Saturday, March 11, 2006
De rechtstaat Nederland.
Al-Muthanna, een provincie in Irak.
Rechts : mariniers in Al-Muthanna.
Soms vraagt men zich af waarom de Nederlandse burgers toch zo weinig vertrouwen in de overheid hebben. Als men de rechtspraak als een onderdeel van die overheid ziet is een en ander echter niet zo verwonderlijk. Telkens opnieuw wordt er zogenaamd recht gesproken, waar geen zinnig mens nog iets van begrijpt.
Zo las ik in het NRC van Vrijdag 10 Maart dat Nouredine El F. op 22 Juli 2005 met een machinepistool werd aangehouden. De rechter was echter van oordeel dat er geen aanwijzingen waren dat Nouredine de Nederlandse bevolking vrees wilde aanjagen. Ook kon niet bewezen worden dat hij de Nederlandse staat op andere gedachten wilde brengen.
Ook meende de rechter dat, hoewel bewezen was dat Jason W. en Nouredine in Pakistan op trainingskamp waren geweest om als terrorist te worden opgeleid, dat dat nog niet strafbaar was.
Helemaal fraai wordt het als de rechter constateert dat hoewel Jason W. met voorbedachte rade een handgranaat naar de politie gooide op 10 november 2004 in de Haagse Antheunisstraat, hij geen terroristisch oogmerk had, omdat hij geen leuzen riep.
Op de volgende bladzijde wordt vermeld dat een 39 jarige man uit Amsterdam sinds 1984 jongens van 10 tot 15 jaren seksueel zou hebben misbruikt. Als hij dezelfde rechter krijgt als die bij het proces van de Hofstadgroep, dan kan die wellicht beslissen dat de Amsterdammer geen schuld heeft omdat niet bewezen is, dat hij tijdens het misbruik van de kinderen, orgastische geluiden heeft gemaakt.
Totaal omgekeerd was de beoordeling van het openbaar ministerie van de sergeant-majoor van de marine, die twee waarschuwingsschoten gaf tijdens een incident met plunderaars in Zuid-Irak. Eenmaal schoot hij in de lucht en eenmaal naar de grond. Het openbaar ministerie , wachtte geen onderzoek af, maar wist zonder meer dat de marinier gericht geschoten had. Procureur de Wijkerslooth was van oordeel dat een schot naar de grond nooit dodelijk kon zijn. Dit was extra pijnlijk voor mij, omdat ik zelf heb meegemaakt tijdens mijn tijd bij de stoottroepen dat een van mijn sectie-genoten dodelijk getroffen werd door een schampschot. Een andere soldaat van onze sectie, vuurde zijn geweer af naar de grond gericht, om de loop van zijn geweer schoon te maken, in verband met “inspectie geweer” , die even van tevoren was aangekondigd. Het schot schampte op een stuk steen en trof de ander dodelijk.
Woensdag 15 februari heb ik met een sectie genoot bloemen op zijn graf in Beneden-Leeuwen gelegd, omdat het toen precies 60 jaren geleden was dat dit ongeluk plaats vond.