen introkken. Ze gaan in de bergen tot 3000 meter hoogte op zeer moeilijk begaanbare grond en ze hebben dan ook korte zeer sterke benen en klauwen. Omdat de winnaars voor de sport duur waren en er dus mee werd verder gefokt, is de eigenschap via de moederdieren stevig in het ras geselecteerd. Er is een speciaal stamboek, dat ongeveer 8000 dieren telt en een eigen blad heeft dat “La Gazette des reines” heet. De dieren wegen gemiddeld 600 kg. en geven tegenwoordig ongeveer 3000 kg melk met 3.70 vet en 3.30 eiwit.

De kaas heet fromage d'Anniviers en is zeer bekend en duur. Merkwaardig genoeg is er ook in Amerika een stamboek dat American Herens cattle association heet, en ook In Brazilië bestaat een stamboek.

De boeren hebben naast hun koeien, die bij de echte liefhebbers alleen maar geld kosten, ook andere bronnen van inkomsten zoals druiven en fruit. Ze worden bij de echte liefhebbers maar kort gemolken, omdat ze anders te licht worden om stevig te kunnen duwen.

In de dorpen is het een echt volksvermaak en vergelijkbaar met de voetbalclubs elders. De wedstrijden worden dan ook druk bezocht en de favorieten zijn bij iedereen bekend.


Monday, August 22, 2005

 
Eric Dolphy
what I can't say with my voice, I can tell with my horn.

Sunday, August 21, 2005

 
Yuri Kruman, Ph. D. in neuroscience and physiology at New York University medical school ( Jan. 2005)

 

De hippocampus is een deel van de hersenen, dat een rol speelt bij dementie.

Alois Alzheimer (1864--1915), werkte aan de UV. van München





In een publicatie van het tijdschrift “the New England journal of Medicine” van 14 februari 2002 (1) werd er al op gewezen dat het aminozuur homocysteïne slecht is voor de kwaliteit van de bloedvaten. Het gevolg kan zijn dat hartinfarcten, herseninfarcten en TIA's hierdoor ontstaan. Er is een negatieve correlatie tussen het B vitamine folium-zuur en de concentratie van homocysteïne in het bloed. Mensen met een hoog gehalte aan homocysteïne in het bloed hebben behalve een verhoogde kans op hart en herseninfarcten twee maal zo veel kans om Alzheimer te krijgen dan normaal.
Folium-zuur, dat al bekend is omdat het toegediend aan zwangere vrouwen het voorkomen van zogenaamde open ruggetjes bij kinderen kan tegen gaan, kwam mede daardoor in de belangstelling als eventueel middel dat vasculaire dementie en Alzheimer ook zou kunnen verhinderen of vertragen.

Kruman et al. van het National Institute on Aging gebruikten muizen, waarbij men humane genen, die bij de mens met Alzheimer een rol spelen, in het genoom had ingebracht. Deze transgene muizen ontwikkelden in de hersenen dezelfde plaques, die zo bekend zijn in de hersenen vann Alzheimer patiënten. Men gaf deze muizen deels een dieet met folium-zuur en de controle groep een folium-zuur arm dieet. De onderzoekers van het “National Institute of Aging” in America telden het aantal normale zenuwcellen in de hippocampus van beide groepen. De hippocampus is een deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het geheugen en het leerproces. Bij Alzheimer patiënten is een deel van de hippocampus door de vorming van plaques vernietigd.
De onderzoekers vonden bij de muizen met weinig folium-zuur in het dieet een verhoogd gehalte aan homocysteïne en zij veronderstelden dat dit de oorzaak was van het verlies van zenuw weefsel in de hippocampus. Bij de muizen met verhoogd foliumzuur in het voedsel zagen zij dat het homocysteïne lager was en dat de zenuwcellen de schade aan het DNA konden herstellen, iets wat bij de proefgroep met laag folium-zuur niet het geval was. (2) Reeds eerder had een van de onderzoekers aangetoond dat gebrek aan foliumzuur het voorkomen van de ziekte van Parkinson bevordert.

Maria Corrada met haar team van medewerkers aan het “Institute for brain aging and dementia” van de universiteit van California publiceerden de resultaten van een onderzoek in het tijdschrift “Alzheimer and dementia” van juli 2005 (3) . Zij volgden 579 mensen van 60 jaar en ouder over een tijdperk van 9 jaren. De groep die minstens 400 microgram (mcg) folium-zuur kreeg toegediend hadden significant 55% minder kans om Alzheimer te krijgen dan de controle groep. Meer dan 400 mcg gaf geen verbetering. Het leek er op dat 400 mcg zo ongeveer de drempelwaarde was om duidelijk effect te hebben volgens Maria Corrada. 400 mcg Wordt ook voorgeschreven voor zwangere vrouwen.

Tijdens de “Alzheimer meeting” in Chicago van 20 juni 2005, maakte Jane Durga van de universiteit in Wageningen de resultaten bekend van een onderzoek in Nederland met 818 mensen van 50 tot 70 jaren, die een verhoogd homocysteine in hun bloed hadden. ( 4 ) Zij kregen gedurende 3 jaren dagelijks, deels een pil met 800 mcg folium-zuur, terwijl de controle groep een placebo kreeg. ( een neutrale pil zonder folium-zuur die niet van de echte te onderscheiden was) De deelnemers werden daarna getest op geheugen, snelheid van lezen en het verwerken van informatie. Het geheugen van de proefgroep die folium-zuur had gekregen kwam overeen met de mensen van controle groep die gemiddeld 5,4 jaar jonger waren. Voor informatie verwerking scheelde dat 2 jaren en voor leessnelheid (sensory motor speed) 1,9 jaren. Het homocysteïne gehalte in het bloed was bij de folium-zuur groep gemiddeld met 26% gedaald.

De ziekte van Alzheimer is een ziekte waarbij hersenweefsel verdrongen wordt door vetachtig weefsel ( plaques ), waar miljoenen mensen in de wereld aan lijden. Het is een ziekte die mede sterk genetisch bepaald wordt en die kan vertraagd worden door er zo goed mogelijk voor te zorgen dat de kwaliteit van de bloedvaten in de hersenen zo goed mogelijk blijft. Homocysteïne is een stof, die vaak na ontstekingen in het bloed verhoogd voorkomt. Door folium-zuur, mits in voldoende mate opgenomen, wordt homocysteïne deels geneutraliseerd. Het is daarom raadzaam voor mensen die familiair wellicht aanleg hebben om Alzheimer te krijgen, om op allerlei manieren hun bloedvaten zo goed mogelijk in conditie te houden. Dit kan men doen door te zorgen dat de bloeddruk niet te hoog is, het cholesterol gehalte normaal is, een kinderaspirine per dag nemen, die er voor zorgt dat het bloed minder snel stolt, maar ook door 400 mcg folium-zuur te nemen en voor voldoende beweging te zorgen. Als het cholesterol gehalte in het bloed te hoog is kan men een statine ( bijvoorbeeld zocor) nemen.
Het voorstel van twee Professoren die twee jaar geleden het voorstel deden om alle mensen die ouder dan 55 zijn een zogenaamde polypil, waar al deze ingrediënten in zitten, te geven is daarom wellicht zo gek nog niet. Niet alle dementie wordt door de ziekte van Alzheimer veroorzaakt. Als men maar oud genoeg wordt treedt er altijd wel min of meer zogenaamde vasculaire dementie op. Dit hangt natuurlijk ook weer af van de familiaire aanleg voor dit verschijnsel. Om de kans op TIA's, herseninfarcten, hartinfacten en vroegtijdig dementeren zo veel mogelijk te verhinderen is het zaak om wat de bloedvaten betreft, zo goed mogelijk op zijn tellen te passen.

LITERATUUR

1) S. Sesdradri et al.
Plasma homocysteineas a risk factor for dementia and Alzheimer's disease
New England Journal of Medicine 346:7 pp 476-483

2) I. Kruman et al.
Folic acid deficienty and homocysteine impair DNA repair in hippocampel neurons and sinsitise them to amiloid toxicity in experimental models of Alzheimer disease.
Jounal of Neuroscience 22:5 pp1752-1762

3) Maria Corrida t al.
High folate intake may reduce risk of Alzheimer's
Alzheimer and dementia: the journal of the Alzheimer's association Juli 2005

4) Jane Durga et al.
Effects of 3 year folic acid supplementation on cognitive function in older adults. A randomized, double blind, controlled trial.
Alzheimer association international conference June 18-21, Wardman Park hotel, Washington D.C.

Friday, August 19, 2005

 

Count Basie


Always tell a story, not just play notes ! !


 


Geoge Church


Goedkope “genome sequencing” wordt mogelijk.

Bij onderzoek van nieuwe moderne medicijnen wordt het steeds duidelijker dat verschillende mensen ook heel verschillend kunnen reageren. ls een middel helpt bij de Afro-Americans wil dat nog niet zeggen dat het middel hetzelfde effect heeft bij blanken ( Caucasians). Ook native-Americans (indianen) en Latino's kunnen op een andere wijze reageren.

Ook kan een bepaald middel bij iemand goed helpen terwijl het bij iemand anders van hetzelfde ras of zelfs familie niet goed werkt. Het is duidelijk dat het reageren op geneesmiddelen mede erfelijk gebonden is en daarom in de genen is vastgelegd. Men kan echter moeilijk het genoom van een bepaalde patiënt vastleggen (sequencen), omdat dat veel te kostbaar is. Men moet het DNA materiaal eerst op bacteriën vermeerderen en daarna op gel-bodems met behulp van elektroforese identificeren.

George Church van de Harvard medical school in Amerika heeft nu een goedkope en snelle methode ontworpen om in de toekomst het genoom van een patiënt te ontrafelen. Een DNA molecuul bestaat uit ketens van vele duizenden aan elkaar gekoppelde nucleotiden. Een nucleotide is opgebouwd uit een fosfor-suiker deel waaraan een van de vier stikstofbasen verbonden is. ( zie tekening boven rechts) Er zijn nu vier verschillende stikstofbasen, die meestal met de letters A, G, T en C worden aangeduid. Iedere stikstofbase heeft zijn eigen chemische identiteit en het is de volgorde van deze basen die de blauwdruk van een individu bepalen. George Church hecht nu de DNA moleculen aan microscopisch kleine kraaltjes ( 1 micron diameter), die zo behandeld zijn, dat onder invloed van fluorescerend licht de stikstof basen hun identiteit (door kleur) prijs geven. 14 Miljoen kraaltjes bestrijken een oppervlak van een vingerafdruk. De kraaltjes worden onder een microscoop door een “high speed” digitale camera geleid en op deze wijze wordt het hele genoom van een individu geïdentificeerd. Hij schat de kosten in de toekomst ongeveer 1000 dollar per genoom en dit onderzoek kan bijvoorbeeld in grotere ziekenhuizen met een investering van ongeveer 140 duizend dollar gedaan worden. Op dit ogenblik kost het sequencen van een genoom, dat alleen in zeer gespecialiseerde instituten gedaan kan worden nog ongeveer 2,2 miljoen dollar.

Een en ander zou een grote stap zijn bij de behandeling van bijvoorbeeld kanker, omdat dan kan worden vastgesteld welke methode ( chemokuur ) het beste bij de patiënt past. Ook behandeling met allerlei medicijnen kunnen dan beter op elke individuele patiënt worden toegesneden.

Science 5 August 2005


Thursday, August 18, 2005

 


GESCHIEDENIS VAN HET ZENUWSTELSEL

DE HERSENEN (GESCHIEDENIS)


De wetenschap dat psychische afwijkingen iets met de hersens te maken hebben is al zeer oud. Al in het vroege steentijdperk werden bij bepaalde mensen gaatjes in de schedel gemaakt (trepanaties ). Opgravingen van 7000 jaren oude schedels in verschillende culturen laten dit zien. Vaak kan men zien dat deze mensen na deze ingreep bleven leven, omdat littekenweefsel, dat na de ingreep gevormd werd, dit aantoont. Men zal waarschijnlijk gedacht hebben dat kwalijke geesten op deze wijze konden ontsnappen. Na de steentijd, toen metalen voorwerpen werden gebruikt, stierven meer mensen door trepanaties dan daarvoor. Waarschijnlijk moesten in het stenentijdperk telkens nieuwe "instrumenten"worden gemaakt, terwijl later metalenvoorwerpen werden hergebruikt en daardoor meer kans op infecties veroorzaakten.

Ook de Grieken en Romeinen veronderstelden dat de hersenen de edelste delen van het lichaam waren. ( Hippocrates 460-370 BC ). Hij schreef : Men dient te weten dat zowel plezier, vreugde, lach en prettig gevoel, als spijt, pijn, rouw en tranen hun zetel hebben in de hersenen.

De Grieks-Romeinse en Arabische opvattingen waren materialistisch van aard, Men kende wel enkele psychiatrische afwijkingen zoals delirium, manie, melancholie en frenitis ( een ontsteking van de hersenen meestal door een virus veroorzaakt ) en men dacht dat ze door het hersenvocht ( spiritus animalis ) werden veroorzaakt.

Galenus ( 130-200 AD ), een Grieks anatoom uit Alexandrië, die later in Rome woonde, was de eerste die onderzoek verrichtte. Hij zag dat mensen die aan herseninfarcten leden soms gevoel verloren, terwijl er aan de betreffende lichaamsdelen niets te bespeuren was. Ook maakte hij sneden in de hersenen van proefdieren en zag dat ze verstijfden. Als hij de sneden wat dieper in de hersenholtes maakte stierven de dieren.

In de Middeleeuwen dacht men onder invloed van het Christendom dat psychische afwijkingen door de duivel werd veroorzaakt. De duivel nam bezit van bepaalde personen en deze personen, die vaak als heksen werden beschouwd konden veel schade in hun omgeving aanbrengen. Bepaalde priesters die daarvoor waren opgeleid gingen de duivel met wijwater en Latijnse spreuken tegemoet (exorcisten ) en trachten de duivel op deze wijze uit te drijven.

Vaak lukte dat niet en om twijfel uit te sluiten dat deze patiënten van de duivel bezeten waren, werden enkele proeven gedaan . Men wierp ze soms in het water en als ze bleven drijven waren ze van de duivel bezeten en werden ze verbrand. Als ze verdronken waren ze wellicht niet van de duivel bezeten maar het gevolg was hetzelfde.

Iets meer voorspelbaar was de proef, waarbij de benen van de patiënt in kokende olie werden gestoken. Verbranden de benen dan waren ze van de duivel bezeten . Als ze van de duivel bezeten waren belandden ze meestal op de brandstapel en ook hier waren bepaalde ordesgeestelijke speciaal bedreven in.

Paus Gregorius IX benoemde in 1233 de Dominicanen als uitvoerders van de Inquisitie, alhoewel de inquisitie op de eerste plaats voor de ketters bedoeld was. De bijnaam Domini canes ( honden van God ) hebben deze paters dan ook lang moeten dragen. Op het einde van de zeventiende eeuw werden de laatste mensen veroordeeld tot de brandstapel.

In 1484 gaf paus Innocentius VIII het sein tot een grootscheepse heksen vervolging, die meer dan twee eeuwen zou duren. Soms werden per dag meer dan 100 vrouwen verbrand.

Ook heden wordt exorsisme nog wel eens door de katholieke kerk toegepast, hoewel gelukkig alleen met wijwater en niet met de brandstapel.

Het was de Graafse arts Johannes Wier (1515-1588 ) die in zijn boek “de praestigiis daemonum “ ( De bezetenheid des duivels), een andere theorie verkondigde.

Hij was de zoon van een welgestelde hop handelaar uit Grave, die in Parijs zijn opleiding had gehad en die in Orleans tot doctor medicinae zou gepromoveerd zijn. Hij twijfelde er niet aan dat psychiatrische patiënten door de duivel bezeten waren, maar het straffen van deze patiënten vond hij onjuist. Immers niet de duivel werd zo getroffen, maar de onschuldige personen waarvan de duivel bezit had genomen. Een felle strijd ontstond tussen aanhangers van zijn theorie , vaak antiklerikale geleerden en de heersende opvatting, vooral beïnvloedt door de clerus van die tijd. Johannes Wier bestreed de opvatting van twee Dominicanen, die beschreven hoe heksen moesten vervolgd worden en de duivel moest uitgedreven worden. Heksen konden volgens Wier geen kwaad doen, maar hij was wel ook de mening toegedaan dat zij van de duivel bezeten waren en dat zij ziek waren. Er moest echter een bewijs van schuld geleverd worden volgens hem.



 

De Amerikaanse Jezuïeten pater en astronoom George Coyne is directeur van het Vaticaans observatorium in Castel Gandolfo en hoogleraar astronomie aan de universiteit van Arizona

Kardinaal Christophor Schönborn uit Wenen gaf op 7 Juli in de New York times zijn mening naar voren dat de Katholieke kerk het neo-Darwinisme niet kan accepteren. Onder neo-Darwinisme verstaat men de evolutie die zich spontaan, door natuurlijke selectie, zonder ingrepen en begeleiding van buiten af door God of een ander zogenaamd “inteligent designer” heeft ontwikkeld.

( zie dagboek op 22 juli). De Amerikaanse Jezuïeten pater George Coyne, verwijt in het Engelse katholieke weekblad The Tablet, kardinaal Schönborn dat hij het troebele water van de evolutie nog troebeler maakt.

Hij wijst er op dat de internationale commissie onder voorzitterschap van de toen nog Kardinaal Ratzinger vorig jaar nog verklaarde dat er geen conflict bestaat tussen de katholieke leer en de ideeën van Darwin. In 1996 was dat ook al door Paus Johannes Paulus II bevestigd. Schönborn deed deze verklaring af als vaag en onbelangrijk.

Op 13 Juli deden drie belangrijke Amerikaanse wetenschappers een verzoek aan de nieuwe paus om een en ander opnieuw te bevestigen en niet opnieuw een kloof te creëren tussen geloof en wetenschap.

De nieuwe paus Benedictus XVI doet er volgens goede roomse traditie nog even het zwijgen toe.


Wednesday, August 17, 2005

 

Tijdens de oorlog woonde er in Escharen een gezin, waarvan de man zo lui was dat hij niet werkte. Dit ging ten koste van zijn kinderen en zijn vrouw, die op een gegeven moment flink ondervoed waren. De buurlui waren naar de paters gegaan om te vragen of zij 's middags naar het klooster mochten komen voor wat eten en dat werd door de paters goedgekeurd. De buurlui stapten trots naar het armoedige gezin met deze vreugdevolle mededeling. Het antwoord van de man was: “Als de paters zo lui zijn dat ze dat eten niet kunnen brengen, dan laat ze het maar houden”.


Monday, August 15, 2005

 

Kwartels


Omdat er in de krant enkele jaren geleden een verhaaltje stond, waarin werd verteld dat ik kwartels hield en ook een broedmachientje had, belde mij iemand op, die vroeg of ik er voor hem een vijftigtal uit kon broeden. Toen ik ze had uitgebroed vroeg ik me af wat ik ervoor zou rekenen. Bij Albert Heyn kosten de eitjes met Pasen 35 cent per stuk. Ongeveer de helft was bevrucht en ik moest er dus ongeveer 100 inleggen. Toen ze uitgebroed waren hield ik ze nog enkele dagen zelf en belde vervolgens de man op om de kuikentjes te komen halen met de bedoeling om een gulden per stuk te vragen. Toen hij de kuikens in een doos had gestopt en op de fiets had gebonden, gooide hij zijn een been op de fiets, keek om en zei: “nou kunde toch zien dè `t moi is as de minsen elkaar willen helpen, al is 't mar iets vur de kloterij, om vervolgens zijn tocht naar huis te starten.


Friday, August 12, 2005

 

MAAGZUUR


MAAGZUUR

Door de cellen aan de binnenkant van de maag wordt behalve vocht en verteringssappen ook puur zoutzuur afgescheiden. Dit zuur zorgt ervoor dat het voedsel niet alleen min of meer gesteriliseerd wordt, maar ook op een bepaalde manier verteerd wordt. Door de maag worden gemiddeld twee liter vocht afgescheiden per dag, dat door de gelijktijdige afscheiding van zoutzuur dus erg zuur is.

Het maagdarmkanaal

De slokdarm is een buis die de keelholte verbindt met de maag. Qua vorm en functie is de slokdarm het meest eenvoudige deel van het maagdarmkanaal. De slokdarm ligt in de borstholte, achter het hart en voor de wervelkolom. De wand van de slokdarm bestaat voor een belangrijk deel uit spierweefsel dat de bewegingen van dit orgaan mogelijk maakt. Aan de binnenzijde is de slokdarm bekleed met slijmvlies van het plaveiseltype. Zowel aan de bovenzijde van de slokdarm (tussen keelholte en slokdarm) als aan de onderzijde (tussen slokdarm en maag) bevindt zich een verdikking van de spierlaag die als een kringspier (sfincter) werkt. De onderste slokdarmkringspier vormt het einde van de slokdarm. Onder normale omstandigheden ligt deze kringspier ter hoogte van het middenrif (diafragma), de spierplaat die borstholte en buikholte van elkaar scheidt.
De slokdarm mondt uit in de maag: een zakvormige verwijding van het maagdarmkanaal die boven in de buikholte ligt, vlak onder het middenrif. Het bovenste deel van de maag, het maaglichaam (corpus), is het wijdst. Hier is het slijmvlies sterk geplooid. In het nauwere, onderste gedeelte van de maag (het maagantrum) is het slijmvlies glad. Op de plek waar de maag overgaat in de twaalfvingerige darm bevindt zich opnieuw een kringspier. Deze wordt maagportier of pylorus genoemd.

In het zuurproducerende bovenste deel van de maag (het maagcorpus) is het slijmvlies sterk geplooid, in het onderste deel, het maagantrum, wordt geen zuur geproduceerd en is het slijmvlies glad. De tiende hersenzenuw (nervus vagus) voert impulsen vanuit het centrale zenuwstelsel naar de maag en vice versa. Deze zenuw regelt zowel de zuurproductie als de bewegingen van de maag.

De cellen in het corpus van de maagwand, beschikken over een mechanisme dat er voor zorgt dat Kalium ionen worden vervangen door waterstof ionen, die vervolgens in de maag worden afgescheiden. Hoe meer waterstof atomen een bepaalde oplossing bevat, hoe zuurder deze is. Men drukt dat uit in een Ph waarde. Als de Ph 7 is , dan is de oplossing neutraal en is zij niet zuur en niet basisch. Hoe lager de Ph, hoe zuurder de oplossing. In de maag kan de Ph gedurende een aantal uren, meestal ’s nachts ongeveer tot 4 dalen, wat zeer zuur is.

De kern van een waterstof atoom bestaat uit een positief geladen deeltje wat proton genoemd wordt. Het mechanisme dat de cellen van de maag in staat stelt om zuur naar de maag inhoud af te scheiden wordt daarom “proton pump” genoemd. Als men nu voedsel of drank opneemt gaat er via de zenuw, die Vagus genoemd wordt, een sein naar de hersenen, die vervolgens een signaal terug stuurt naar de maagwand, die er voor zorgt dat de proton pumps gaan werken, en zuur in de maag wordt afgescheiden.

Zenuwprikkels bestaan uit stofjes, die aan de uiteinden van de zenuwen worden geproduceerd en die neurotransmitters worden genoemd. De transmitter waar het hier over gaat wordt histamine 2 genoemd en is een variant van het histamine 1, dat bekend is van allergische reacties.

Als men dus iets eet, dan gaat er via de Vagus zenuw, een prikkel naar het hersenengedeelte, dat hypothalamus heet. De hypothalamus zendt via de zogenaamde efferente zenuwtak van de nervus Vagus een prikkel naar de maag terug. Op het einde van deze zenuwtak die uitmond in de maagwand wordt histamine2 afgescheiden, dat bewerkstelligt dat de “pompjes” gaan werken.

Afhankelijk van aanleg en omstandigheden reageert iedereen verschillend op de opgenomen voedselprikkel. Zo zijn er mensen die extra gevoelig zijn voor bijvoorbeeld erwtensoep of Chinees eten, maar ook chocolade, roggebrood en tal van andere zaken, die bij bepaalde mensen extra prikkelen, zijn bekend. Ook roken, coffeïne en koolzuur houdende dranken, sinasappel, grapefruit en soorten kool hebben een slechte naam.

Als er nu teveel zuur wordt afgescheiden kan het soms gebeuren dat men er aanvankelijk niet veel van merkt. De kringspier tussen maag en slokdarm kan zo stevig zijn dat geen zuur wordt doorgelaten richting mond, maar ook kan de peristaltiek van de slokdarm verminderd zijn en dan merkt men ook niet direct dat het zuur omhoog komt. Toch kan het evengoed schadelijk zijn en er kunnen maagzweren ontstaan of maagbloedingen en in de ernstigste gevallen zelfs maagruptuur. Ook de twaalfvingerige darm ( duodenum ) wordt vaak aangetast. Van tevoren zal men meestal wel maagpijn hebben, die zich uit door pijngevoel onder het borstbeen. Men ervaart een branderig en pijnlijk gevoel op die plaats meestal. Ook buikpijn, moeilijk slikken (dysfagia) en “boeren “kunnen voorkomen. Door met een, daarvoor geschikte slang, (endoscopie ) in de maag te kijken zal de specialist de diagnose kunnen stellen.

Ook kan het gebeuren dat er wel zuur in het onderste deel van de slokdarm komt, zonder dat men er veel van merkt. Het zuur is echter wel schadelijk en de slijmvliescellen van de slokdarm, die normaal plaveiselvorming zijn, veranderen in wat langer gerekte cellen. Men noemt dat een Barrett’s esophagus.( Esophagus is het Amerikaanse woord voor slokdarm ).

Ongeveer 10 % van de maagpatiënten heeft een Barrett’s slokdarm en dit kan een voorstadium zijn van slokdarmkanker.

Men kan zich nu afvragen of het maagzuur ook niet schadelijk voor de maagwand is. In normale gevallen is dit niet zo, omdat de cellen van de maagwand een slijmige stof afscheiden die de maagwand tegen zuur beschermd. De maagwandcellen hebben echter hiervoor een hulpstof (enzym) nodig dat cox1 (cox één) genoemd wordt.

Als men nu pijnstillers moet gebruiken dan remmen die het enzym cox2, een enzym dat nodig is om een andere hulpstof te maken die prostaglandine heet. Deze stof veroorzaakt ontsteking en geleidt de pijnprikkel naar de hersenen. Door nu een pijnstiller (NSAID) te nemen kan er geen prostaglandine gevormd worden en derhalve wordt de ontsteking geremd en de pijnprikkel weggenomen.

Jammer genoeg remmen de tot voor kort en ook nu nog meest gebruikte pijnstillers, ook het cox1, een enzym dat, zoal we gezien hebben, ook nodig is om de maag te beschermen. Vandaar dat patiënten die langdurig pijnstillers moeten gebruiken vaak maagklachten krijgen. Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer vier tot vijfhonderd mensen aan maagbloedingen en maagperforaties, door het meestal langdurig en overmatig gebruik van pijnstillers. Bedoeld zijn de zogenaamde Non Steroid Antiinflammatory Drugs (NSAID’s), dus niet paracethamol met of zonder codeïne, maar wel bijvoorbeeld aspirine in hogere doseringen van 500 mg en meer.

Deze patiënten krijgen dan bijvoorbeeld van hun huisarts diclofenac ( een NSAID ) voorgeschreven, maar omdat dit dan soms niet genoeg helpt, haalt men ook nog een pijnstiller zoals ibuprofen ( vaak onder andere fabrieksnaam advil enz ook een NSAID ). bij de drogist. In dergelijke gevallen kan dat ernstige gevolgen hebben.

In de meeste gevallen worden maagklachten echter gewoon veroorzaakt wat men “het zuur” noemt. De tegenwoordig veel gebruikte naam is GERD, dat Amerikaans is voor gastro-esophageal reflux disease. Zeer veel mensen hebben meer of minder last van zure oprispingen, vaak na het eten bijvoorbeeld ’s avonds, maar ook wel ’s nachts omdat door het liggen in bed en het wat meer ontspannen van de sluitspier het zuur omhoog kan komen.

Het kan zeer onaangenaam zijn en is bovendien niet ongevaarlijk zoals we gezien hebben, omdat uiteindelijk in enkele gevallen slokdarm kanker het gevolg kan zijn.

BEHANDELING MAAGZUUR

Vroeger werd wel zuiveringszout gebruikt. Dit zout vormde een verbinding met het maagzuur en neutraliseerde het. Later werden Renniestabletten veel gebruikt en Amerika veel neutraliserende oplossingen.

Sinds de tachtiger jaren kwamen nieuwe middelen in de handel, die tegenwoordig tot de meest verkochte geneesmiddelen behoren. Deze middelen hebben een andere werking. Zij neutraliseren niet, maar zorgen ervoor dat de zuurafscheiding van de maagcellen wordt afgeremd.

DE H2RA’s

De eerste middelen, die in de handel kwamen waren de zogenaamde Histamine2 receptor antagonists ( H2RA’s ) Deze stof blokkeert de receptoren of ontvanger mechanismen die op de cellen zitten waarin de proton pumps werkzaam zijn. Als men dan bijvoorbeeld last heeft, dat men na het eten van chocolade of gewoon na het avondeten het zuur krijgt, moet men tijdens of vlak voor het eten een tabletje nemen. De prikkel die van het eten uitgaat naar de hersenen en die in dergelijke gevallen versterkt wordt teruggestuurd om zuur te maken komt in de maag echter aan de gesloten deur omdat het geneesmiddel de receptoren heeft geblokkeerd. ( vandaar de naam antagonist ) Hieruit volgt al dat men dergelijke geneesmiddelen het liefst tijdens het eten moet nemen en niet zoals vaak op de gebruiksaanwijzing staat voor het naar bed gaan. Als men dat doet komt men veel te laat en heeft men al lang last van het zuur. Sommige patiënten hebben echter vaak last van nachtelijke doorbraken van het zuur. Zoals al vermeld, komt dat door de liggende houding en het feit dat de sluitspier min of meer ontspant. Tijdens deze in de literatuur genoemde MAAGZUUR “nocturnal breakthroughs” kan de Ph in de maag te lang onder de 4 dalen en dat is abnormaal zuur. In dergelijke gevallen worden de H2RA’s wel, voor het slapen gaan, ingenomen. Meestal zal men dan overdag al een soort van de andere, verder te bespreken maagzuurremmers, gebruikt hebben.

Tot de groep H2RA’s behoren de volgende geneesmiddelen.

Cimitidine ( Tagamet ) Wordt nog slechts in de veterinaire praktijk gebruikt.

Ranitidine ( Zantac ) Een van de meest gebruikte geneesmiddelen overal ter wereld. Men kan dit geneesmiddel ook bij de drogist kopen, in tabletjes van 75 mg. Dit zal lang niet genoeg zijn voor ernstige aan maagzuur lijdende patiënten, maar men kan dan beter naar de huisarts gaan, die ook tabletten van 150 en zelfs 300 mg kan voorschrijven.

Famotidine ( pepcid ) is ook bij drogist verkrijgbaar.

Nizatidine ( Axid )

DE PPI’s

Deze later in gebruik gekomen geneesmiddelen heten Proton Pump Inhibitors. ( inhibit betekent in het Engels verhinderen ) Deze groep geneesmiddelen schakelen de proton pumps uit. Zij werken langduriger dan de H2RA’s. Als eenmaal een proton pump in de cel van de maagwand is uitgeschakeld is dat definitief. Omdat er echter steeds nieuwe pompjes ontstaan komt de zuur productie wat later toch weer op gang. Voor sommige patiënten is het voldoende om ’s morgens een PPI te nemen en men heeft dan verder geen last meer. Soms kan men zelfs om de andere dag slechts een tabletje of capsule nemen om verder geen last te hebben.

Men zal altijd moeten proberen om met zo weinig mogelijk geneesmiddel uit te komen omdat bij te veel gebruik het maagzuur op een onbiologische ( onfysiologische ) manier kan worden afgeremd. Maagzuur is er tenslotte niet voor niets en heeft, mits op normale wijze geproduceerd, een nuttige functie.


De PPI’s zijn alleen op recept verkrijgbaar.

De meest bekende en het eerst op de markt gekomen PPI was:

Omeprazol (Losec). Er zijn veel meer PPI’s in de handel maar het verschil in werking wordt meestal slechts aangetoond in de door de betreffende industrie gesubsidieerde literatuur. Bovendien is het patent van omeprazol verlopen . De later uitgekomen PPI’s zijn meestal nog gepatenteerd en derhalve vaak duurder. Omeprazol stond in 2003 met bijna twee miljoen verstrekkingen op de eerste plaats in Nederland.

Esomeprazol (nexium )

Lansoprazol ( Zoton- Prezal ) Is duur, maar zou de nadelige werking van langdurig gebruik van apirine als bloedverdunner, dat eventueel zou kunnen optreden, verhinderen.

Pantoprazol ( Protium )

Rabeprazol (Pariet )

HELICOBACTER PYLORI

Lang heeft men gedacht dat maagklachten het gevolg waren van teveel eten , te gekruid eten, te gulzig eten en allerlei andere oorzaken. In 1982 ontdekten Australische onderzoekers dat een spiraalvormige bacterie, die zij Helicobacter Pylori noemden meestal de oorzaak was van maagzweren. Deze bacterie veroorzaakt vaak een ontsteking, waardoor de oppervlakkige cellen van de maagwand vernield worden en zuur dieper kan doordringen in het maagoppervlak, waardoor maagzweren kunnen ontstaan. Zeer veel mensen zijn met deze bacterie besmet en percentages van boven de 20 bij mensen boven de 40 en boven de 60 jaar, zelfs van meer dan 60 percent. Door bloedonderzoek maar ook door de uitademingslucht secuur te onderzoeken kan men de diagnose stellen. De bacterie scheidt namelijk ammoniak uit en dat kan men met betreffende apparatuur meten. Men ontdekte nu dat de meeste maagzweren veroorzaakt worden door deze bacterie, maar het is duidelijk dat extra maagzuur secretie, zoals die bij mensen met “het zuur “ vaak voorkomt, natuurlijk het ontstaan van maagzweren in de maag en twaalfvingerige darm bevordert.

Men bestrijdt de bacterie met een antibioticum kuur, die men vergezeld doet gaan van een PPI. Soms wordt nog Metridazole toegevoegd, een middel dat werkt tegen de trilharen van de bacterie. Als antibioticum wordt amoxicycline , claritromycine en soms een tetracycline gebruikt, meestal gedurende 14 dagen.

Als men nu alleen maar last heeft van het zuur en bij gastroscopisch onderzoek ( met een daarvoor geschikte slang in de maag kijken ) blijkt dat het maagslijmvlies redelijk normaal is, kan men beter geen kuur tegen de bacterie doen. Als de maag namelijk geen last meer heeft van de bacterie en de cellen waarin de protonpumps zitten niet langer verstoord worden door de bacterie, gaan ze nog meer zuur maken, terwijl bovendien de ammoniak afscheiding door de bacterie nog het zuur wat neutraliseert. Men ziet dan ook vaak dat GERD patiënten, die een kuur tegen Helicobacter Pylori ondergaan, na de kuur meer maagzuurremmende middelen moeten nemen dan tevoren. Toch is het bij bepaalde patiënten noodzakelijk de bacterie te bestrijden omdat ze soms te ernstige beschadigingen kan veroorzaken en bovendien de kans op maagkanker verhoogt.


MAAGKANKER

Als men een beginnende maagkanker heeft en men gaat zonder verder onderzoek deze moderne maagzuurremmers gebruiken kan het voorkomen dat een kwaadaardig gezwel in de maag gemaskeerd wordt. In twijfel gevallen zal een gastroscopie aangewezen zijn. Het zou anders kunnen gebeuren, dat men het pas merkt als het te laat is.


ASTMA EN NEUS, OOR, KEELSYNDROOM.

Sommige mensen zijn overgevoelig voor maagzuur. Men hoeft dan verder niets te merken en men heeft bijvoorbeeld nooit last van het zuur. Toch komt het zoutzuur, al is het slechts zeer weinig, door de slokdarm naar boven en een allergische reactie kan het gevolg zijn. In de literatuur spreekt men van NET syndrom. NET staat voor Nose, Ear, Throat. Ook astma dat mensen op latere leeftijd krijgen, wordt vaak veroorzaakt door minuscule hoeveelheden zoutzuur, die via de ademhaling op de trilharen van de luchtpijp en de bronchiën terecht komen. Een behandeling met moderne maagzuurremmers kan dan uitkomst bieden.

Als de schade door maagzuur verder gaat dan de slokdarm, spreekt men van extra-esophageal reflux. Chronische bronchitis, hoesten, voortdurend de keel schrapen, longfibrose en zelfs longontsteking kunnen het gevolg zijn van langdurige prikkeling door maagzuur. Ook keelontsteking, chronische neus en voorhoofdholte ontsteking, lopend oor, middenoor ontsteking en het gevoel van een brok in de keel worden onder andere genoemd.

Belgische onderzoekers van de universiteit van Leuven ( 1 ) onderzochten 505 patiënten met NET symptomen, die voor deze aandoeningen behandeld waren met antibiotica, antiallergenen en cortisone preparaten. Bij deze patiënten was men er niet in geslaagd de verschillende NET klachten te genezen. Bij de meeste patiënten vonden de onderzoekers wel endoscopisch ontsteking van de slokdarm (erosive esophagitis ), ontstaan door zuur van de slokdarm. De patiënten die slechts behandeld werden met omeprazole totdat de verschijnselen verdwenen, kregen de NET verschijnselen vaak na enige tijd weer terug, terwijl dit bij de groep die langdurig Omeprazol kregen niet het geval was. De onderzoekers raden aan om bij NET symptomen steeds endoscopie te doen, maar ook als de uitslag negatief is en andere oorzaken kunnen worden uitgesloten, toch met een PPI te behandelen.

Zoals eerder gezegd kan men overgevoelig zijn voor het maagzuur, zonder dat er in de slokdarm iets van te merken is. De overgevoeligheid komt vooral in de luchtwegen tot uitdrukking.

In Amerikaanse publicaties ( 3 )wordt er juist vaak op gewezen dat patiënten met deze neus, oor, keel symptomen dikwijls geen GERD verschijnselen vertonen. Zij spreken van extra-esophageal, maar ook van supra-esophageal en ook wel van atypical GERD related symptoms. Hoesten, schorheid, stemverandering, astma, voorhoofdsholteontsteking, middenoorontsteking en verlies van tandglazuur worden genoemd. Aangeraden wordt om een antireflux therapie met maagzuurremmers toe te passen, als er door de KNO arts geen duidelijke andere oorzaak kan gevonden worden. Men raadt dan meestal een therapie met PPI’s aan en wel twee tot vier weken, tweemaal daags. Bij astma gevallen gedurende twee tot drie maanden. Wel wordt er op gewezen dat men met zo weinig mogelijk geneesmiddelen moet volstaan en afhankelijk van Ph metingen enz. kan vaak ook met eenmaal daags worden volstaan, maar soms moet hogere doseringen toepassen om van de ongewenste verschijnselen af te komen.

Amerikaanse onderzoekers van de universiteit van Norfolk, VA ( 2 ) zagen bij patiënten met slaapstoornissen vaak erosieve slokdarmontsteking. Door toediening van 40 mg esomeprazole eenmaal daags konden zij uitstekende resultaten behalen

In een Europesche studie, ( 5 ) waaraan meerdere centra deelnamen werden 6125 GERD patiënten gedurende 5 jaren gevolgd. 60 % van deze patiënten had moeilijkheden om in slaap te vallen en 70 % had last van onregelmatig slapen. Zowel de deelnemers, die slokdarmontsteking hadden, als de patiënten waar endoscopisch nog geen abnormaliteiten te zien waren verbeterden significant na twee weken met esomeprazole behandeling, en wel naar 18 % respectievelijk naar 24 %.


LONGONTSTEKING DOOR HET GEBRUIK VAN MAAGZUURREMMERS.

In Nederland heeft 20 tot 40 % van de bevolking minstens een episode , waarin ze de maag van streek hebben of het zuur krijgen. 5 % Bezoekt hiervoor een huisarts.

Onderzoekers van de universiteit van Nijmegen en Rotterdam ( 6 ) konden vaststellen dat patiënten, die maagzuurremmers gebruikten iets meer kans op longontsteking hadden dan vergelijkbare proefpersonen, die de laatste maanden van het onderzoek geen remmers hadden gebruikt. Bij deze laatste groep kwam gemiddeld per 100 personen 0,6 maal een longontsteking voor. Bij de PPI gebruikers was dit 2,5, terwijl dat bij de H2RA patiënten 2,3 was.

De onderzoekers verklaren dit verschijnsel door het feit dat een te sterke zuurremming er voor kan zorgen dat bacteriën en virussen dan soms de kans krijgen zich in de maag te nestelen en vervolgens via de slokdarm de luchtwegen kunnen besmetten. Zij zagen een positief verband tussen de hoeveelheid zuurremmers , bijvoorbeeld twee maal daags genomen, en het voorkomen van longontsteking.

In hoeverre onder Nederlandse omstandigheden, waarbij een aantal mensen, die niet van geneesmiddelen houden en direct stoppen als ze denken dat ze genezen zijn, ( de groep wellicht die in het verleden gebruikt had ) en mensen , die steeds herhaalrecepten blijven halen met de gedachte dat het niets kost en baadt het niet het schaadt ook niet en die blijven gebruiken, verstorend heeft kunnen werken is niet duidelijk. Bij deze laatste groep zou het kunnen gebeuren dat, hoewel genezen toch nog zuurremmers genomen worden, de zuurgraad onbiologisch laag kan worden met het gevolg dat bacteriën en virussen hun kans krijgen.

Tenslotte moet nogmaals vermeld worden dat men zelf moet uitzoeken met welke minimale hoeveelheden men kan volstaan om gezond te blijven.

LITERATUUR

1 Johan Poelmans, MD, Ph.D. et al.

The yield of upper gastrointestinal endoscopy in patients with suspected reflux-related chronic ear, nose, and throat symptoms.

InAmerican Journal Gastroentrology 99 (8), 2004

2 N. Chand, et al.

Sleep disfunction in patients with gastro-oesophageal disease : prevalence and response to GERD therapy, a pilot study

Aliment Pharmacol Ther 20(9), 2004-11-21


3 M. Brian Fennerty, MD

Supraesophegeal Reflux: Approach to Diagnosis and Management

Medscape: www.medscape.com/viewarticle/471304


4 Radu Tutuian, et al.

Nocturnal acid breakthrough approach to management

Med. Gen. Med. Gastroenterology 26-10-2004


5 A. Leodolter et al.

Esomeprazole therapy improves sleep disorders in patients with gastroesphageal disease

Gastroenterology 2001; 96


6 Robert J. F. Laheij et al.

Risk of community-acquired pneumonia and use of gastrc acid-suppressive drugs

The Journal of the American Medical Association Vol. 292 No 16, October 27, 2004


Jan Goossens 2004







Wednesday, August 10, 2005

 

de benadering van Markus Grompe


Op 8 juli werd de methode van “somatic cell nuclear transfer” beschreven, zonder dat er gebruikt werd gemaakt van embryo's. Als dat zou lukken zouden veel religieuze en ethische bezwaren omzeild kunnen worden.

Tijdens de bijeenkomst van de “International Society for Stem Cell Research” in Juni '05 werd door Kevin Eggan van Harvard university een dergelijke methode beschreven. Met toevoeging van polyethylene glycol kon hij somatische celkernen van fibroblasten, fuseren met stamcellen uit bestaande stamcellijnen. De zo ontstane cellen hebben twee maal het normale aantal chromosomen, omdat iedere cel in tegenstelling met een geënucleëerde eicel, die vanzelfsprekend geen chromosomen heeft, een normaal aantal chromosomen bevat. Dergelijke cellen noemt men tetraploïd en zijn zonder meer niet bruikbaar. Toch gedragen de gefuseerde cellen zich als embryonale stamcellen, waarbij karakteristieke eigenschappen in de genen naar voren komen. Als men bijvoorbeeld normale embryonale stamcellen onder de huid van zogenaamde “immuuncompromised” muizen brengt vormen zij eerst de drie basis multipotente cellen, entoderm ektoderm en mesoderm en daaruit ontstaan weer allerlei weefselcellen, die vaak kankerachtig ontaarden( teratomas). Ditzelfde deden de door Eggan en zijn team geproduceerde cellen. De fibroblasten zijn voorlopers van huidcellen en zij worden op deze wijze teruggebracht ( geredifferentiëerd ) tot embryonale pluripotente stamcellen, zoals die uit de inner cell mass van blastocysten komen. Wellicht is het echter zo dat de kern van de stamcel nodig is om de fibroblast kern te redifferentiëeren, en moet daarna misschien verwijderd worden, om de genetische blauwdruk van de fibroblast tot uitdrukking te laten komen. In het commentaar werd daarom opgemerkt dat “ the devil is in the details ”.

Een ander benadering werd door Markus Grompe van “Oregon Health and Science University” naar voren gebracht. De normale stamcellen in de inner-cel mass van de blastocyst delen zich aanvankelijk zonder te differentiëren. Op dag 6, als de blastocyst zich gaat hechten aan de baarmoederwand wordt een zogenaamd homeobox gen (zie 19 juli), dat nanog genoemd wordt, inactief en verhindert niet langer dat de stamcellen zich gaan differentiëren. Het nanog gen is dus nodig om de stamcellen hun pluri-potentie te laten behouden. Door nu bij de fusie van een geënucleëerde eicel met een fibroblast, of een ander somatische cel, het nanog gen van begin af aan tot over-expressie te brengen, zouden stamcellen direct ontstaan zonder het tussenstadium van blastocysten. ( zie tekening) Als er geen embryo's ontstaan zijn er ook geen ethische bezwaren.
Science 8 Juli 2005 blz. 240




Monday, August 08, 2005

 
voor Ivo in Singapore.



Familiaire paranoia

Wij hadden vroeger thuis een dienstmeisje, die meende dat ze in een vroeger leven een kip was geweest. Dat was op zich niet erg, maar soms nam ze plaats op een stoel en bleef geruime tijd zitten in de mening dat ze een ei moest leggen. Mijn moeder nodigde haar moeder uit om het daar eens over te hebben en ze raadde haar aan om met haar dochter naar de psychiater, professor Prik, in Nijmegen te gaan. Haar moeder antwoordde: "ik heb alles voor mijn dochter over, maar ik ga niet naar de psychiater. Waarom dan niet vroeg mijn moeder. Haar motivatie was, dan raap ik misschien gen één ei mer.

Saturday, August 06, 2005

 
SNUPPY


In 1996 werd voor het eerst door Ian Wilmut uit Schotland een zoogdier gekloond. Het was het schaap Dolly dat daarom wereld beroemd werd. Daarna zijn tal van zoogdieren overal ter wereld in de meer ontwikkelde landen gekloond zoals muizen, ratten, katten, konijnen, geiten, varkens, runderen en paarden. Het klonen van een hond bleef moeilijk vooral omdat eicellen van honden gewonnen moeten worden, rechtstreeks van de eierstokken van honden en die daarom nog onrijp zijn. Deze onrijpe eicellen moeten in het laboratorium gerijpt worden en dat is een moeilijk procédé. Dat dit de Zuid-Koreaanse onderzoekers onder leiding van professor Whang toch gelukt is wordt in Amerika niet echt leuk gevonden. Volgens CNN heeft: “the USA lost the lead in basic research on stem cell and cloning”.

Professor Whang nam een hond van het Afgaan ras, omdat het een mooie hond is ( distinctive look) en omdat ze zeer handelbaar zijn. Dit zal goed van pas komen omdat hij verwacht dat Snuppy even beroemd zal worden als Lassy.

Het medisch belang van het klonen van honden wordt overal erkend. Van belang is namelijk de overeenkomst van hond en mens op gebied van de stofwisseling ( the matabolic resemblance to humans) en omdat het allebei sociale dieren zijn die veel kunnen leren. Men ziet de mogelijkheid om bijvoorbeeld het humane gen of genen, die verantwoordelijk zijn voor Alzheimer te transplanteren in een embryo ( blastocyste) van een hond en nu zien waar en in welk stadium de zich verder ontwikkelende stamcellen abnormaliteiten gaan vertonen. Hetzelfde geldt voor diabetes en kanker.
CNN on line 6 Aug 05


Friday, August 05, 2005

 
dogs look up at you, cats look down at you, while pigs look you straight in the eyes (Winston Churchil)


Een ziekte bij varkens veroorzaakt door streptococcus suis werd voor het eerst in 1968 in Denemarken vastgesteld. Overal in de wereld waar varkens gehouden worden komt de ziekte af en toe voor. De varkens blijven vaak drager van het micro-organisme in de tonsillen. Ze kunnen elkaar besmetten door bijvoorbeeld neuscontact. De varkens kunnen ernstig ziek worden, waarbij hersenvliesontsteking vaak op de voorgrond treedt.

In de literatuur zijn 150 gevallen bekend dat de mens besmet is met deze varkens streptokok. De gevolgen kunnen ernstig zijn en hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging, endocarditis en doofheid kunnen volgen. Het gaat meestal over het type 2 en de laatste tijd ook type 14 van deze bacterie, als de mens besmet raakt.

Op dit ogenblik zijn er door het ministerie van gezondheid in China 206 gevallen van streptococcus suis bij de mens gemeld. 38 Van deze gevallen waren fataal en 18 worden als zeer kritisch gemeld. Bijna alle gevallen komen voor in de provincie Sichuan, waar zeer veel varkens gehouden worden. Einde juni werden de eerste gevallen gemeld in de stad Zyang. Het betreft meestal volwassen varkenshouders. De verschijnselen die gemeld worden, zijn hoge koorts, malaise, misselijkheid, overgeven, gevolgd door hersenvliesontsteking, onderhuidse bloedingen, shock en in ernstige gevallen coma. De incubatie tijd is kort en de ziekte heeft een snel verloop. De Chinese autoriteiten hebben nog geen gevallen gemeld waarbij de ziekte van mens naar mens overging. De uitbraak heeft een ongewoon karakter en wordt op de voet gevolgd door de wereld-gezondheids-organisatie.

gegevens: World health organization 3 August 2005


Thursday, August 04, 2005

 


In het wetenschappelijk tijdschrift Nature van 4 Augustus 2005 staat te lezen dat de zuid Koreaanse dierenarts Woo Suk Whang (zie blogdagboek 30 juni) er voor het eerst in geslaagd is een hond te klonen. Het gekloonde hondje heet Snuppy naar "Seoul National University puppy". Volgens Whang is het van belang omdat honden een aantal, vooral orgaan ziektes hebben, die veel overeenkomst met die van de mens vertonen, en zo voor onderzoek gebruikt kunnen worden van deze ziektes. Hij slaagde na veel vergeefse pogingen tenslotte in, door een somatische kern van een cel uit het oor van een Afghaan hond in een geënucleerde eicel van een teef te plaatsen. Deze transgene eicel werd bij een gele Labrador teef ingeplant. Volgens de eerste kommentaren kon een en ander wel eens veel ethische bezwaren op roepen van hondenliefhebbers "opening a whole tin of worms", zoals ze dat noemen.
Dit protest zal dan waarschijnlijk niet uit Zuid Korea komen waar hondenvlees als een lekkernij wordt beschouwd.

Tuesday, August 02, 2005

 


6 gulden
Toen ik vroeger in de praktijk werkte belde mij 's nachts eens een boer met de mededeling: "Ik zit hier al een halve nacht achter een zeug, die nie kan baggen en kan de ganse nacht voor 6 gulden nie blieven zitten".
Of ik maar even wilde komen om het probleem op te lossen.

Monday, August 01, 2005

 
Virus dringt in de cel en brengt het DNA in de kern. Dit verlaat de kern in de vorm van messenger RNA om als blauwdruk bij de synthese van de virale eiwitten te dienen. aan de celwand worden ze opgevangen door de T cel receptoren. ( zie figuur)




Thomas Schmitt en medewerkers konden embryonale stamcellen met adequate op elkaar volgende actieve stoffen (the right sequence of cues) differentiëren tot T lymfocyten. Deze witte bloedcellen spelen een belangrijke rol in het immuniteits systeem. Normaal worden embryonale stamcellen in het beenmerg gedifferentieerd tot voorlopers (progenitors) van de bloedcellen. In de thymus ontwikkelen ze zich verder tot T cellen. In samenwerking met B lymphocyten worden antistoffen gevormd.

Virussen die die lichaamscellen binnendringen laten aan het oppervlak van die cellen bepaalde merkers achter, die door de T lymphocyten herkend worden. De onderzoekers besmetten immuundeficiënte muizen met bepaalde virussen en vervolgens met goed resultaat met de gekweekte T lymfocyten.

Thomas Schmitt et al. Nature Immunology 21 March 2004


This page is powered by Blogger. Isn't yours?