Friday, August 19, 2011

 

groeps agressie


Links: Bram Vermeulen, met de titel journalist van het jaar 2008, is correspondent in Turkije.

Rechts: "Soort zoekt soort".

Ongeveer twee miljoen jaren lang leefden de mensen in nauw aan elkaar verwante familiaire groepen (stammen). Zij leefden als jager-verzamelaars. Hiervoor was het nodig dat zij over een eigen territorium konden beschikken. Het was een hard bestaan en hongersnood door gebrek aan voedsel waren, evenals tegenwoordig in minder ontwikkelde gebieden, heel gewoon.

Men kan zich voorstellen dat een andere groep met een andere identiteit, die hun territorium binnen drong, als een bedreiging werd gezien. De vaak karige opbrengst van het territorium moest dan immers gedeeld worden en dat kon levensbedreigend zijn. Vanzelfsprekend verzette zich de groepen tegen elkaar en de agressiefste en dapperste groep zal uiteindelijk aan het langste eind getrokken hebben. Gedrag is altijd het gevolg van een interactie van aanleg en milieu (opvoeding). Door natuurlijke selectie kwam, het zich verzetten tegen een groep met een andere identiteit, op de lange duur in onze genen terecht. Daarom zal integratie van een andere groep met een eigen andere identiteit die zich uit in verschil van godsdienst, kleding (hoofddoek of keppel), huidskleur, taal, seksuele aanleg of etniciteit altijd moeilijk zijn.

Tijdens een week op TV over integratie werd in Den haag op de markt aan een Turkse groenteboer gevraagd wat hij onder integratie verstond. Zijn antwoord was: "Zo weinig mogelijk opvallen". Dat is inderdaad ethologisch (ethologie is de biologie van gedrag) gezien een waarheid als een koe.

Een duidelijk voorbeeld hiervan zag ik in het NRC van 25 maart 2011 door Bram Vermeulen, correspondent in Turkije. Hij schrijft: Eergisteren sprak ik met twee leraressen, een was gelovig de andere niet. Turkse leraressen mogen op school geen hoofddoeken dragen, omdat het een openbare instelling is. Dus op het schoolplein hadden zij allebei hun haar los. Ik vond de gelovige vrouw leuk om te zien. Ze was goedlachs en scherpzinnig. In mijn ogen was het een moderne vrouw. Na het gesprek liep ze naar haar Jeep, waar zij begon haar hoofddoek om te binden. Toen merkte ik dat ik haar daarna alleen nog maar kon zien als een vrouw met een hoofddoek. Opeens ging de knop om. Terwijl zij in die auto dezelfde vrouw was, even vrolijk, even knap. Het was niet de vrouw die was veranderd maar mijn perceptie. ik betrapte mijzelf op mijn eigen vooroordelen. Daar schrok ik van Ik heb veel gereisd en veel gezien. Ik dacht dat ik een wereldburger was.

Ik denk dat Bram inderdaad een wereldburger is, maar dat hij juist zoals praktisch iedereen onderworpen is aan ethologische wetmatigheden. Gedurende twee miljoen jaren had het discrimineren van anderen met een andere identiteit een nuttige functie. Het droeg bij aan het in stand houden van de groep of individu en kwam zo, door natuurlijke selectie als gedrag-patroon in onze genen terecht. Tegenwoordig is deze ethologische wetmatigheid een zogenaamd relict geworden. Juist als verstandskiezen en een blinde darm, die tijdens de evolutie zijn blijven bestaan, heeft het alleen maar nadelen.

Interessant is ook een artikel van de freelance journalist Paul Andersson Tousaint die constateert dat bijna de helft van strafbare uitingen op internet zijn gericht tegen joden. Ook zegt hij dat door Marokkaanse straat terreur, de joden in Amsterdam-west naar een schuil-synagoge met een geheim adres gaan. De joden die de synagoge bezoeken dragen een hoed om hun keppel te verbergen. In het verleden werden joden die een keppel droegen met stenen bekogeld. Er zijn volgens hem in de hoofdstad van Nederland zes wijken waar joden worden bespuwd en belaagd. Hij schrijft dat antisemitisme geen incident is maar hij merkt op dat het normaal is akelig normaal. Vanzelfsprekend bedoelt hij niet het "normaal" in de zin van positief maar meer dat het meer regel dan uitzondering is. Omdat joden door de eeuwen heen altijd hun eigen identiteit behielden zijn ze ook altijd gediscrimineerd. Zij zijn altijd opgevallen en het is dan ethologisch normaal dat je gediscrimineerd wordt.

Ook constateert hij dat herkenbare homo's zich niet kunnen vertonen in bepaalde buurten van Amsterdam-West zonder een groot risico te lopen om uitgescholden, bespuugd, bedreigd of zelfs mishandeld te worden. Ook hier gaat het weer om herkenbaarheid. Door half naakt en onder het maken van obscene gebaren op een boot rond te varen, geef je jezelf een identiteit en dan val je op. dat is altijd aanleiding om gediscrimineerd te worden. Goedbedoelende autoriteiten die op zo'n boot mee varen werken de eigen identiteit van homo's zo mede in de hand, met discriminatie tot gevolg. Normaal zijn betekent nu eenmaal ook dat je je normaal gedraagt.

De joodse publiciste Bloeme Evers-Emden, werd samen met Anne frank naar Auschwitz getransporteerd. Zij keerde als enige van haar familie na de oorlog naar Nederland terug. Zij kan zich de anti-joodse propaganda van de NSB van voor de oorlog goed herinneren, maar niet dat joden toen in elkaar werden geslagen. Zij vindt het erg dat zij nu als 85 jarige vermomd naar de synagoge in Amsterdam West moet gaan.. Zij merkt op dat joden nooit hoofddoeken van moslima's hebben afgerukt maar dat de joden zich dat nu wel met de keppel moeten laten welgevallen.

De joodse geschiedenis hoogleraar aan de universiteit van Jeruzalem stelt dat er maar één manier is om agressie tussen volken tegen te gaan. Men moet ze volgens hem uit elkaar houden. Dat is de reden waarom er in het verleden landen met eigen grenzen ontstonden. Je kon niet zo maar zonder meer met mensen met een andere identiteit in aanraking komen. Zonder paspoort of (en ) visum kwam je nergens. Ook de kasten vorming in India had een zelfde functie. Meer dan 1000 jaren lang zijn de Indiase mensen in groepen verdeeld ieder met een eigen identiteit. Iedere kaste leefde op zichzelf en het was verboden om met elkaar in aanraking te komen. Toch was een en ander niet genoeg om bloedige oorlogen tussen verschillende landen en populaties te verhinderen.

Agressie tegen mensen met een andere identiteit heeft automatisch tot gevolg dat mensen met een zelfde identiteit elkaar opzoeken. Uit Canadees onderzoek bleek dat inderdaad het geval. Studenten gaan in de college zaal het liefst zitten naast iemand die op hen lijkt. Dit geldt voor huidskleur, maar ook voor haardracht en zelfs voor het al of niet dragen van een bril. Een en ander gold ook voor vrouwen ook als alleen maar naar blanken gekeken werd. De onderzoekers stellen dat dit verschijnsel om de nabijheid van fysiek gelijken op te zoeken wellicht een evolutionair overblijfsel is, een instinct, waarbij contact met mensen met een andere identiteit wordt vermeden met gevolg dat mensen met eenzelfde identiteit worden opgezocht.

In een volgende verhaal kunt U zien wat een ellende dit instinctief gedrag van groepsagressie over de wereld heeft gebracht.



Sunday, August 14, 2011

 

GROEP-SELECTIE


Neanderthaler moest zich met een knuppel behelpen als hij een mammoet te lijf ging. Moed en risico durven nemen, kwamen goed pas.

Rechts: wingsuit base jumping



Het begrip "survival of the fittist" is bekend in de geschiedenis van de biologische evolutie. Herbert Spencer gebruikte voor het eerst deze uitdrukking in 1851. Later nam Charles Darwin het over in zijn boek "The origin of species", in 1859. The fittist betekent de meest aangepaste en dat hoeft niet perse de sterkste te zijn.

Tegenwoordig gebruikt men liever het begrip "natuurlijke selectie" voor hetzelfde pricipe. Een voorbeeld van natuurlijke selectie is de ijsbeer. Bruine beren die naar het koude Noorden trokken moesten zich aanpassen om te overleven. Dieren met een dikke pels en veel onderhuids vet konden beter tegen de kou en hadden de meeste kans om te blijven leven en zich voort te planten. Door de witte kleur vielen ze het minste op in de omgeving van sneeuw en ijs en dat bleek ook een voordeel.

Toch ziet men soms eigenschappen, die nadelig zijn voor het individu, toch door natuurlijke selectie zich in de populatie verspreiden. Een bij, die als ze steekt sterft, is hiervan een voorbeeld. Zij offert zich op om de groep te verdedigen. Darwin veronderstelde al, dat "the survival of the fittest group, rather than the fittist individual" van belang was bij natuurlijke selectie. Vooral bij sociaal levende diersoorten speelt groep-selectie een essentiële rol.

Dit was bij de mens ook het geval. In de ongeveer twee miljoen jarige geschiedenis van de mensheid leefden zij als groepen jager-verzamelaars. Men kan zich voorstellen dat in een groep, die door omstandigheden nooit met andere groepen in aanraking kwamen, het juist de profiteurs waren die de meeste kans hadden om te overleven en zich voort te planten. Op de duur kon een groep van egoïsten ontstaan. Als die in aanraking kwam met een andere groep met meer sociaal gevoel kon dat voor de asociale groep een nadeel zijn. Er ontstond meestal strijd als twee groepen ieder met een eigen identiteit elkaar ontmoeten. In de sociale groep zullen individuen geweest zijn die zich belangeloos opofferden in het belang van de groep. Het voordeel was dat de sociale groep uiteindelijk als overwinnaar te voorschijn kwam. De egoïsten werden gedood en de vrouwen werden ingepalmd. Omdat groepen mensen van een bepaalde stam, in die tijd meestal nauw genetisch aan elkaar verwant waren kon zo een eigenschap als altruisme zich in een populatie verspreiden. In de literatuur wordt dit verschijnsel wel het "samaritan syndrome" genoemd naar aanleiding van de samaritaan die volgens de bijbel belangeloos een arme bedelaar opnam en liet verzorgen.

De Neanderthalers waren bij aankomst van de Homo sapiens, ongeveer 50 duizend jaren geleden over heel Europa verspreid. Zij die in het Noorden van Europa leefden moesten zich aanpassen aan de koude, die er tijdens de ijstijden daar heerste. Zij leefden praktisch alleen van de jacht. Vaak waren het grote dieren zoals oerossen en mammoets. Men moest met ware doodsverachting deze dieren tegemoet gaan, omdat men anders geen schijn van kans had. Dit spreekt temeer omdat de Neanderthalers, nadat ze eenmaal waren aangepast aan de koude, weinig cognitieve evolutionaire druk van het milieu ondervonden, omdat het altijd winter was. Zo kenden zij bijvoorbeeld geen pijl en boog en dat is vanzelfsprekend een groot nadeel als men grote agressieve dieren tijdens de jacht benadert.

Dat was bij de Homo sapiens, die in een klimaat van zomer en winter leefde anders. Hij moest leren na te denken over de toekomst, zuinig zijn en voedsel en brandstof sparen voor de winter, zich sociaal gedragen omdat men elkaar hard nodig had tijdens wisselende barre weersomstandigheden.

Door genetisch onderzoek van het Max Planck instituut, weten we dat de blanke Noord Europeanen een aantal genen van de Neanderthaler hebben geërfd. Wellicht is het hieraan te danken dat zij vaak uitblinken in het nemen van risico's. Het zogenaamde base jumping is hiervan een voorbeeld. Deze risico volle vorm van sport wordt hoofdzakelijk door blanken gedaan.( kijk hiervoor op you tube naar "wingsuit base jumping"). Ook wordt hierdoor wellicht verklaarbaar dat het gemiddelde I.Q. van de blanken gemiddeld wat lager is dan dat van de niet tropische Aziaten. De blanken hebben een groot deel van de wereld aan zich onderworpen in de vorm van koloniën, niet omdat zij slimmer waren dan de Aziaten. Wel durfden zij risico's te nemen zoals Columbus en tal van andere zeevaarders die met gevaar van eigen leven, scheep gingen naar een voor hen compleet onbekende wereld en toekomst.

Het wordt steeds duidelijker dat Darwin gelijk had met zijn veronderstelling dat eigenschappen die gunstig zijn voor een groep sociaal levende dieren, door natuurlijke selectie in hun genen terecht komen. Dit gebeurt ook als het gaat ten koste van het het welzijn van een aantal individuen in de groep.

Dat dit genetische principe in de moderne tijd als een boemerang (relict) kan werken zullen we in een volgend verhaal proberen te beschrijven.


Friday, August 05, 2011

 

Meten met twee maten












Poliomyelitis ook kortweg polio of kinderverlamming genoemd, is een virusziekte. Het virus tast het zenuwweefsel van het ruggenmerg aan waardoor ernstige spierverlammingen kunnen ontstaan. Soms is de dood het gevolg, maar meestal zullen besmette mensen hun leven lang ernstige verlammingen hebben. Patiënten scheiden het virus via hun ontlasting uit en daarom is de ziekte, vooral onder minder hygiënische omstandigheden, zeer besmettelijk. Soms merken kinderen weinig van een besmetting, maar worden de verlammingen op latere leeftijd, vaak na tientallen jaren, toch nog manifest. Men noemt dit het postpoliosyndroom (PPS) dat zich kenmerkt door extreme vermoeidheid, spier en gewrichtspijn en soms verlammingen van ledematen.


Het was de verdienste van Jonas Salk (1914-1995), een Amerikaanse viroloog, die in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw, het later naar hem genoemde Salkvaccin tegen polio ontwierp.

In 1956 heerste in Nederland voor het laatst een polio epidemie. 2206 Nederlanders werden ernstig ziek. Bij 1784 patiënten traden verlammingsverschijnselen op. 180 moesten vanwege verlamming van de ademhaling spieren in een zogenaamde ijzeren long geplaatst worden en 70 kinderen overleden.

Daarom startte in 1957 in Nederland het rijksvaccinatie programma (RVP). alle kinderen die na 1-januari- 1950 geboren waren werden ingeënt. Vanaf die tijd worden kinderen ingeënt tegen difterie, tetanus, kinkhoest, mazelen en polio.

In de zogenaamde "bible belt" een streek die zich uitstrekt van de Zeeuwse eilanden naar Noord-Oostelijk Nederland, wonen zeer streng gereformeerde protestanten. Om godsdienstige redenen wordt daar niet of veel minder geënt tegen genoemde ziektes. Men wil God niet in de wielen rijden en men gaat er van uit dat God wel zal beslissen of mensen al of niet ziek worden. Tijdens de polio epidemie van 1971 werden in Staphorst 39 niet geënte kinderen ziek door een polio besmetting. Vijf kinderen overleden aan de gevolgen van de ziekte. Ook in 1978 (110 patiënten) en 1992 (71 patiënten) braken weer polio epidemieën uit bij niet geënte kinderen in de bible belt.

De Nederlandse overheid ziet dit alles met lede ogen aan onder het mom van godsdienstvrijheid.


In Somalië heerst hongersnood. Het Zuid-oostelijke deel van Somalië wordt beheerst door de fundamentalistische moslims Al-Shabaab. Elf miljoen mensen die in dat gebied wonen worden bedreigd door hongersnood. Al-Shabaab vindt het niet goed dat buitenlandse hulp wordt geaccepteerd. Dit op de eerste plaats omdat die hulp van niet moslims komt met de bedoeling om die mensen tot het christendom te bekeren, maar ook omdat men vindt dat men Allah geen spaak in de wielen moet steken. Het is een beetje dezelfde redenering als die van de streng protestanten in de bible belt. Volgens The New York Times worden vluchtelingen die naar de opvang kampen in Ethiopië en Kenia willen tegengehouden door Al-Shabaab. Toch kan men moeilijk ontkennen dat de Al-shabaab een fundamentalistische tak van de islam, dus een godsdienst is. Toch wordt door de westerse wereld Al-Shabbab terecht als een terroristische beweging gezien.


In de politiek wordt vaak over Godsdienstvrijheid gesproken. Men zegt er zelden bij wat men precies onder godsdienst vrijheid verstaat. Duidelijk is wel dat er soms met twee maten wordt gemeten.


This page is powered by Blogger. Isn't yours?