Sunday, February 06, 2011

 

vroeger tijden

Hoefsmid in begin twintigste eeuw

Als men een tijdje geleden een inbreker in eigen huis tegenkwam en men gaf hem een lichte tik op zijn hoofd dan was de kans groot dat men 's anderendaags zelf in de gevangenis zat terwijl de inbreker vrij rond liep.

De nieuwe regering wil daar iets aan veranderen en men wordt nu niet meer direct gevangen genomen als men zoiets overkomt.

Interessant is een verslag te lezen in de Boxmeerse krant van 26 februari 1921

Dood door schuld.

Donderdag stond voor de rechtbank te 's Bosch terecht A.W. G., 21 jaar, geboren 21 september 1899, smid, te Sint Anthonis, beklaagd ter zake : “dat aan zijn schuld de dood van Arnoldus Arts te wijten is, hebbende hij toch den 27 december 1920 of daaromtrent te Sint Anthonis, toen hij vernomen had dat iemand zich bij zijn woning bevond, uiterst roekeloos en onvoorzichtig met een militair geweer model 1895 gewapend, terwijl hij niet gewend was met geweren om te gaan, althans niet met een geweer model 1895 en van zulk een geweer de behandeling niet kende en hebbende hij dit geweer met een daarvoor bestemde patroon geladen, waarna hij uitermate roekeloos en onvoorzichtig met dit tot vuren gereed geweer waarvan de haanpaal niet was omgelegd , met beide handen en een vinger aan den trekker en den loop vooruit in de richting van den persoon waarheen hij liep, naar buiten is gelopen in de richting van den zich aldaar bevindenden Arnoldus Arts, die toen plotseling door een schot uit zijn , beklaagdes geweer, werd getroffen en daardoor eene levensgevaarlijke en zwaar lichamelijk letsel uitmakende wonde bekwam, waaraan hij eenigen tijd later is overleden.”

Beklaagde gehoord, bekend volledig zich aan hem ten laste gelegde te hebben schuldig gemaakt.

Getuige deskundige M. Staelenberg geeft eene verklaring van de behandeling van het geweer en wat bedoeld wordt met omleggen van den haanpal.

Beklaagde geeft nader eene verklaring hoe het geval zich heeft voorgedaan. Zijn broer had een brief gepost en zeide tegen hem dat een man om het huis liep. Beklaagde heeft toen het geweer genomen en scherpe patronen , welke hij gevonden had op het oefenterrein van de burgerwacht. Met het geweer dat hij geladen had is hij naar buiten gelopen en toen kwam een man met uitgestrekte armen op hem af. Hij schrok toen hevig en zag een vuurstraal uit het geweer komen en meteen den man neervallen.

De president wijst beklaagde er op dat deze zeer onvoorzichtig heeft gehandeld, waardoor de dood van verslagene door zijn schuld is veroorzaakt. Op de vraag van een der rechters of beklaagde de behandeling van het geweer kende, antwoordde hij ontkennend, hij heeft slechts een keer of vijf daarmee geschoten. Dr. J.W. L. van Hulst, die getroffene heeft behandeld, geeft een deskundige uitlegging van de uitwerking van het schot en concludeert dat geen andere doodsoorzaak aanwezig was dan de gevolgen van de schotwonde.

Dr. Nuyens, eveneens getuige-deskundige gehoord, legt eens gelijkluidende verklaring af en antwoord op de vraag van den president dat beklaagde als een zeer oppassende jongen bekend stond.

Als verdediger trad op Mr. Hengst.

Opperwachtmeester Peereboom heeft het geweer in beslag genomen en daarbij ook een hoek van een steen waarop het schot is afgeschampt waardoor de richting van den kogel is veranderd. Ook deze getuige legt een gunstige verklaring af omtrent het gedrag van beklaagde

Getuige W. Arts, broeder van den verslagene, deelt mede dat zijn broer voornemens was naar een ploeg te gaan zien.

De president wijst er op dat er toch geen ploegen achter het huis lagen, wat de verslagene toch ook wist.

Getuige kon zulks niet zeggen doch hij weet wel dat dat zijn broer nooit met hem heeft gesproken over over de familie van beklaagde dat deze er goed bij zat. Getuige A. Kleijn, gemeente veldwachter te Sint Anthonis geeft te kennen, dat dat het hem wel is voorgekomen dat de verslagene niet te best bij was, het wiemelde wat in zijn hoofd.

Getuige Arts wordt wordt nader ondervraagd en deelt mede, dat zijn broer werkelijk een ploeg wilde kopen. Hij weet niet waarom hij zoo laat daarop uit ging. Ook zegt getuige dat zijn broer niet al te best bij was. Het wiemelde hem wel niet maar hij was erg verlegen.

Getuige A. Kleijn, nader ondervraagd, deelt mee, dat den laatste tijd veel in de gemeente werd gestolen en ook vaak brand voorkwam, waardoor de bewoners dan ook steeds angstig waren.

Getuige deskundige Staelenberg geeft als zijn mening te kennen , dat het geheel verklaarbaar is dat in een streek waar veel wordt gestolen, iemand naar buiten gaat met een geweer en daarbij den vinger aan den trekker houdt. Hij acht dat geen onvoorzichtige daad. Verder acht hij iemand die 5 of 6 keer met een geweer heeft geschoten volkomen op de hoogte met dat geweer.

Dr. Nuyens nogmaals gehoord verklaart dat hij wel heeft horen zeggen dat de verslagene niet al te best was. Hij heeft zulks echter niet kunnen vast stellen. Wel kwam het hem voor dat hij erg bleu was. Het O.M. De geheele toedracht der zaak nagaande komt tenslotte tot de conclusie dat hier door grote onvoorzichtigheid de dood is veroorzaakt aan een ander. Waar echter beklaagde niet als een misdadiger kan worden aangemerkt en zelfs zeer gunstig bekend staat, zou het O.M. der rechtbank, eene voorwaardelijke veroordeling willen voorstellen

Spreker vroeg tenslotte een veroordeling tot 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.

Zo soepel als de rechters in die tijd oordeelde zal de nieuwe regering voorlopig wel niet doen. Zouden ze dat wel doen dan zou menigeen er aan twijfelen of er ook in hun hoofden wellicht iets wiemelde.


Comments: Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?