Wednesday, September 17, 2008
global warming
Het IPCC (Intergovernemental Panel on Climate Change) is in 1988 opgericht door de verenigde naties om de risico's van klimaatverandering te beoordelen. Het is een organisatie die wetenschappelijke bevindingen van duizenden wetenschappers over de hele wereld over de klimaatverandering verzamelt en die ongeveer om de vier tot vijf jaar in een rapport publiceert. Het IPCC doet dus zelf geen onderzoek en wordt algemeen als de meest neutrale bron van informatie over klimaatverandering beschouwd door het grote en gevarieerde aantal wetenschappers dat de rapporten schrijft en herschrijft. De deelname van critici maakt dat de conclusies van het rapport als voorzichtig mogen worden beschouwd.
Het panel bestaat uit honderden wetenschappers van universiteiten en onderzoekcentra uit ongeveer 130 landen. De publicaties waar men gebruik van maakt moeten wetenschappelijk aan hoge eisen voldoen en moeten statistisch kloppen en door peer reviews bevestigd zijn. Het laatste rapport kwam uit in 2007.
In 2007 kreeg het IPCC samen met Al Gore de Nobelprijs voor de vrede. Het Nobel comité geeft aan dat het klimaatprobleem mogelijk ernstige consequenties kan hebben voor de toekomstige ontwikkeling van deze aarde. Klimaatveranderingen kunnen, aldus het Nobelprijscomité, de leefomstandigheden van mensen bedreigen. (IPCC) en Al Gore werden hiermede geëerd voor hun werkzaamheden om kennis rond het klimaatprobleem te verspreiden.
Als het IPCC het vierjaarlijks rapport maakt kunnen in de eerste fase door iedere wetenschapper die dat wil kritische opmerkingen gemaakt worden. Afhankelijk van de kritiek wordt een nieuw rapport gemaakt dat aan de regeringen wordt aangeboden met de bedoeling dat wetenschappelijke mensen die het vakgebied beheersen commentaar geven. Daarna wordt het definitieve rapport gepubliceerd.
Het rapport van 2007 wordt door een “overwhelming majority” in de wetenschappelijke wereld geaccepteerd. Toch zijn er mensen die het niet met de conclusies van het IPCC eens zijn. Dit verschijnsel dat men zich verzet tegen gevestigde opvattingen is niet ongewoon. Zo zijn er nog steeds onderzoekers die menen dat AIDS niet door het HIV virus wordt veroorzaakt. Als men het al te bont maakt wordt wel verondersteld dat de critici lijden aan een impulsive antagonistic disorder.
Martin Durkin van de BBC-4 zocht argumenten die tegen de gevestigde mening in gingen. Hij maakte een program dat hij “Apocalips, my arse” noemde. Omdat dit nogal onwetenschappelijk klonk maakte hij er later “the great globel warming swindle” van. Hij zocht naar economen, politici, schrijvers en andere critici die tegen de opvatting van het IPCC waren.
Er is veel kritiek geweest uit wetenschappelijke hoek over de voorstelling van de feiten in The Great Global Warming Swindle. Vooral het gebruik van achterhaalde cijfers en onderzoeken voor het ondersteunen van de stellingname van de documentaire is bekritiseerd. In sommige gevallen worden de conclusies onderuitgehaald door niet gepresenteerde, nieuwere kennis. In ieder geval is er één wetenschapper geweest die zijn medewerking aan de film heeft ingetrokken.
Het panel bestaat uit honderden wetenschappers van universiteiten en onderzoekcentra uit ongeveer 130 landen. De publicaties waar men gebruik van maakt moeten wetenschappelijk aan hoge eisen voldoen en moeten statistisch kloppen en door peer reviews bevestigd zijn. Het laatste rapport kwam uit in 2007.
In 2007 kreeg het IPCC samen met Al Gore de Nobelprijs voor de vrede. Het Nobel comité geeft aan dat het klimaatprobleem mogelijk ernstige consequenties kan hebben voor de toekomstige ontwikkeling van deze aarde. Klimaatveranderingen kunnen, aldus het Nobelprijscomité, de leefomstandigheden van mensen bedreigen. (IPCC) en Al Gore werden hiermede geëerd voor hun werkzaamheden om kennis rond het klimaatprobleem te verspreiden.
Als het IPCC het vierjaarlijks rapport maakt kunnen in de eerste fase door iedere wetenschapper die dat wil kritische opmerkingen gemaakt worden. Afhankelijk van de kritiek wordt een nieuw rapport gemaakt dat aan de regeringen wordt aangeboden met de bedoeling dat wetenschappelijke mensen die het vakgebied beheersen commentaar geven. Daarna wordt het definitieve rapport gepubliceerd.
Het rapport van 2007 wordt door een “overwhelming majority” in de wetenschappelijke wereld geaccepteerd. Toch zijn er mensen die het niet met de conclusies van het IPCC eens zijn. Dit verschijnsel dat men zich verzet tegen gevestigde opvattingen is niet ongewoon. Zo zijn er nog steeds onderzoekers die menen dat AIDS niet door het HIV virus wordt veroorzaakt. Als men het al te bont maakt wordt wel verondersteld dat de critici lijden aan een impulsive antagonistic disorder.
Martin Durkin van de BBC-4 zocht argumenten die tegen de gevestigde mening in gingen. Hij maakte een program dat hij “Apocalips, my arse” noemde. Omdat dit nogal onwetenschappelijk klonk maakte hij er later “the great globel warming swindle” van. Hij zocht naar economen, politici, schrijvers en andere critici die tegen de opvatting van het IPCC waren.
Er is veel kritiek geweest uit wetenschappelijke hoek over de voorstelling van de feiten in The Great Global Warming Swindle. Vooral het gebruik van achterhaalde cijfers en onderzoeken voor het ondersteunen van de stellingname van de documentaire is bekritiseerd. In sommige gevallen worden de conclusies onderuitgehaald door niet gepresenteerde, nieuwere kennis. In ieder geval is er één wetenschapper geweest die zijn medewerking aan de film heeft ingetrokken.