Thursday, February 11, 2010
moederkoren hoofdstuk 2
Antonius met het varken. Het vuur wijst op het koudvuur, het gevolg van moederkoorn
Rechts: bedevaartgangers naar Santiago
Jaren die erg vochtig verliepen waren gunstig voor het ontwikkelen van de schimmel De gevolgen waren dan vaak catastrofaal. In 922, 944 en 1129 heerste ergotisme over grote delen van Europa. Vooral in in het departement Sologne waren de gevolgen zeer ernstig en men noemt de ziekte daarom wel maladie de Sologne. In 1736 was de ziekte rond de stad Hannover endemisch. De ziekte heette officieel "morbus miserabilis et terribilis".
Het verband tussen ergotamine en de nadelige gevolgen werden pas in 1676 door de Fransman Dr.
Thaillier ontdekt. Hij deed veel onderzoek en zag dat het in de steden veel minder voorkwam dan
op het platte land. Soms kwam het bij de ene familie voor en bij de buurman niet. Hij zag dat het
meestal armen mensen waren, die aan de ziekte leden, die zich alleen roggebrood konden permitteren. Rogge is een gewas dat zonder veel bemesting op arme zandgrond toch nog redelijke opbrengsten heeft. Hij kwam tot de conclusie dat de veel voorkomende ziekte, die wel het Antonius vuur of "holy fire" of "hell fire" in het Engels genoemd werd, veroorzaakt werden door het eten van roggebrood. Hij wist dat
extracten van moederkoren medisch gebruikt werden om bevallingen te bespoedigen en zo kon hij
de link leggen tussen het eten van moederkoren in het roggebrood en de gevolgen daarvan. Het
duurde toch nog meer dan l00 jaar voordat de ontdekking van Dr. Thaillier algemeen
aanvaard werd.
Het voorkomen van Anthonius vuur wordt voor het eerst vermeld in de tiende eeuw na Christus. In
944 stierven 40.000 mensen in Zuid Frankrijk aan het Anthonis vuur. Vanaf die tijd is het een ware
pest geweest tot de zeventiende eeuw toe. Omdat het ergotamine de weerstand sterk aantastte kreeg
gelijktijdig ook de pest haar kans en we zien de pest vaak gepaard gaan met het voorkomen van
moederkoren. De ziekte verspreidde zich over geheel Europa. De ledematen werden gangreneus
(koudvuur) en stierven tenslotte af..
De heilige Anthonis (251-356) was een asceet, die leefde op het einde van de derde eeuw. Omdat
St. Athanasius het leven van Antonius in het Grieks nauwkeurig beschreef, is het in de vroege Middeleeuwen de voornaamste heilige geworden, die patroon was voor allerlei ziekten bij mens en dier. Hij was de eerste monnik die in armoede en alleen als kluizenaar in een grot leefde. Hij vaste streng en
"kastijdde" zich zoals ook nu nog bij de Sjiieten in de Islam en strenge katholieken gebruikelijk is. In 305 kwam hij uit zijn eenzaamheid te voorschijn om als voorbeeld te dienen voor zijn volgelingen. Anthonis is daarom de stamvader van alle monnikenordes.
Vanwege zijn bekendheid werd hij de patroonheilige van de mensen die aan koudvuur (Antonius vuur) leden.
In 1093 werd er vanuit de Benedictijner orde een afdeling gesticht, die zich de Antonieten
noemde. De orde werd opgericht in de Dauphine, Zuid Frankrijk door een edelman met de naam
Gaston de la Valloire. Zijn zoon had aan de Anthonis ziekte geleden en men geloofde dat hij op voorspraak van Antonius genezen was. Ook nu nog kan men het stichtingsklooster in Frankrijk bezoeken in een
plaatsje met de naam Saint Antoine in de buurt van Grenoble. De monniken bestonden
aanvankelijk uit leken-broeders, die een zwarte toog droegen met een blauwe tau kruis, maar later
voegden zich ook priesters bij de orde. In 1227 werd de orde officieel door de paus erkend. Men trok
rond in heel Europa met bepaalde ijzeren instrumenten, waarmede men de lijders aan koudvuur de
aangetaste ledematen amputeerden en de wonden dicht brandde. Het leven van die patiƫnten werd
zo gespaard. De paus juichte een en ander toe en gaf de broeders toestemming (dispensatie) om
varkens in de steden en dorpen vrij te laten rondlopen. De varkens droegen een bel zodat iedereen
kon zien dat het varkens van de broeders waren. Daarom wordt de heilige Antonius nog altijd
afgebeeld met een varken en een bel, hoewel zowel het varken als de bel niets met de oude heilige te
maken hebben.
De broeders bouwden een soort ziekenhuizen met rode daken, De lijders aan Antonius vuur, die vaak op bedevaart naar Santiago de Compostella gingen, konden zien dat zij daar terecht konden voor hulp