Friday, November 30, 2007

 

vervolg Engelse piloot

Rechts Angela Bontrup in haar bruids jurkje van de eerste communie, dat van de witte nylon parachute van James Bucklitsch gemaakt was









Toen op 26 juli 1943 de Engelse piloot James Bucklitsch met de parachute omlaag kwam was de oudste zoon van boer Bontrup, waar de piloot terecht kwam,Toon 8 jaar oud.
Toen hij 's morgens met zijn vader wilde gaan melken, ongeveer om 7 uur, kwam daar de piloot aan strompelen. Even was het wennen natuurlijk, maar omdat Bucklitsch een beetje Duits kon, konden hij en Bontrup (Rijksduitser) elkaar redelijk een en ander duidelijk maken. Hij vertelde waar hij gevallen was, ongeveer één km verder richting staatsbos en hij vertelde waar hij waar hij zijn parachute had verstopt. De boerderij van Bontrup was de eerste boerderij waar hij aankwam, want de huidige boerderij van de Kleyne (Gemertsebaan 4 eerste stichting Oploo) stond er toen nog niet. De boerderij van Jos de Kleyne is pas in 1960 gebouwd. Het blijkt dus wel duidelijk dat Bucklitsch daar in of kortbij het bos, waar later ook varkens begraven zijn tijdens de mond en klauwzeer epidemie, met de parachute gevallen is en na enkele uren bij de boerderij van Bontrup is aangekomen. Uit het verslag van de Duitse piloot, die de Lancaster omlaag schoot blijkt dat het vliegtuig, dat op weg was naar Essen om half een 's nachts ontploft is. Waarom het enkele uren geduurd heeft voordat hij bij Bontrup aankwam is niet duidelijk geworden. Het is van de andere kant wellicht niet zo vreemd dat hij eerst op verhaal is moeten komen, zijn parachute verbergen en dan een km strompelen, vanwege zijn verstuikte enkel tijdens het op de grond komen . Dan zijn een paar uur gauw voorbij.
De volgende morgen toen Bontrup op zoek ging naar de parachute, kwam hij een politieman tegen, die hem vroeg of hij wist waar de parachute lag. Bontrup zei slim genoeg dat hij geen idee had. Wat later vond hij de parachute en daar hebben ze nog veel plezier van gehad. Zo hadden zij voor een van de meisjes, toen ze de eerste communie deed, een prachtig jurkje van de parachute laten maken. Ook had vader Bontrup van het dikke molton en de dikke riemen van de parachute voor Toon een soort rijzadel gemaakt.
De piloot kon aan Bontrup vertellen dat hij liever in krijgsgevangenschap ging dan via de ondergrondse ontsnappen. Hij was al een keer eerder omlaag gevallen en op een zeer gevaarlijke manier kunnen ontvluchten en met behulp van de ondergrondse beweging terug naar Engeland kunnen gaan. Hij had bovendien al zeer vaak vluchten naar Duitsland gemaakt en omdat hij thuis een vrouw en een dochtertje had meende hij dat hij zijn bijdrage wel geleverd had en hij verkoos mede door zijn gekneusde enkel, die veel pijn deed voor krijgsgevangenschap. Hij is later in een krijgsgevangenkamp, Stalag IV, in Mühlberg/Elbe een plaatsje in de deelstaat Brandenbur in Duitsland, dat kort bij de Poolse grens ligt, terecht gekomen en door de soldaten van Marshall Rokassofsy's first Ukranian Army, in april 1945 bevrijd. Hij was in het krijgsgevangenkamp redelijk goed behandeld. Dat heeft hij later aan mijn broer verteld, die hem na de oorlog heeft bezocht.
Omdat Bucklitsch een beetje Duits kon wordt het duidelijk dat hij kon vragen aan Bontrup om hem te melden voor het krijgsgevangenschap. Bontrup besloot om de burgemeester te waarschuwen. Toch zal het voor de piloot wel even schrikken zijn geweest, want Bontup was verplicht in dienst en zijn Duits soldaten uniform hing aan de kapstok en zijn foto als soldaat stond op de schouw. Hij mocht echter meestal thuis blijven omdat hij boer was. Af en toe moest hij wacht lopen op het kruispunt Beugen. Er liep toen nog een trein van Boxtel naar Cleve in Duitsland.
Omdat Bontrup Rijksduitser was vielen na de bevrijding automatisch al zijn goederen zoals zijn boerderij aan de Nederlandse staat. De lands advocaat ging onderzoeken hoe Bontrup zich gedragen had in de oorlog en kwam via de ambassade bij Bucklitsch terecht. De piloot verklaarde dat hij van niks wist en noodgedwongen in krijgsgevangenschap was terecht gekomen. Dat had vader Bontrup weinig geteld, want hij had Bucklitsch immers heel correct behandeld en hem zelfs de gelegenheid gegeven om te ontsnappen. Ik kon zijn zoon, Toon nu duidelijk maken, dat de piloot niet anders kon, omdat hij anders als deserteur gekwalificeerd zou zijn. Het was immers nog maar in het begin van de vijftiger jaren
Toen Bontrup mijn vader (de burgemeester) gewaarschuwd had gingen mijn vader en ik naar de boerderij op de stichting in Oploo en troffen de piloot in de keuken aan, waar hij rustig zat met zijn pijnlijke voet op een stoel met koude doeken er op voor de pijn. Mijn vader, die geen woord Engels kon, vroeg hem via mij of hij terug wilde naar Engeland of dat hij in krijgsgevangenschap wilde. Dat was van belang omdat in het eerste geval natuurlijk een andere procedure gevolgd moest worden als wanneer hij in krijgsgevangenschap ging. Dat had mijn vader natuurlijk nooit laten vragen in aanwezigheid van vader Bontrup, als hij hem niet honderd procent vertrouwd had.
Dat ik werd opgeroepen om dat te verklaren heeft geduurd tot ongeveer 1956 en je kunt je voorstellen dat het in het begin van de oorlog tot het tijdstip van de rechtspraak voor de oude Bontrup een lijdensweg is geweest, omdat hij steeds van de veronderstelling uit ging dat hem alles kon ontnomen worden, mede door de verklaring van James Bucktitsch.
Direct na de bevrijding, werd Bontrup door Driekus Schut van de ondergrondse, opgehaald en bij andere geïnterneerden in de school van St. Anthonis gebracht. Er kwam een Canadese luitenant, die wat Nederlands kon en de papieren nakeek, en een brief schreef dat Bontrup naar huis kon gaan. Ik was toen tolk bij de Civil Affairs van de Engelsen en kan me herinneren dat er een Canadese luitenant was die redelijk Duits en wat Nederlands kon. Ik heb waarschijnlijk toen tegen hem gezegd dat er met Bontrup niets verkeerd was, omdat mijn vader wist dat behalve zijn niets te verwijten gedrag met de piloot hij ook een onderduiker met de naam Toon Koop afkomstig uit Delft, gehad had. Ook had hij toen er in de buurt een Limburger Herman Bütz, die getekend had voor de SS en door de ondergrondse werd dood geschoten, snel alle boeren in de buurt, gewaarschuwd dat alle onderduikers weg moesten zien te komen, want dat er spoedig volgens hem een razzia zou komen. Toch werd Bontrup met zijn familie incluis een baby van 4 maanden geïnterneerd. Zijn vrouw met de kinderen mochten snel naar huis, maar hijzelf is bijna twee jaren in een kamp in Belgïe geweest, zonder dat zijn familie wist waar hij gebleven was. Het moet een vreselijke tijd voor hem geweest zijn temeer omdat de omstandigheden in het kamp zeer slecht waren en in gezelschap van hoofdzakelijk NSBers en ander foute Nederlanders ook niet bepaald aangenaam zal zijn geweest. Daar kwam bij dat hij eenmaal thuis tot 1956 in onzekerheid verkeerde of hem zijn boerderij met bezittingen alsnog ontnomen zouden worden. Gelukkig kwam de advocaat van Bontrup op het idee om mij voor de rechter als getuige op te roepen. In het verslag van de Rijksdienst stond namelijk dat een “gentlemen with his son” hem bij een boer had opgehaald. Ik zei tegen de rechter dat ik slechts in vertrouwen mijn verklaringen onder ede wilde geven. Dat stemde hij toe en ik kon hem zeggen dat ik op geen enkele manier wilde dat de piloot in de problemen zou komen als ik verklaarde dat hij vrijwillig in gevangenschap wilde en dat ik daarom slechts in vertrouwen en niet “en plein public” mijn verklaring wilde afleggen. Ik kon dus verklaren dat de piloot de kans had gehad met medeweten van Bontrup om onder te duiken en de terug naar Engeland proberen te gaan, maar dat hij daar geen gebruik van wenste te maken. Met een slag van de hamer van de rechter had Bontrup toen zijn boerderij weer voorgoed in zijn bezit.

Comments:
Heer Goossens,
Als geïnteresseerde in de luchtoorlog boven Nederland kan ik uw uitgebreide verhaal zeer zeker waarderen.
Ook de uiteindelijke oplossing (door de waarheid te vertellen) voor Bontrup is een prima zaak.
Ik hou dergelijke bijdragen graag bij. Ik zal de link naar de weblog publiceren in ons tijdschrift: Air War Bulletin 1939-1945.
Op mijn eigen website vindt u nog meer: www.airwarweb.net
groeten,
Ed Ragas
 
Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?