Tuesday, October 04, 2005
Links: Fraaie zilveren snuifdoos uit 1880
Tegenover ons, woonde pap en mam Pennings. Wij werden bevrijd op het einde van de oorlog door de soldaten van de “the Royal Ulster rifles”, en 's avonds was het feest, want de soldaten hadden cake-meel en eipoeder en de nodige drank, want de cantine wagen stond in de tuin van de Penningsen. De feestvreugde, werd nog vergroot door een familie evacuees uit de buurt van Vierlingsbeek, die een mooie dochter hadden van ongeveer 18 jaar en die bij de familie was ingekwartierd. Toen de feestvreugde een tijdje was weggeëbd, en onze vrienden van de Ulster rifles hoog en droog in Duitsland zaten, kwam de vader van de geëvacueerde familie naar pap en mam. Na eerst wat heen en weer gepraat zei hij: “ons dèr zal een kiendje motten kriegen en ze hawt mar vol dè 't van ollië Sjaak is”. De vader van het meisje zal gedacht hebben bij de soldaten is niets te halen, dus laat ons maar eieren voor ons geld kiezen. Pap dacht even diep na en zei toen: “ja, mar as ge uut ieder deuske ens snuuft, zulde host nie weten wor ge van mot niezen”.