Tuesday, July 19, 2011
Koosjer slachten
Phineas Gage (1823-1860) met ijzeren pin die op 13 september 1848 dwars door zijn hoofd ging.
Rechts: De schedel van Phineas Gage reconstructie van het ongeluk, na zijn dood.
Toen ik als veterinair student stage liep op het abattoir in Utrecht, kwam één keer in de week een afgevaardigde van de Joodse rabbi( de shochet) om een rund koosjer te slachten. De shochet is een speciaal opgeleide joodse slager. Ik vond dat zeer interessant en volgde met belangstelling zijn verrichtingen.
Hij begon met de koe die geslacht zou worden nauwkeurig te onderzoeken. De lymfe-klieren werden betast en het was een vereiste dat de koe normaal moest kunnen lopen en verder zich normaal gedragen. Hoewel hij geen dierenarts was, deed hij zeer deskundig zijn werk. Daarna begon hij een groot mes zorgvuldig te slijpen. Het was een lang mes dat meer op een sabel leek dan op een slagersmes.( Dit mes wordt chalef genoemd en moet ruim 40 cm lang zijn) Met een steentje en olie wreef hij net zo lang totdat het snijvlak vlijmscherp was. Ter controle nam hij een vel papier uit een schrift en streek dit langs het snijvlak van de chalef. Tot mijn verwondering werd het vel papier rechtlijnig doorgesneden, zonder enig braampje, alsof het met een schaar geknipt was. Daarna liet hij de koe voorzichtig gaan liggen. Dat deed hij, op de door dierenartsen en veel boeren bekende manier. Door met enkele helpers een jute zak onder de buik van de koe omhoog te trekken gaat de koe automatisch liggen. De koe werd dan voorzichtig op haar rug gerold met het lichaam hoger dan de kop. Hij sprak nu een gebed uit en sneed daarna met één haal de hals van het dier door. Hij vertelde mij dat dit met één haal moest gebeuren om koosjer te slachten. Als het eventueel niet met één haal lukte, was het dier niet koosjer geslacht. Omdat de bloeddruk in het hoofd van de koe onmiddellijk verdwenen is, gaat dit gepaard met acuut bewustzijnsverlies. Zowel de hals-aders als de hals-slagaders (de carotiden) worden in minder dan een fractie van een seconde doorgesneden. Een acuut coma is het gevolg.
Bekend is hetzelfde verschijnsel bij mensen met een te lage bloeddruk ( hypotensie). Als zij wat haastig opstaan kunnen zij op hetzelfde moment als het ware flauw vallen en even buiten bewust zijn raken (orthostatische hypotensie). Als dat al gebeuren kan bij vlug opstaan dan kan men begrijpen dat een koosjer halssnede met een onmiddellijk coma gepaard moet gaan en dat er van pijn geen enkele sprake is. Toen ik later in de praktijk, in tijd van nood, zelf wel eens een koe de hals-slagaders door moest snijden, was ik nog altijd jaloers op de scherpe "sabel" van de koosjer slager. Ik had alleen maar een gewoon slagersmes en ik kan me voorstellen dat de halssnee voor de dieren niet altijd zonder pijn verlopen is.
Door de politici, die zelf nooit een slagersmes gehanteerd hebben en al helemaal nooit zelf een koe de hals hebben doorgesneden, wordt nu de voorkeur gegeven aan wat wetenschappelijk Traumatic Brain Injury (TBI) wordt genoemd. Men schiet een ijzeren pin door de hersens van het dier en gaat er van uit dat het dier dan bedwelmd is en geen pijn meer voelt. Dat zal ongetwijfeld dikwijls het geval zijn, maar ook in een groot aantal gevallen niet. Het hangt er maar vanaf waar de pin in de hersenen terecht komt.
In het standaard werk voor neurologen van Kandel and Schwatz "Principles of neural science" wordt er op gewezen dat pijn bij de mens een psychosomatisch biologisch verschijnsel is en dat daarom pijn bij dieren vanuit een ander gezichtspunt bekeken moet worden. ( There is a lag in the development of accurate psychophysical methods for assessing pain in animals) We kunnen pijn bij dieren slechts vergelijken met pijn bij de mens, voor zover pijnprikkels verlopen via nerveuze systemen die tijdens de evolutie hetzelfde zijn gebleven (phylogenetic systems conserved during evolution). Dit zijn ingewikkelde systemen zoals het Limbische systeem, de thalamus de hypothalamus en de hersenstam. Die zal men kunnen uitschakelen door bijvoorbeeld een effectieve halssnede of een algemene intraveneuze injectie met een verdovingsmiddel, maar niet met een ijzeren pin!
In praktisch elk medisch boek over neurologie, waar Traumatic Brain Injury (TBI) ter sprake komt, wordt het verhaal verteld van de Amerikaanse spoorwegarbeider Phineas Gage die zich bezig hield met het opblazen van rotsen die voor de bouw van het spoorwegnet een obstakel vormden. Op 25 jarige leeftijd bracht hij, op 13 september 1848 in een plaatsje in Vermont, "blasting powder" aan met een ijzeren pin in een gat in de rotswand. Onverwacht ontplofte het buskruit en doordrong de ijzeren pin het hoofd van Phineas Gage. De pin ging onder zijn linker oog naar binnen en stak boven op zijn hoofd weer naar buiten. Wonderbaarlijk genoeg bleef hij leven en kon zelfs nog lang zijn werk blijven doen. De pin had wel zijn linker frontale-hersenkwab doorboord en nog andere schade aangericht, maar hij bleef desondanks niet alleen leven maar ook vrijwel normaal functioneren. Pas 12 jaar later stierf hij in 1860.
Het was daarom wellicht nog niet zo'n vreemde gedachte van de Franse arts Joseph Guillot, die 60 jaar eerder in 1789 tijdens de nationale Vergadering een toespraak hield. Hij stelde voor om alle doodstraffen uit te voeren met behulp van een mechanisch apparaat, later de guillotine genoemd. Het was zijn opvatting dat deze wijze pijnloos was, mits juist uitgevoerd. Voor die tijd werden doodstraffen uitgevoerd door ophangen, het hoofd afhakken en andere wrede toepassingen die afhankelijk van de zwaarte van de misdaad werden toegepast. De Parijse beul Charles Sanson steunde Guillot omdat hij vond dat het te veel van het toeval afhing of een veroordeelde veel of weinig leed als hij met het zwaard onthoofd werd.
Ik ben het met Kandel en Schwartz, de auteurs van het standaardwerk over neurologie, eens dat er een groot gebrek is aan kennis op het gebied van pijn lijden bij dieren. Luisteren naar zogenaamde wetenschappers, die meestal afhankelijk van wie de studie betaald, voor of tegen koosjer slachten zijn, is niet de manier. Iets meer gezond verstand gebruiken zou ook politici niet misstaan.
In 1957 werd er in Nederland voor het eerst geïnactiveerd poliovaccin (tegen kinderverlamming) gebruikt. 95 % van de bevolking werd ingeënt. Vanaf 1966 tot 1982 kwamen er 148 gevallen van kinderverlamming voor, waarvan slechts bij één kind dat geënt was. De andere gevallen bleven voorkomen bij bepaalde streng-protestante populaties, meestal uit de zogenaamde "bible belt". Soms veroorzaakt door import van het virus, maar vooral door de in 1978 voorkomende epidemie. Als men in dergelijke gevallen zijn kinderen, vanwege godsdienstige motieven, niet laat inenten kan dood of verlamming door schuld van de ouders volgen. De overheid knijpt in deze zaak echter een oog dicht onder het mom van godsdienstvrijheid. Nu het over het Jodendom gaat, dat politiek in Nederland in tegenstelling met de streng protestantse SGP, niets voorstelt, is diezelfde godsdienstvrijheid in eens niet meer zo belangrijk. Voor joden is koosjer slachten een wezenlijk element van hun godsdienst. In de Thora (oude testament) beveelt Mozes: Gij zult dieren uit uw kudde slachten op een wijze die ik U beveel.
Henk Bijkerk, Division of infectious diseases in The Netherlands. Surveillance and control of poliomyeliteis in the Netherlands. Reviews of infectious diseases vol. 6 supplement 2 May-June 1984