Saturday, July 23, 2005
De ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door een gebrek aan dopamine, een neurotransmitter, die door de uiteinden van bepaalde zenuwen worden afgescheiden. De bedoeling van het therapeutisch klonen is, om uit multipotente stamcellen uit een blastocyst dopamine producerende zenuwcellen te creëren, die vervolgens bij de patiënt in de hersenen gebracht worden. Als deze blastocyst ontwikkeld is uit een somatische celkern, die van de Parkinson patiënt afkomstig is, dan kan men immunologische rejectie door de patiënt vermijden.
De zenuwcellen die dopamine afscheiden bevinden zich in de hersendelen, die putamen en substantia nigra genoemd worden. De afscheiding wordt sterk bevorderd door een enzym dat glial cell-line neurotrophic factor (GDNF) genoemd wordt en dat uit gliacellen ( gekweekte glia-cellijnen) bereid wordt.
Steven Gill een neurochirurg uit Bristol bracht 5 jaren geleden, met een zeer fijne katheter GDNF in het putamen van 5 patiënten, die ernstig aan Parkinson leden. De patiënten vertoonden een dramatische verbetering van de symptomen zowel motorisch als het herinneren van woorden, gezichtsuitdrukking en motivatie. De firma Amgen uit California maakte het preparaat GDNF, maar stelde het preparaat niet langer beschikbaar in verband met de in Amerika altijd dreigende eventuele aansprakelijkheidseisen. Een proef met 34 andere patiënten kon daarom niet doorgaan. Een van de patiënten, die 5 jaar geleden het GDNF kreeg toegediend is nu aan een hartinfarct gestorven, dat echter niets met de Parkinson te maken had. Het linker putamen en de substantia nigra, waar eerder het GDNF was ingebracht bleek bij sectie veel beter ontwikkeld dan het rechter controle deel waar het enzym niet was aangebracht.
New Scientist 9 Juli 2005