Tuesday, October 23, 2007
oude liedjes
In 1810 voerde Napleon de dienstplicht in Holland in. Duizende soldaten werden in Rusland veslagen in 1812 en vonden de dood door bevriezing en honger
Vroeger toen er nog geen TV en radio waren werden op feestjes vaak liederen gezongen die een verhaal vertelden. Na ieder couplet zong men dan met z'n allen het refrein meestal in de trant van holadiee of laditjoelalalala enzovoort. Ik wist dat er ook een liedje was dat ging over en jongen die soldaat moest worden voor napoleon. Toen ik nog een klein menneke was hoorde ik het de buurvrouw wel eens zingen. Ik kon me nog een stukje herinneren en dat ging als volgt: Zekere Ties moest ook vertrekken, schoon hij nooit in 't oorlogsvuur enen sabel had zien trekken, dus scheen hem dit bliksemszuur.
Ik informeerde bij een club die als hobby heeft om dit soort liedjes te verzamelen. De secretaresse schreef terug dat zij ook al lang bezig waren om de tekst te vinden, maar dat het nog niet gelukt was. Mijn zwager zette een stukje in het Brabants dagblad waar je zulk soort zaken kunt vragen. Er kwamen veel brieven binnen, maar allemaal met de vraag of wij het hun konden laten weten als we de tekst gevonden hadden.
Tenslotte was er een mannetje van 85 jaren uit Boekel die het vroeger van school kende, omdat de juffrouw het wel eens zong als de kinderen braaf waren geweest. Hij kende het nog uit zijn hoofd en kon het nog zingen.
In de tijd der patriotten ( originele tekst )
In de tijd der patriotten
Toen er oorlog was ontstaan
Moest het mansvolk zonder loten
Meestendeels ten strijde gaan
Zekere Tist moest ook vertrekken
Schoon hij nooit in ’t oorlogs vuur
Enen sabel had zien trekken
Dus scheen hem dit bliksems zuur
Maar hij kon er niet afgeraken
Na een lang en veel beraad
Liet zich Tist zeer spoedig maken
Ene grote koperen plaat
Jan, den snijder, werd geroepen
Tist zei meester,’t gaat er wreed
Ik moet vertrekken naar de troepen
Maak me gauw een pak gereed
Op het hart of wat er neven,
Moet de plaat bevestigd zijn
Jan zag wel aan Tist zijn beven
Waar hij moest geharnast zijn.
Jan voorziende Tist zijn daden
Naait hem, volgens zijn verzoek
Deze plaat met sterke draden
Juist van achter op zijn broek
Tist vertrekt, na korte dagen
Komt de vijand op hem af
Tist kroop achter struik en hagen
Als hij hoorde pief poef paf
Bang op’t laatste als een vogel
Koos hij ras het hazenpad
Ziet in ’t lopen treft een kogel
Hem vlak achter op zijn gat
Hemel roept hij wondre stukken
Tastende naar zijn plaat
Dat dit nu precies wil lukken
Dat mijn harnas daar nu staat
Waarlijk sprak hij op het leste
Jan de snijder wist het beste
Waar de plaats is van mijn hert